ECLI:NL:RBNNE:2020:4821
Rechtbank Noord-Nederland
- Wraking
- J. Edgar
- Mr. Th.A. Wiersma
- Mr. P.J. Duinkerken
- Mr. A. Jongsma
- Mr. E.A. Ruiter
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechter in de rechtbank Noord-Nederland
Op 25 augustus 2020 vond er een mondelinge behandeling plaats in de rechtbank Noord-Nederland te Groningen, waar een verzoek tot wraking werd ingediend door een verzoeker. De verzoeker, die anoniem is gebleven, stelde dat er een vast patroon is waarbij rechters in civiele en strafzaken niet lijdelijk zijn en dat er een groot aantal ambtsmisdrijven jegens hem zijn gepleegd door de rechtbank. Tijdens de zitting werd de verzoeker de gelegenheid geboden om zijn verzoek toe te lichten. Hij voegde hieraan toe dat hij ook de leden van de wrakingskamer wilde wraken, met de stelling dat de rechtbanken van Assen, Groningen en Leeuwarden hem onrecht hebben aangedaan en dat alle rechtszaken politiek gemotiveerd zijn.
De voorzitter van de wrakingskamer, Mr. Th.A. Wiersma, schorste de behandeling om later de beslissing van de wrakingskamer mee te delen. De wrakingskamer oordeelde dat het verzoek tot wraking van de leden van de wrakingskamer niet in behandeling kon worden genomen, omdat het verzoek te laat was ingediend. De uitnodiging voor de zitting was op 12 augustus 2020 verzonden, en verzoeker had vanaf dat moment de mogelijkheid om bezwaar te maken tegen de samenstelling van de wrakingskamer, wat hij niet had gedaan. Bovendien had de verzoeker geen specifieke gronden aangevoerd die betrekking hadden op de leden van de wrakingskamer.
De wrakingskamer concludeerde dat de verzoeker in algemene zin klaagde over eerdere procedures en dat hij niet had aangetoond dat er sprake was van (de schijn van) partijdigheid. De uitspraak op het verzoek tot wraking van Mr. Edgar werd vastgesteld op 2 september 2020, waarna de voorzitter de behandeling sloot.