ECLI:NL:RBNNE:2021:1182

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
8 april 2021
Publicatiedatum
9 april 2021
Zaaknummer
18/201299-20
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor bezit en verspreiding van kinderpornografisch materiaal met taakstraf en voorwaardelijke gevangenisstraf

De Rechtbank Noord-Nederland heeft op 8 april 2021 uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het bezit en de verspreiding van kinderpornografisch materiaal. De verdachte, geboren in 1977, werd bijgestaan door advocaat mr. L.S. Slinkman, terwijl het openbaar ministerie vertegenwoordigd was door mr. J. Hoekman. De rechtbank oordeelde dat de verdachte in de periode van 1 december 2017 tot en met 5 november 2019 in Hoogezand een groot aantal afbeeldingen en video's had verworven, verspreid en in bezit had gehad, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, betrokken was. De rechtbank achtte het feit wettig en overtuigend bewezen, mede op basis van de bekennende verklaring van de verdachte en de beschikbare bewijsmiddelen.

De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf op van 270 dagen, waarvan 269 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van vijf jaren. Daarnaast werd een taakstraf van 240 uren opgelegd. De rechtbank hield rekening met de kwetsbare positie van de verdachte, die al meer dan een jaar in behandeling is bij de AFPN en die zich heeft gecommitteerd aan een behandeltraject. De rechtbank benadrukte de ernst van het delict en de noodzaak om jeugdigen te beschermen tegen seksueel misbruik, maar vond het ook belangrijker om te focussen op het voorkomen van herhaling van dergelijk gedrag dan enkel op bestraffing. De verdachte moet zich gedurende de proeftijd onder behandeling stellen en zich onthouden van het gebruik van harddrugs en alcohol.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Groningen
parketnummer 18/201299-20
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 8 april 2021 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1977 te [geboorteplaats] ,
wonende te [straatnaam] , [woonplaats] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 25 maart 2021.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. L.S. Slinkman, advocaat te Hoogezand.
Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. J. Hoekman.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 1 december 2017 tot en met 5 november 2019 te Hoogezand, in elk geval in Nederland, één of meermalen (telkens) een (groot) aantal afbeelding(en), te weten 262 foto(’s) en/of 28 video(’s) en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en), te weten een of meerdere telefoons en/of via een Google account ([e-mailadres]) heeft verworven en/of verspreid en/of in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het vaginaal en/of oraal penetreren met de penis van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en/of
het vaginaal en/of anaal penetreren met (een) vinger(s)/hand en/of een voorwerp van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt bij zichzelf
Bestandna(a)m(en): [bestandsnaam] .jpg en/of
[bestandsnaam] en/of
het betasten en/of aanraken van de billen met (een) vinger(s)/hand van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt en/of
het betasten en/of aanraken van billen met (een) vinger(s)/hand van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de borsten met (een) vinger(s)/hand en/of een voorwerp van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt bij zichzelf
Bestandna(a)m(en): [bestandsnaam] .jpg en/of [bestandsnaam] en/of --> p.62
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of opgemaakt is/zijn en/of poseert/poseren in een omgeving en/of in (een)(erotisch getinte) houding(en) (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen en/of
waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden
Bestandna(a)m(en): [bestandsnaam] .jpg en/of [bestandsnaam] ,jpg en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht/lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt, terwijl op dat gezicht/lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is,
Bestandna(a)m(en): [bestandsnaam] en/of [bestandsnaam] .jpg
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling, van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor het feit.
Standpunt van de verdediging
Verdachte heeft het ten laste gelegde bekend. De raadsman heeft geen opmerkingen met betrekking tot het bewijs gemaakt.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht het feit wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte dit feit duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
1. de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 25 maart 2021;
2. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 september 2019, opgenomen op pagina 30 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer NNRBD19008/ 2019-41 d.d. 6 augustus 2020, inhoudend het relaas van verbalisanten;
3. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal d.d. 17 maart 2020, inclusief bijlagen, te weten een collectiescan van kinderpornografische afbeeldingen en video’s, opgenomen op pagina 49 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisanten;
De rechtbank overweegt dat - kort gezegd - zowel het bezit als het verspreiden van kinderpornografisch materiaal ten laste is gelegd. Met betrekking tot de in de tenlastelegging opgenomen representatieve selectie van afbeeldingen en video’s kan op basis van bewijsmiddelen worden vastgesteld dat verdachte deze heeft verkregen en in bezit heeft gehad. De rechtbank gaat er - mede gelet op de bekennende verklaring van verdachte - vanuit dat deze selectie eveneens representatief is voor het kinderpornografische materiaal dat verdachte heeft verspreid.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het feit wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
hij in de periode van 1 december 2017 tot en met 5 november 2019 te Hoogezand, een aantal afbeeldingen, heeft verworven en verspreid en in bezit gehad en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
terwijl op die afbeeldingen (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het vaginaal en/of oraal penetreren met de penis van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en/of
het vaginaal en/of anaal penetreren met (een) vinger(s)/hand en/of een voorwerp van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt bij zichzelf en/of
het betasten en/of aanraken van de billen met (een) vinger(s)/hand van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt en/of het betasten en/of aanraken van billen met (een) vinger(s)/hand van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt en/of het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de borsten met (een) vinger(s)/hand en/of een voorwerp van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt bij zichzelf en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of opgemaakt is/zijn en/of poseert/poseren in een omgeving en/of in (een)(erotisch getinte) houding(en) (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen en/of
waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht/lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt, terwijl op dat gezicht/lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is,
waarbij de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling, van welk misdrijf hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
Een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verwerven, verspreiden, in bezit hebben en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang verschaffen, terwijl van dit misdrijf een gewoonte is gemaakt.
Dit feit is strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van tien maanden waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren. Daaraan dienen de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden te worden gekoppeld, met uitzondering van de voorwaarde dat verdachte zich (samengevat) ver zou moeten houden van kinderporno. Deze voorwaarde is te ruim geformuleerd om te kunnen controleren en valt voor het belangrijkste deel reeds onder de algemene voorwaarde van het niet plegen van strafbare feiten. Volgens de richtlijnen van het openbaar ministerie zou een gevangenisstraf voor de duur van 12 tot 18 maanden aangewezen zijn, maar daarvan wijkt de officier van justitie af, nu verdachte meewerkt aan hulpverlening en oprecht spijt lijkt te betuigen.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gepleit voor oplegging van een taakstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf. Verdachte heeft zelfstandig hulpverlening ingeschakeld en heeft inmiddels meer dan een jaar wekelijks therapie. Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zou het lopende hulpverleningstraject doorkruisen en voor verdachte meer kwaad dan goed doen, temeer nu hij crisisgevoelig is. Verdachte heeft in aanloop naar de zitting extra hulp gevraagd en zelfs medicatie geaccepteerd.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de rapportage van Reclassering Nederland d.d. 3 maart 2021, het uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 26 februari 2021, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het verspreiden en in bezit hebben van kinderporno, van welk misdrijf hij een gewoonte heeft gemaakt.
De strafbaarstelling van dit soort feiten heeft als achtergrond de bescherming van jeugdigen tegen seksueel misbruik en tegen de nadelige gevolgen die het maken en verspreiden van opnames van seksueel gedrag waarbij jeugdigen betrokken zijn, met zich brengen. Verdachte heeft met het plegen van deze feiten een bijdrage geleverd aan de beschadiging van de betrokken jeugdige personen. De vraag naar kinderporno houdt immers het aanbod en daarmee het vervaardigen en het verspreiden van kinderporno in stand. Het nadeel voor de betrokken kinderen bestaat niet alleen uit de directe ernstige gevolgen van het seksueel misbruik zelf, maar ook uit de omstandigheid dat eenmaal op internet gepubliceerde foto’s of films - door de snelheid en het gemak waarmee dergelijke bestanden kunnen worden vermenigvuldigd - daar feitelijk niet meer van kunnen worden afgehaald. Die kinderen kunnen daardoor nog op latere leeftijd met deze foto’s of films worden geconfronteerd.
Verdachte heeft geen oog gehad voor de positie en het leed van de slachtoffers, die nog jarenlang, zo niet hun hele leven, niet alleen psychische, maar vaak ook lichamelijke gevolgen ondervinden van het (seksueel) misbruik dat zij hebben moeten doorstaan.
Als uitgangspunt voor het verspreiden van kinderporno wordt volgens de landelijke oriëntatiepunten van het LOVS een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van een jaar gehanteerd. Het uitgangspunt dat in dit soort zaken een onvoorwaardelijke gevangenisstraf wordt opgelegd, is mede ingegeven door de beslissing van de wetgever om middels artikel 22b van het Wetboek van Strafrecht het opleggen van (enkel) een taakstraf onmogelijk te maken. Daarmee heeft de wetgever de ernst van het delict en de maatschappelijke verontwaardiging daarover tot uitdrukking willen brengen.
Blijkens het reclasseringsrapport is verdachte crisisgevoelig en is sprake van borderline problematiek. Verdachte heeft vrijwel meteen nadat de politie in november 2019 bij hem kwam in verband met onderhavige zaak zelf hulpverlening geregeld. Na een intakegesprek in november 2019 heeft hij sinds december 2019 individuele gesprekken bij de AFPN en daarnaast volgt hij sinds een halfjaar groepstherapie. Verdachte wordt dus al meer dan een jaar en conform een behandelplan bij de AFPN behandeld. Volgens de reclassering zou een onvoorwaardelijke gevangenisstraf het ingezette traject doorkruisen. Drank- en speedgebruik zijn bepalend geweest in het delictgedrag van verdachte en zolang verdachte geen terugval in middelengebruik krijgt, schat de reclassering het recidiverisico laag in. Verdachte is niet eerder in aanraking geweest met politie en justitie.
Hoewel de rechtbank het door verdachte gepleegde delict als een zeer ernstig delict kwalificeert, zal zij in afwijking van het landelijk uitgangspunt, in dit geval geen langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen.
Gelet op de (kwetsbare) persoon van de verdachte, het ingezette langdurige behandeltraject - waaraan verdachte zich duidelijk heeft gecommitteerd - en zijn crisisgevoeligheid, acht de rechtbank het in dit geval belangrijker in te zetten op het voorkomen van een soortgelijk delict, dan het enkel afstraffen van het gepleegde delict. De rechtbank zal daarom een forse, grotendeels voorwaardelijke gevangenisstraf als stok achter de deur opleggen, met een behandelverplichting en een middelenverbod en een langdurige proeftijd, en daarnaast de wettelijk gezien maximaal mogelijke taakstraf.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57, 240b van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 270 dagen.

Bepaalt dat van deze gevangenisstraf
een gedeelte, groot 269 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op vijf jaren, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.
Voorwaarde is, dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
1. dat de veroordeelde zich uiterlijk binnen twee weken na onherroepelijk worden van de uitspraak meldt bij Reclassering Nederland, Leonard Springerlaan 21 te Groningen.
2. dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd van drie jaren onder behandeling zal stellen van de AFPN op de tijden en plaatsen als door of namens die instelling aan te geven, teneinde de reeds gestarte behandeling af te maken;
3. dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd van drie jaren zal onthouden van het gebruik van harddrugs en alcohol en zich verplicht ten behoeve van de naleving van dit verbod mee te werken aan bloedonderzoek of urineonderzoek.
Geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.

een taakstraf voor de duur van 240 uren.

Beveelt dat voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis voor de duur van 120 dagen zal worden toegepast.
Dit vonnis is gewezen door mr. S. Zwarts, voorzitter, mr. J. van Bruggen en mr. M.J.B. Holsink, rechters, bijgestaan door mr. C.L. van der Woude, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 8 april 2021.