Op 30 maart 2021 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich eind 2016 samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan verduistering van een minishovel en twee laser-meetapparaten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, door de gehuurde goederen niet te retourneren, de belangen van de verhuurders heeft geschaad. De verdachte is bijgestaan door zijn advocaat, mr. G. Meijer, terwijl het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. L.G. de Graaf. Tijdens de zitting op 16 maart 2021 heeft de verdachte zijn betrokkenheid bij de feiten erkend, maar de rechtbank oordeelde dat de enkele omstandigheid dat hij zich als bonafide huurder heeft voorgedaan, niet voldoende was voor een veroordeling voor oplichting. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het primair ten laste gelegde, maar achtte de feiten 1 subsidiair en 2 primair wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn gezondheidstoestand en het tijdsverloop sinds de feiten. Uiteindelijk is de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 100 uren, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien deze taakstraf niet naar behoren wordt verricht.