ECLI:NL:RBNNE:2021:1111

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
2 april 2021
Publicatiedatum
2 april 2021
Zaaknummer
18/259696-19
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstekveroordeling voor diefstal van accu's en shovels in vereniging

Op 2 april 2021 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die bij verstek is veroordeeld voor meerdere diefstallen. De verdachte, geboren in 1983 en zonder vaste woon- of verblijfplaats, was beschuldigd van diefstal van twee accu's en drie shovels, evenals typeplaatjes, gepleegd in Duitsland en Nederland tussen december 2017 en januari 2018. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met medeverdachten handelde, maar heeft de nauwe samenwerking in de diefstal van de accu's niet bewezen geacht. De verdachte heeft de feiten bekend, wat leidde tot een bewezenverklaring van de diefstallen. De officier van justitie had een taakstraf van 180 uur geëist, en de rechtbank heeft deze eis gevolgd, rekening houdend met de ernst van de feiten en het strafblad van de verdachte. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 180 uur, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien de taakstraf niet naar behoren wordt verricht. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, waarbij de rechtbank de artikelen 9, 22c, 22d, 57, 63, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht heeft toegepast.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Groningen
parketnummer 18/259696-19
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 2 april 2021 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1983 te [geboorteplaats] ,
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 22 maart 2021. Tegen de niet verschenen verdachte is verstek verleend. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. N. Tromp.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 29 december 2017 te Winschoten, gemeente Oldambt, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, vanaf een bedrijfsterrein gelegen aan de [straatnaam] , accu's, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [benadeelde partij 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2.
hij in of omstreeks de periode van 10 januari 2018 tot en met 11 januari 2018 te Schüttorf, in ieder geval in Duitsland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een shovel (merk Volvo, type L30), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [benadeelde partij 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
althans, indien ter zake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
[medeverdachte] en/of een onbekend gebleven persoon, in of omstreeks de periode van 10 januari 2018 tot en met 11 januari 2018 te Schüttorf, althans in Duitsland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een shovel (merk Volvo, type L30), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan die [medeverdachte] en/of onbekend gebleven persoon toebehoorde, te weten aan [benadeelde partij 2] , heeft/hebben weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 10 januari 2018 tot en met 29 januari 2018 te Winschoten, gemeente Oldambt en/of te Schüttorf, althans in Duitsland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of behulpzaam is geweest, door een loods aan de [straatnaam] te Winschoten te huren en/of die loods aan die [medeverdachte] en/of onbekend gebleven persoon ter beschikking te stellen teneinde de weggenomen shovel te stallen/op te slaan en/of door die [medeverdachte] en/of onbekend gebleven persoon met een door verdachte gehuurde en/of bestuurde BE-trekker, althans een voertuig, naar de plaats van het misdrijf (Schüttorf, althans Duitsland) te vervoeren en/of die [medeverdachte] en/of onbekend gebleven persoon en/of de bovengenoemde shovel van de plaats van het misdrijf (Schüttorf, althans Duitsland) naar Winschoten, althans Nederland, te vervoeren;
3.
hij in of omstreeks de periode van 11 januari 2018 tot en met 12 januari 2018, te Düsseldorf, in ieder geval in Duitsland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een shovel (merk Volvo, type L25), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [benadeelde partij 3] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
althans, indien ter zake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
[medeverdachte] en/of een onbekend gebleven persoon, in of omstreeks de periode van 11 januari 2018 tot en met 12 januari 2018 te Düsseldorf, althans in Duitsland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een shovel (merk Volvo, type L25), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan die [medeverdachte] en/of onbekend gebleven persoon toebehoorde, te weten aan [benadeelde partij 3] , heeft/hebben weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 11 januari 2018 tot en met 29 januari 2018 te Winschoten, gemeente Oldambt en/of te Düsseldorf, althans in Duitsland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of behulpzaam is geweest, door een loods aan de [straatnaam] te Winschoten te huren en/of die loods aan die [medeverdachte] en/of onbekend gebleven persoon ter beschikking te stellen teneinde de weggenomen shovel te stallen/op te slaan en/of door die [medeverdachte] en/of onbekend gebleven persoon met een door verdachte gehuurde en/of bestuurde BE-trekker, althans een voertuig, naar de plaats van het misdrijf (Düsseldorf, althans Duitsland) te vervoeren en/of die [medeverdachte] en/of onbekend gebleven persoon en/of de bovengenoemde shovel van de plaats van het misdrijf (Düsseldorf, althans Duitsland) naar Winschoten, althans Nederland, te vervoeren;
4.
hij in of omstreeks de periode van 19 januari 2018 tot en met 20 januari 2018 te Eschweiler, althans in Duitsland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, één of meer typeplaatjes, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [benadeelde partij 4] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
althans, indien ter zake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
[medeverdachte] en/of een onbekend gebleven persoon, in of omstreeks de periode van 19 januari 2018 tot en met 20 januari 2018 te Eschweiler, althans in Duitsland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, één of meer typeplaatjes, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan die [medeverdachte] en/of onbekend gebleven persoon toebehoorde, te weten aan [benadeelde partij 4] , heeft/hebben weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 19 januari 2018 tot en met 29 januari 2018 te Winschoten, gemeente Oldambt en/of te Eschweiler, althans in Duitsland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of behulpzaam is geweest, door een loods aan de [straatnaam] te Winschoten te huren en/of die loods aan die [medeverdachte] en/of onbekend gebleven persoon ter beschikking te stellen en/of door die [medeverdachte] en/of onbekend gebleven persoon met een door verdachte gehuurde en/of bestuurde BE-trekker, althans een voertuig, naar de plaats van het misdrijf (Eschweiler, althans Duitsland) te vervoeren en/of die [medeverdachte] en/of onbekend gebleven persoon en/of de bovengenoemde typeplaatjes van de plaats van het misdrijf (Eschweiler, althans Duitsland) naar Winschoten, althans Nederland, te vervoeren.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor het onder 1, 2 primair, 3 primair en 4 primair ten laste gelegde. Met betrekking tot feit 1 heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat er sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte] . [medeverdachte] is met het plan gekomen om de accu's te stelen. Vervolgens zijn [medeverdachte] en verdachte beiden richting de loods aan de [straatnaam] te Winschoten gelopen. Verdachte is onder het hek doorgekropen en is het bedrijfsterrein opgelopen terwijl [medeverdachte] op de uitkijk is blijven staan. Tot slot hebben verdachte en [medeverdachte] beiden gebruik gemaakt van de gestolen accu's om daarmee de bus van verdachte te starten.
Oordeel van de rechtbank
Bewezenverklaring
De rechtbank acht het onder 1, 2 primair, 3 primair en 4 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte deze feiten duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde
1. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 31 januari 2018, opgenomen op pagina 436 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2018025225 d.d. 27 november 2018, inhoudend de verklaring van verdachte;
2. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte d.d. 5 januari 2018, opgenomen op pagina 290 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van
[getuige] .
Ten aanzien van het onder 2 primair ten laste gelegde
1. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 2 februari 2018, opgenomen op pagina 442 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van verdachte;
2. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte, waarvan een vertaling aan het dossier is toegevoegd, d.d. 11 januari 2018, opgenomen op pagina 311 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [benadeelde partij 2] ;
3. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 januari 2018, opgenomen op 29 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van verbalisanten;
4. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal onderzoek shovels d.d. 7 maart 2018, opgenomen op 94 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van verbalisant;
5. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal d.d. 14 februari 2018, opgenomen op 51 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van verbalisant;
6. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal pv van verslag prints 12-01-2018 d.d. 6 juni 2018, opgenomen op 183 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van verbalisant;
7. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal uitkijken camerabeelden 11 januari 2018 d.d. 21 juni 2018, opgenomen op 219 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van verbalisanten.
Ten aanzien van het onder 3 primair ten laste gelegde
1. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 2 februari 2018, opgenomen op pagina 442 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van verdachte;
2. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte, waarvan een vertaling aan het dossier is toegevoegd, d.d. 12 april 2018, opgenomen op pagina 367 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [benadeelde partij 5] ;
3. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 januari 2018, opgenomen op 29 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van verbalisanten;
4. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal onderzoek shovels d.d. 7 maart 2018, opgenomen op 94 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van verbalisant;
5. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal d.d. 14 februari 2018, opgenomen op 51 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van verbalisant;
6. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal pv van verslag prints 12-01-2018 d.d. 6 juni 2018, opgenomen op 183 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van verbalisant;
7. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal uitkijken camerabeelden 11 januari 2018 d.d. 21 juni 2018, opgenomen op 219 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van verbalisanten.
Ten aanzien van het onder 4 primair ten laste gelegde
1. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 2 februari 2018, opgenomen op pagina 442 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van verdachte;
2. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte, waarvan een vertaling aan het dossier is toegevoegd, d.d. 20 februari 2018, opgenomen op pagina 374 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [benadeelde partij 6] ;
3. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 januari 2018, opgenomen op 31 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van verbalisanten;
4. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal d.d. 14 februari 2018, opgenomen op 51 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van verbalisant.
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende.
Vrijspraak medeplegen van het onder 1 ten laste gelegde
Op grond van de hiervoor aangehaalde bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat het tezamen en in vereniging plegen van de diefstal van de accu's niet bewezen kan worden. Gelet op de camerabeelden is alleen verdachte het bedrijfsterrein gelegen aan de [straatnaam] te Winschoten opgegaan. De accu's zijn vervolgens door verdachte meegenomen en zijn gebruikt om de bus van verdachte te starten. Uiteindelijk zijn de accu's ook bij verdachte thuis in beslag genomen. Medeverdachte [medeverdachte] heeft ontkend dat hij iets met de diefstal te maken heeft. Volgens verdachte kwam het plan om de accu's te stelen van [medeverdachte] en heeft verdachte met betrekking tot de vraag of [medeverdachte] op de uitkijk stond bij de politie verklaard dat [medeverdachte] wel even buiten heeft gestaan. Dat is echter niet voldoende om tot het oordeel te komen dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en [medeverdachte] . De rechtbank zal verdachte daarom van dit onderdeel van het onder 1 ten laste gelegde vrijspreken.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder 1, 2 primair, 3 primair en 4 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1.
hij op 29 december 2017 te Winschoten, vanaf een bedrijfsterrein gelegen aan de [straatnaam] , accu's, die toebehoorden aan [benadeelde partij 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om die zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2. primair
hij in de periode van 10 januari 2018 tot en met 11 januari 2018 te Schüttorf tezamen en in vereniging met anderen een shovel (merk Volvo, type L30), die toebehoorde aan [benadeelde partij 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om die zich wederrechtelijk toe te eigenen;
3. primair
hij in de periode van 11 januari 2018 tot en met 12 januari 2018 te Düsseldorf tezamen en in vereniging met anderen een shovel (merk Volvo, type L25), die toebehoorde aan [benadeelde partij 3] , heeft weggenomen met het oogmerk om die zich wederrechtelijk toe te eigenen;
4. primair
hij omstreeks de periode van 19 januari 2018 tot en met 20 januari 2018 te Eschweiler tezamen en in vereniging met anderen typeplaatjes, die toebehoorden aan [benadeelde partij 4] , heeft weggenomen met het oogmerk om die zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
1. diefstal
2. primair diefstal door twee of meer verenigde personen
3. primair diefstal door twee of meer verenigde personen
4. primair diefstal door twee of meer verenigde personen
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het onder 1, 2 primair, 3 primair en 4 primair ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een taakstraf van 180 uur.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het strafdossier, het verdachte betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan meerdere diefstallen. Verdachte en de medeverdachten zijn een aantal keren naar Duitsland gegaan om op zoek te gaan naar shovels en typeplaatjes. Vervolgens zijn ze op een andere dag weer teruggekomen met een BE trekker met aanhangwagen om de shovels op te laden en mee terug te nemen naar een door verdachte gehuurde loods in Winschoten. In de loods hebben zij vervolgens op meerdere manieren geprobeerd om de werkelijke identiteit en afkomst van de shovels te verhullen. Verdachte is doordacht en geraffineerd te werk gegaan en heeft hiermee blijk gegeven geen respect te hebben voor andermans eigendom.
De rechtbank heeft tevens in aanmerking genomen dat verdachte, blijkens het hem betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie van 19 februari 2021, voorafgaand aan onderhavige feiten, één keer eerder (onherroepelijk) is veroordeeld voor een vermogensdelict, maar dit betreft een ouder feit.
In de oriëntatiepunten van het LOVS wordt voor diefstal van een groter vervoermiddel, zoals een vrachtwagen, een gevangenisstraf van drie maanden als oriëntatiepunt gehanteerd. De rechtbank heeft in strafverminderende zin rekening gehouden met het tijdsverloop in deze zaak. De rechtbank zal daarom de eis van de officier van justitie volgen.
Alles overwegend zal de rechtbank een onvoorwaardelijke taakstraf van 180 uur aan verdachte opleggen.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 9, 22c, 22d, 57, 63, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het onder 1, 2 primair, 3 primair en 4 primair ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een taakstraf voor de duur van 180 uren.

Beveelt dat voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis voor de duur van 90 dagen zal worden toegepast.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf geheel in mindering zal worden gebracht naar de maatstaf van 2 uren per dag inverzekeringstelling.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.J. Schuth, voorzitter, mr. H.R. Bracht en mr. J.H.S. Kroeze, rechters, bijgestaan door mr. G. Langius, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 2 april 2021.
Mr. J.H.S. Kroeze is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.