Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte],
Tenlastelegging
Beoordeling van het bewijs
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
1 subsidiair. mishandeling
2 subsidiair. mishandeling
3 subsidiair. mishandeling
4 subsidiair. mishandeling
5 subsidiair. mishandeling
Strafbaarheid van verdachte
Benadeelde partij
1. [slachtoffer 1], tot een bedrag van € 454,64 ter zake van materiële schade en € 850,- ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
2. [slachtoffer 2], tot een bedrag van € 97,79 ter vergoeding van materiële schade en € 1050,- ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
3. [slachtoffer 3], tot een bedrag van € 1540,14 ter vergoeding van materiële schade en
Toepassing van wetsartikelen
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.
Uitspraak
De rechtbank
[slachtoffer 1]in zijn vordering niet-ontvankelijk is en dat deze slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
[slachtoffer 2]in haar vordering niet-ontvankelijk is en dat deze slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
[slachtoffer 3]in haar vordering niet-ontvankelijk is en dat deze slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
[slachtoffer 4]in zijn vordering niet-ontvankelijk is en dat deze slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
[slachtoffer 5]in zijn vordering niet-ontvankelijk is en dat deze slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.