ECLI:NL:RBNNE:2020:5209
Rechtbank Noord-Nederland
- Herziening
- F. Sijens
- M.J. 't Hart
- Rechtspraak.nl
Herziening van uitspraken van de voorzieningenrechter in bestuursrechtelijke zaken
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 28 mei 2020 uitspraak gedaan in de herzieningsverzoeken van een verzoeker tegen eerdere uitspraken van de voorzieningenrechter. De verzoeker had op 24 oktober 2018, 14 mei 2019 en 27 augustus 2019 verzoeken om voorlopige voorzieningen ingediend, waarop de voorzieningenrechter had geoordeeld. Op 8 december 2019 verzocht de verzoeker om herziening van deze eerdere uitspraken.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen uiteengezet dat herziening van een onherroepelijke uitspraak alleen mogelijk is op basis van feiten of omstandigheden die vóór de uitspraak hebben plaatsgevonden, niet bekend waren bij de indiener en die, indien ze eerder bekend waren geweest, tot een andere uitspraak zouden hebben geleid. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de eerdere uitspraken zijn gedaan op basis van artikel 8:84, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en niet op basis van de artikelen die herziening mogelijk maken.
Daarom heeft de voorzieningenrechter geconcludeerd dat hij onbevoegd is om het herzieningsverzoek te behandelen, omdat de uitspraken waar het verzoek zich tegen richt niet zijn gedaan op grond van de relevante bepalingen die herziening toestaan. De uitspraak is gedaan zonder zitting, en de voorzieningenrechter heeft aangegeven dat er geen rechtsmiddel openstaat tegen deze beslissing. De uitspraak is bekendgemaakt in het kader van de coronamaatregelen, waardoor deze niet op een openbare zitting is uitgesproken.