Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Procesverloop
2.Motivering
€ 72,00(1 punt x € 72,-)
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de besloten vennootschap Ziggo B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij, die verstek heeft laten verlenen. Ziggo vorderde betaling van € 406,97, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De kantonrechter heeft op 4 februari 2020 een eindvonnis gewezen, nadat eerder op 10 december 2019 een tussenvonnis was uitgesproken waarin Ziggo werd verzocht om aanvullende informatie te verstrekken over de gevorderde kosten.
Tijdens de zitting op 7 januari 2020 heeft Ziggo een akte overgelegd met specificaties van de vordering. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Ziggo twee soorten kosten in rekening heeft gebracht: incassokosten van € 25,- en afsluitkosten van € 20,-. De kantonrechter heeft de afsluitkosten afgewezen, omdat Ziggo niet voldoende onderbouwd had waarom deze kosten in rekening mochten worden gebracht.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de hoofdsom van de vordering € 349,94 bedraagt, na creditering van eerdere kosten. De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zijn toegewezen, maar de wettelijke rente over de te hoge hoofdsom is afgewezen. De gedaagde partij is veroordeeld tot betaling van in totaal € 379,43, vermeerderd met wettelijke rente, en tot betaling van de proceskosten van € 278,18. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.