De Rechtbank Noord-Nederland heeft op 8 april 2021 uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het bezit en de verspreiding van kinderpornografisch materiaal. De verdachte, geboren in 1977, werd bijgestaan door advocaat mr. L.S. Slinkman, terwijl het openbaar ministerie vertegenwoordigd was door mr. J. Hoekman. De rechtbank oordeelde dat de verdachte in de periode van 1 december 2017 tot en met 5 november 2019 in Hoogezand een groot aantal afbeeldingen en video's had verworven, verspreid en in bezit had gehad, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, betrokken was. De rechtbank achtte het feit wettig en overtuigend bewezen, mede op basis van de bekennende verklaring van de verdachte en de beschikbare bewijsmiddelen.
De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf op van 270 dagen, waarvan 269 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van vijf jaren. Daarnaast werd een taakstraf van 240 uren opgelegd. De rechtbank hield rekening met de kwetsbare positie van de verdachte, die al meer dan een jaar in behandeling is bij de AFPN en die zich heeft gecommitteerd aan een behandeltraject. De rechtbank benadrukte de ernst van het delict en de noodzaak om jeugdigen te beschermen tegen seksueel misbruik, maar vond het ook belangrijker om te focussen op het voorkomen van herhaling van dergelijk gedrag dan enkel op bestraffing. De verdachte moet zich gedurende de proeftijd onder behandeling stellen en zich onthouden van het gebruik van harddrugs en alcohol.