ECLI:NL:RBNNE:2020:75
Rechtbank Noord-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake omgevingsvergunning voor tapasrestaurant
Op 9 januari 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening met betrekking tot een omgevingsvergunning voor de vestiging van een tapasrestaurant. Verzoekers, omwonenden van het restaurant, hebben bezwaar gemaakt tegen de verleende vergunning en vroegen de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, omdat zij geuroverlast en een toename van parkeerdruk vrezen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er een spoedeisend belang is, aangezien de vergunninghouder al gebruik maakt van de vergunning.
De voorzieningenrechter overweegt echter dat er meerdere beroepen aanhangig zijn tegen het bestreden besluit en dat het niet uitgesloten is dat de afhandeling van het onderhavige beroep invloed kan hebben op de andere aanhangige beroepen. Daarom heeft de voorzieningenrechter besloten geen toepassing te geven aan artikel 8:86 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), wat betekent dat er geen onmiddellijke uitspraak in de hoofdzaak wordt gedaan. De rechtbank is voornemens om het beroep van verzoekers op een latere zitting te behandelen.
In de overwegingen van de voorzieningenrechter wordt benadrukt dat verzoekers niet aannemelijk hebben gemaakt dat er op dit moment sprake is van een onevenredige aantasting van hun woon- en leefklimaat. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat de geuroverlast en parkeeroverlast niet voldoende zijn aangetoond. De voorzieningenrechter concludeert dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling en dat tegen deze uitspraak geen rechtsmiddel openstaat.