Op 28 april 2020 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank ontving op 24 april 2020 een verzoekschrift van de officier van justitie, waarin werd verzocht om de voortzetting van de crisismaatregel voor een betrokkene met een verstandelijke handicap. Tijdens de mondelinge behandeling, die telefonisch plaatsvond op 28 april 2020, zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de betrokkene zelf en een psychiater. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, waaronder verstandelijke beperkingen en autismespectrumstoornissen, en dat de Wvggz niet van toepassing is, maar de Wet zorg en dwang (Wzd) wel. De psychiater verklaarde dat de verstandelijke beperking voorliggend is en dat voortzetting van de crisismaatregel geen toegevoegde waarde heeft. De rechtbank heeft daarom het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel afgewezen, omdat het verzoek niet op de juiste wetgeving was gebaseerd. De beschikking is mondeling gegeven door rechter G.J. Baken en is op 1 mei 2020 schriftelijk uitgewerkt.