Op 16 december 2020 heeft de Rechtbank Noord-Nederland een tussenbeschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie. De rechtbank heeft kennisgenomen van het verzoekschrift dat op 27 november 2020 is ingediend, met bijlagen waaronder medische verklaringen en zorgplannen. De mondelinge behandeling vond telefonisch plaats op 15 december 2020, waarbij de betrokkene, haar advocaat mr. P. Rijnsburger, en verschillende zorgprofessionals zijn gehoord. De officier van justitie was niet aanwezig, omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, wat leidt tot ernstig nadeel, waaronder verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. De rechtbank overweegt dat verplichte zorg noodzakelijk is, omdat de betrokkene niet in staat is om vrijwillig de benodigde medicatie in te nemen. De rechtbank heeft de officier van justitie en de advocaat van de betrokkene in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de duur van de zorgmachtiging, waarbij de mogelijkheid van een zorgmachtiging voor maximaal 24 maanden wordt overwogen. De rechtbank heeft de zaak aangehouden voor verdere beslissingen.