ECLI:NL:RBNNE:2020:4817

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
28 april 2020
Publicatiedatum
13 januari 2021
Zaaknummer
172352
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) voor betrokkene met psychische stoornissen

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 28 april 2020 een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie, ten aanzien van een betrokkene die lijdt aan verschillende psychische stoornissen. De rechtbank heeft kennisgenomen van het verzoekschrift dat op 8 april 2020 is ingediend, vergezeld van diverse medische en justitiële documenten. De mondelinge behandeling vond telefonisch plaats, waarbij de betrokkene en zijn advocaat, mr. M. Rosema, aanwezig waren. De rechtbank oordeelde dat de huidige omstandigheden, waaronder de coronamaatregelen, het mogelijk maakten om de zaak op deze wijze te behandelen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan neurobiologische ontwikkelingsstoornissen, schizofreniespectrumstoornissen en verslavingsstoornissen, wat leidt tot ernstig nadeel voor zowel de betrokkene als de omgeving. De rechtbank concludeert dat verplichte zorg noodzakelijk is, omdat de betrokkene medicatie niet vrijwillig accepteert en er geen alternatieven zijn voor zorg op vrijwillige basis. De rechtbank verleent de zorgmachtiging voor een periode van zes maanden, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles. De rechtbank wijst het verzoek om de machtiging voor een kortere periode toe te wijzen af, omdat er geen reden is om aan te nemen dat de situatie over enkele maanden zal veranderen.

De beschikking is mondeling gegeven door rechter G.J. Baken en is op 1 mei 2020 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht
Locatie: Leeuwarden
Zaak-/rekestnr.: C/17/172352 / BZ RK 20-278
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 28 april 2020 naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[naam] ,
geboren op [datum] ,
wonende te [adres] ,
thans verblijvende GGZ Friesland, locatie [adres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. M. Rosema, kantoorhoudende te Leeuwarden.

1.Het procesverloop

1.1.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het verzoekschrift van de officier van justitie, ingekomen bij de griffie op 8 april 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de medische verklaring d.d. 3 april 2020;
- de zorgkaart met bijlagen d.d. 30 maart 2020;
- het zorgplan met bijlagen d.d. 30 maart 2020;
- de bevindingen van de geneesheer-directeur als bedoeld in 5:15 Wvggz;
- strafvorderlijke en justitiële gegevens als bedoeld in de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens;
- het door de geneesheer-directeur opgestelde voorstel voor een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 5:17 lid 4 Wvggz d.d. 8 april 2020;
- een uittreksel uit het curatele- en bewindregister;
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft telefonisch plaatsgevonden op
28 april 2020. Daarbij zijn de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door mr. M. Rosema;
- [naam] , psychiater, namens de zorgverantwoordelijke [naam] ;
- [naam] , arts assistent.
De officier van justitie is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.
1.3.
Vanwege het beleid van de Raad voor de rechtspraak om verspreiding van het coronavirus tegen te gaan, zoals dat op 16 maart 2020 op www.rechtspraak.nl is gepubliceerd, heeft er geen fysieke zitting plaatsgevonden. De betrokkenen zijn in de gelegenheid gesteld om door de rechtbank telefonisch gehoord te worden.
De rechtbank heeft, in aanwezigheid van de griffier, op 28 april 2020 betrokkenen gelijktijdig telefonisch gehoord. De rechtbank is van oordeel dat deze manier van horen
– gelet op de huidige uitzonderlijke omstandigheden – in deze zaak voldoende is om tot een goed oordeel te komen en zal daarom een beslissing nemen.

2.De beoordeling

2.1.
De rechter kan op verzoek van de officier van justitie een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Wanneer het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, mits er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er geen minder bezwarende alternatieven zijn, het verlenen van verplichte zorg evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen of de door een psychische stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen.
2.2.
Uit de overgelegde stukken en uit hetgeen tijdens de mondelinge behandeling naar voren is gekomen, is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van neurobiologische ontwikkelingsstoornissen (oa. verstandelijke beperkingen en
autismespectrumstoornissen), schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen en middelgerelateerde en verslavingsstoornissen.
2.3.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in:
  • ernstig lichamelijk letsel;
  • ernstige psychische schade;
  • de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept;
  • de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
2.4.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen of de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
Betrokkene accepteert medicatie niet vrijwillig en vertoonde in het verleden zorgmijdend gedrag. Ook is er sprake geweest van ontregeling na het staken van medicatie. Bovendien is het nodig dat betrokkene ook ambulant in contact blijft met het Fact en de afspraken met hen nakomt.
2.5.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur en bestaan uit:
  • het toedienen van vocht, voeding en medicatie voor de duur van zes maanden;
  • het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening, voor de duur van zes maanden;
  • beperken van de bewegingsvrijheid voor de duur van zes maanden;
  • insluiten voor de duur van zes maanden;
  • uitoefenen van toezicht op betrokkene voor de duur van zes maanden;
  • controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen voor de duur van zes maanden;
  • opnemen in een accommodatie voor de duur van zes maanden.
De rechtbank zal de verplichte zorg in de vorm van uitoefenen van toezicht op betrokkene niet toewijzen, omdat men blijkens de toelichting ter zitting doelt op het nakomen van afspraken met het Fact. De hulp vanuit het Fact betreft met name therapeutische hulp en gaat niet zozeer over dagbesteding. Deze vorm van verplichte zorg behoort onder de zorgmodaliteit 'toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis ter behandeling van een somatische aandoening'. De psychiater en de advocaat van betrokkene hebben ter zitting verklaard hiermee in te kunnen stemmen. Nu betrokkene zelf vrijwillig vocht en voeding tot zich neemt, is er geen noodzaak aanwezig om dit als vorm van verplichte zorg op te nemen.
2.6.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.7.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.8.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz.
2.9.
De advocaat verzoekt namens betrokkene de machtiging voor een kortere periode toe te wijzen, nu betrokkene de afgelopen weken al veel heeft bereikt. Betrokkene wil graag over drie of vier maanden bekijken hoe het er dan voor staat. De psychiater geeft hier desgevraagd op aan dat betrokkene aangeeft de medicatie niet nodig te hebben en op te zien tegen alle medicatie die hij moet gaan gebruiken. Medicatie valt echter onder verplichte zorg. Er is geen enkele reden om aan te nemen dat dit over een paar maanden veranderd is. Ook is er niet de verwachting dat de medicatie gewijzigd kan worden in de komende maanden. Daarnaast zijn de symptomen van de psychische stoornis al lange tijd aanwezig.
2.10.
De rechtbank volgt de verklaring van de psychiater dat er geen reden is om aan te nemen dat de discussie omtrent medicatie over drie of vier maanden anders zal zijn dan nu. De machtiging voor een kortere duur toewijzen heeft geen toegevoegde waarde, ook niet als extra toetsmoment. De zorgmachtiging zal derhalve worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden.

3.De beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[naam] ,
geboren op [datum] , inhoudende dat gedurende de geldigheid van de machtiging bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
  • het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen waaronder mede verstaan moet worden begeleiding vanuit het Fact-team, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • beperken van de bewegingsvrijheid;
  • insluiten;
  • controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
  • opnemen in een accommodatie.
3.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk 28 oktober 2020;
3.3.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is op 28 april 2020 mondeling gegeven door mr. G.J. Baken, rechter en in het openbaar uitgesproken bijgestaan door de griffier, en op 1 mei 2020 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.