ECLI:NL:RBNNE:2020:524
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Medeplegen van gewoontewitwassen door verdachte met behulp van een derde, waarbij geldbedragen afkomstig van oplichting via Marktplaats werden gewitwashed
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 11 februari 2020 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan gewoontewitwassen. De verdachte, geboren in 1993 en thans gedetineerd, heeft samen met een medeverdachte gedurende een lange periode geldbedragen gewitwashed die afkomstig waren van slachtoffers die via Marktplaats waren opgelicht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 25 februari 2013 tot en met 13 juni 2014 meermalen geldbedragen heeft verworven en omgezet, terwijl hij wist dat deze afkomstig waren uit misdrijf. De verdachte heeft zijn bankrekening ter beschikking gesteld aan een derde, die hem vroeg om geld op te nemen en over te dragen, waarvoor hij een kleine vergoeding ontving. De rechtbank oordeelde dat de verdachte bewust de kans heeft aanvaard dat de op zijn rekening gestorte bedragen van misdrijf afkomstig waren, en dat hij door zijn handelen de integriteit van het financiële verkeer heeft aangetast.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden, met een proeftijd van één jaar. Bij de strafoplegging is rekening gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn en eerdere veroordelingen van de verdachte. De rechtbank heeft geoordeeld dat de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is begaan, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf rechtvaardigen, maar heeft om redenen van proportionaliteit en eerdere veroordelingen gekozen voor een voorwaardelijke straf. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.