Beoordeling van het bewijs
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor het onder 1, 2 primair, 3 primair en 4 primair ten laste gelegde. Met betrekking tot feit 1 heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat er sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte] . [medeverdachte] is met het plan gekomen om de accu's te stelen. Vervolgens zijn [medeverdachte] en verdachte beiden richting de loods aan de [straatnaam] te Winschoten gelopen. Verdachte is onder het hek doorgekropen en is het bedrijfsterrein opgelopen terwijl [medeverdachte] op de uitkijk is blijven staan. Tot slot hebben verdachte en [medeverdachte] beiden gebruik gemaakt van de gestolen accu's om daarmee de bus van verdachte te starten.
Oordeel van de rechtbank
Bewezenverklaring
De rechtbank acht het onder 1, 2 primair, 3 primair en 4 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte deze feiten duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde
1. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 31 januari 2018, opgenomen op pagina 436 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2018025225 d.d. 27 november 2018, inhoudend de verklaring van verdachte;
2. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte d.d. 5 januari 2018, opgenomen op pagina 290 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van
Ten aanzien van het onder 2 primair ten laste gelegde
1. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 2 februari 2018, opgenomen op pagina 442 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van verdachte;
2. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte, waarvan een vertaling aan het dossier is toegevoegd, d.d. 11 januari 2018, opgenomen op pagina 311 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [benadeelde partij 2] ;
3. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 januari 2018, opgenomen op 29 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van verbalisanten;
4. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal onderzoek shovels d.d. 7 maart 2018, opgenomen op 94 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van verbalisant;
5. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal d.d. 14 februari 2018, opgenomen op 51 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van verbalisant;
6. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal pv van verslag prints 12-01-2018 d.d. 6 juni 2018, opgenomen op 183 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van verbalisant;
7. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal uitkijken camerabeelden 11 januari 2018 d.d. 21 juni 2018, opgenomen op 219 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van verbalisanten.
Ten aanzien van het onder 3 primair ten laste gelegde
1. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 2 februari 2018, opgenomen op pagina 442 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van verdachte;
2. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte, waarvan een vertaling aan het dossier is toegevoegd, d.d. 12 april 2018, opgenomen op pagina 367 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [benadeelde partij 5] ;
3. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 januari 2018, opgenomen op 29 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van verbalisanten;
4. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal onderzoek shovels d.d. 7 maart 2018, opgenomen op 94 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van verbalisant;
5. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal d.d. 14 februari 2018, opgenomen op 51 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van verbalisant;
6. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal pv van verslag prints 12-01-2018 d.d. 6 juni 2018, opgenomen op 183 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van verbalisant;
7. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal uitkijken camerabeelden 11 januari 2018 d.d. 21 juni 2018, opgenomen op 219 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van verbalisanten.
Ten aanzien van het onder 4 primair ten laste gelegde
1. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 2 februari 2018, opgenomen op pagina 442 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van verdachte;
2. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte, waarvan een vertaling aan het dossier is toegevoegd, d.d. 20 februari 2018, opgenomen op pagina 374 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [benadeelde partij 6] ;
3. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 januari 2018, opgenomen op 31 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van verbalisanten;
4. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal d.d. 14 februari 2018, opgenomen op 51 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van verbalisant.
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende.
Vrijspraak medeplegen van het onder 1 ten laste gelegde
Op grond van de hiervoor aangehaalde bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat het tezamen en in vereniging plegen van de diefstal van de accu's niet bewezen kan worden. Gelet op de camerabeelden is alleen verdachte het bedrijfsterrein gelegen aan de [straatnaam] te Winschoten opgegaan. De accu's zijn vervolgens door verdachte meegenomen en zijn gebruikt om de bus van verdachte te starten. Uiteindelijk zijn de accu's ook bij verdachte thuis in beslag genomen. Medeverdachte [medeverdachte] heeft ontkend dat hij iets met de diefstal te maken heeft. Volgens verdachte kwam het plan om de accu's te stelen van [medeverdachte] en heeft verdachte met betrekking tot de vraag of [medeverdachte] op de uitkijk stond bij de politie verklaard dat [medeverdachte] wel even buiten heeft gestaan. Dat is echter niet voldoende om tot het oordeel te komen dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en [medeverdachte] . De rechtbank zal verdachte daarom van dit onderdeel van het onder 1 ten laste gelegde vrijspreken.