ECLI:NL:RBNNE:2020:665
Rechtbank Noord-Nederland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging schriftelijke aanwijzing door de kinderrechter in een jeugdzorgzaak
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 12 februari 2020 een beschikking gegeven met betrekking tot de bekrachtiging van een schriftelijke aanwijzing van de gecertificeerde instelling (GI) voor jeugdzorg. De zaak betreft de minderjarige [de minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2014, die onder toezicht staat van de GI, vertegenwoordigd door [jeugdzorgwerker 1] en [jeugdzorgwerker 2]. De ouders van [de minderjarige], de vader en de moeder, zijn betrokken bij de procedure. De vader heeft wantrouwen jegens de GI en weigert samen te werken, wat leidt tot zorgen over de ontwikkeling van [de minderjarige]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de vader niet heeft voldaan aan de schriftelijke aanwijzing van de GI, die hem verplichtte om in gesprek te gaan met de GI en zicht te geven op [de minderjarige]. De kinderrechter oordeelt dat de schriftelijke aanwijzing in het belang van [de minderjarige] is en bekrachtigt deze. De kinderrechter benadrukt het belang van samenwerking tussen de vader en de GI en waarschuwt dat bij gebrek aan samenwerking een uithuisplaatsing van [de minderjarige] kan volgen. De beschikking is openbaar uitgesproken en ondertekend door de kinderrechter.