ECLI:NL:RBNNE:2020:4824
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechter wegens vermeende vooringenomenheid in civiele procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 17 november 2020 uitspraak gedaan in een wrakingsprocedure. De verzoeker, aangeduid als [verzoeker], heeft mr. M. Griffioen gewraakt in verband met een tussenvonnis in een andere civiele procedure (zaakrolnummer 7817711 CV EXPL 19-5398). De verzoeker stelt dat mr. Griffioen in het tussenvonnis is uitgegaan van onjuiste gronden en dat de rechter een bepaalde richting heeft gegeven aan de zaak, waardoor er volgens hem geen sprake meer kan zijn van een onpartijdige beslissing. De rechtbank heeft het verzoek tot wraking ongegrond verklaard, omdat de verzoeker geen feiten of omstandigheden heeft aangedragen die de vrees voor vooringenomenheid objectief gerechtvaardigd maken. De rechtbank benadrukt dat de juistheid van de rechterlijke beslissing alleen in een hogere instantie kan worden beoordeeld en dat de wrakingsprocedure niet bedoeld is om de inhoud van een rechterlijke beslissing te toetsen. De rechtbank heeft besloten dat het verzoek tot wraking ongegrond is en dat de hoofdzaak voortgezet kan worden in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.