Op 6 februari 2020 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel op basis van artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had een verzoek ingediend tot voortzetting van deze maatregel voor een betrokkene die lijdt aan anorexia nervosa. De rechtbank heeft kennisgenomen van het verzoekschrift dat op 3 februari 2020 is ingekomen, evenals van de bijlagen, waaronder een medische verklaring en een afschrift van de beslissing van de burgemeester tot het nemen van de crisismaatregel.
Tijdens de mondelinge behandeling, die plaatsvond bij de GGZ Friesland, zijn verschillende personen gehoord, waaronder de betrokkene en haar advocaat, mr. M.J. Buitenhuis. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene zich verzet tegen verplichte zorg en dat zij zich heeft aangemeld voor verschillende behandeltrajecten, maar daar niet voor is toegelaten. De rechtbank concludeert dat de verplichte zorg niet doelmatig is, omdat bij anorexia nervosa vrijwillige medewerking aan behandeling essentieel is. De rechtbank spreekt de hoop uit dat de betrokkene spoedig de juiste vrijwillige hulp zal ontvangen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel afgewezen, met de overweging dat de zorgen over de gezondheidstoestand van de betrokkene zeer ernstig zijn, maar dat gedwongen zorg averechts zal werken. De beschikking is mondeling gegeven door rechter G.J. Baken en op 7 februari 2020 schriftelijk uitgewerkt.