ECLI:NL:RBNNE:2020:5021
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Wraking van een rechter in een civiele procedure met betrekking tot spoedeisendheid
Op 29 juli 2020 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Noord-Nederland een verzoek tot wraking afgewezen. Het verzoek was ingediend door een verzoekster, bijgestaan door mr. M. Schlepers, tegen mr. Th.A. Wiersma, de rechter in een aanhangige civiele procedure. De verzoekster had het wrakingsverzoek ingediend naar aanleiding van een processuele beslissing van de rechter, waarbij deze het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening als niet-spoedeisend had gekwalificeerd. De verzoekster stelde dat de rechter in zijn oordeel niet onpartijdig was en dat er schijn van vooringenomenheid bestond, omdat de behandeling van het verzoek tot voorlopige voorziening niet op een eerder moment had plaatsgevonden, ondanks herhaalde verzoeken van haar advocaat.
De rechtbank oordeelde dat de beslissing van de rechter om het verzoek niet als spoedeisend te kwalificeren een processuele beslissing was, waarover onvrede op zichzelf onvoldoende grond biedt voor wraking. De rechtbank benadrukte dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor vooringenomenheid. De rechtbank concludeerde dat de verzoekster geen feiten of omstandigheden had aangedragen die deze vrees objectief gerechtvaardigd maakten. Het verzoek tot wraking werd daarom kennelijk ongegrond verklaard, en de mondelinge behandeling werd achterwege gelaten.
De beslissing werd openbaar uitgesproken door de voorzitter en de leden van de wrakingskamer, en de griffier was niet in staat om de beslissing mede te ondertekenen.