ECLI:NL:RBNNE:2020:5020
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechter na einduitspraak in bestuursrechtelijke zaak
Op 29 juli 2020 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, uitspraak gedaan in een wrakingsprocedure. Het verzoek tot wraking was ingediend door een verzoeker, die zijn verzoek op 13 juli 2020 had ingediend en op 23 juli 2020 had aangevuld. Het verzoek was gericht tegen mr. C.H. de Groot, de rechter die betrokken was bij een eerdere zaak (LEE 20/1105) waarin op 23 april 2020 een einduitspraak was gedaan. De rechtbank oordeelde dat het verzoek tot wraking niet ontvankelijk was, omdat de wet geen mogelijkheid biedt tot wraking nadat er een einduitspraak is gedaan. De rechtbank benadrukte dat het recht op een mondelinge behandeling in dit geval niet van toepassing was, aangezien er geen gegrondheid voor het verzoek was. De beslissing werd genomen door de voorzitter, mr. R.B.M. Keurentjes, en de leden mrs. F. de Jong en T.M.L. Veen, in aanwezigheid van griffier mr. B.E. Oosterhout. De rechtbank heeft de verzoeker en de betrokken rechter onmiddellijk op de hoogte gesteld van deze beslissing.