Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Het procesverloop
2.De beoordeling
3.De beslissing
[cliënt] ,geboren op [geboortedatum] 1933;
Rechtbank Noord-Nederland
Op 12 februari 2020 heeft de Rechtbank Noord-Nederland een beschikking gegeven in een zaak betreffende de aanvraag van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een cliënt, geboren in 1933, die lijdt aan een psychogeriatrische aandoening, specifiek vasculaire dementie. De aanvraag was ingediend op 31 januari 2020, met bijlagen waaronder medische verklaringen van zorgverleners. Tijdens de mondelinge behandeling op 11 februari 2020 zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de cliënt, zijn echtgenote en een casemanager van de thuiszorg. De rechtbank heeft vastgesteld dat de cliënt ernstig nadeel ondervindt door zijn aandoening, wat leidt tot lichamelijk letsel, psychische schade en verwaarlozing. Ondanks pogingen tot vrijwillige opname, verzet de cliënt zich hiertegen, wat de noodzaak van een rechterlijke machtiging onderstreept. De rechtbank oordeelt dat de aanvraag van de huisarts, die niet expliciet in de wet is genoemd als aanvraaggerechtigde, toch geldig is, omdat de wet een ruime interpretatie van zorgaanbieders toestaat. De rechtbank verleent de machtiging voor een periode van zes maanden, tot en met 12 augustus 2020.