ECLI:NL:RBNNE:2020:904
Rechtbank Noord-Nederland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling op grond van de Wet zorg en dwang
Op 10 februari 2020 heeft de Rechtbank Noord-Nederland een beschikking gegeven in een zaak betreffende een verzoek om een rechterlijke machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling van een cliënt, ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). De cliënt, die lijdt aan frontotemporale lobaire degeneratie, kon niet zelf worden gehoord vanwege haar symptomen. De rechtbank heeft kennisgenomen van het verzoekschrift dat op 6 februari 2020 bij de griffie is ingekomen, evenals van de beschikking van de burgemeester en de medische verklaring, beide gedateerd op 5 februari 2020.
Tijdens de mondelinge behandeling op 10 februari 2020, die plaatsvond in het verpleeghuis waar de cliënt verblijft, zijn verschillende personen gehoord, waaronder de cliënt zelf, bijgestaan door haar advocaat mr. H.W. de Jong, en een basisarts. De basisarts heeft aangegeven dat de cliënt niet aanwezig wilde zijn bij de behandeling. De rechter heeft vastgesteld dat de cliënt niet in staat was om te worden gehoord en heeft besloten om naar haar toe te gaan.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, wat betekent dat de rechterlijke machtiging niet kan worden afgewacht. Het gedrag van de cliënt, dat als gevolg van haar psychogeriatrische aandoening onvoorspelbaar en agressief is, heeft geleid tot incidenten waarbij familieleden en hulpverleners betrokken waren. De rechtbank oordeelt dat de voortzetting van de inbewaringstelling noodzakelijk is om het ernstig nadeel te voorkomen. De machtiging is verleend voor de duur van zes weken, tot en met 23 maart 2020.