ECLI:NL:RBNNE:2021:1003
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van witwassen in strafzaak tegen verdachte
Op 29 maart 2021 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, zittende in Groningen, uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van witwassen. De zaak, geregistreerd onder parketnummer 18/730281-19, werd behandeld door de meervoudige kamer van de Noordelijke Fraudekamer. Tijdens de zitting op 18 maart 2021 was de verdachte niet aanwezig, maar zijn advocaat, mr. J.G.M. Dassen, was wel aanwezig en verklaarde dat hij tot de verdediging was gemachtigd. Het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. J. Hoekman.
De tenlastelegging betrof het verwerven, voorhanden hebben, overdragen en omzetten van geldbedragen die vermoedelijk afkomstig waren uit misdrijven. De bedragen varieerden van 854,60 euro tot 944,60 euro, en de feiten zouden zich hebben voorgedaan in de periode van 9 tot en met 12 juli 2017, op verschillende locaties in Nederland.
Na beoordeling van het bewijs kwam de rechtbank tot de conclusie dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen kon worden. Zowel de officier van justitie als de verdediging waren van mening dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. De rechtbank sprak de verdachte dan ook vrij van alle tenlastegelegde feiten. De uitspraak werd gedaan door mr. W.S. Sikkema, voorzitter, samen met mr. S. Timmermans en mr. H. Brouwer, en werd officieel vastgelegd door griffier mr. R.G. Bakker-Dees.