ECLI:NL:RBNNE:2020:475
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van opzettelijk invoeren van cocaïne en veroordeling voor opzettelijk verkopen van methadon
Op 7 februari 2020 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het opzettelijk invoeren van cocaïne en het opzettelijk verkopen van methadon. De rechtbank heeft geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was voor de beschuldiging van het opzettelijk invoeren van 393,50 gram cocaïne vanuit Aruba naar Nederland. De rechtbank concludeerde dat, hoewel er aanwijzingen waren dat de verdachte mogelijk op de hoogte was van een plan om de cocaïne te verzenden, er geen overtuigend bewijs was dat hij opzet had op de invoer of dat hij medeplichtig was. Daarom werd de verdachte integraal vrijgesproken van het eerste ten laste gelegde feit.
Ten aanzien van de tweede beschuldiging, het opzettelijk verkopen en afleveren van methadon, heeft de rechtbank echter wel bewezen geacht dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan dit feit. De rechtbank baseerde haar oordeel op verklaringen van de verdachte zelf en andere bewijsstukken die aantoonden dat hij methadon had verkocht aan andere gebruikers. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 dagen, gelijk aan de tijd die hij al in voorlopige hechtenis had doorgebracht. Daarnaast werd de in beslag genomen telefoon, merk Alcatel, verbeurd verklaard. De rechtbank hield rekening met de omstandigheden waaronder de feiten waren gepleegd en de persoonlijke situatie van de verdachte, die al lange tijd verslaafd was aan drugs.