ECLI:NL:RBNNE:2020:4553

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
15 december 2020
Publicatiedatum
23 december 2020
Zaaknummer
18-203807-20
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oplichting via Marktplaats met meerdere slachtoffers en valse identiteiten

In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Nederland op 15 december 2020 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan oplichting via Marktplaats. De verdachte heeft in de periode van 28 mei 2015 tot en met 24 november 2018 achttien slachtoffers opgelicht, waarbij in totaal een bedrag van € 2.970,40 is verduisterd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich heeft voorgedaan als verkoper van verschillende goederen, waaronder sneakers, een Playstation en concertkaarten, en daarbij gebruik heeft gemaakt van valse namen en e-mailadressen. De verdachte is niet verschenen tijdens de zitting, maar werd vertegenwoordigd door haar advocaat, mr. R.P. Eefting. Het openbaar ministerie was vertegenwoordigd door mr. T. Klooster.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 140 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden. Daarnaast is de verdachte verplicht gesteld om € 2.290,40 aan de Staat te betalen ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan oplichting, meermalen gepleegd, en dat er geen omstandigheden zijn die de strafbaarheid uitsluiten. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de eerdere veroordelingen van de verdachte voor soortgelijke feiten en de impact van haar daden op de slachtoffers.

De benadeelde partijen hebben vorderingen tot schadevergoeding ingediend, die door de rechtbank zijn toegewezen. De rechtbank heeft de vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer 1], [slachtoffer 2] en [slachtoffer 10] in zijn geheel toegewezen, met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan. De rechtbank heeft de verdachte ook verplicht om de kosten van de benadeelde partijen te vergoeden. De uitspraak is gedaan in het kader van de behandeling van strafzaken door de Noordelijke Fraudekamer van de rechtbank.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
Parketnummer: 18-203807-20
Vonnis van de meervoudige kamer, Noordelijke Fraudekamer, voor de behandeling van strafzaken d.d. 15 december 2020 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1991 te [geboorteplaats] ,
wonende [woonadres] te Groningen.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 1 december 2020.
Verdachte is niet verschenen; wel is verschenen mr. R.P. Eefting, advocaat te Assen, die verklaard heeft uitdrukkelijk tot de verdediging te zijn gemachtigd.
Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. T. Klooster.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
zij in of omstreeks de periode van 1 mei 2015 tot en met 30 november 2018 in de gemeente Groningen en/of elders in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens)
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, een of meer hierna te noemen persoon/personen heeft bewogen tot afgifte van een of meer hierna te noemen geldbedragen (in verband met na te noemen besteld(e) goed(eren), te weten:
- [slachtoffer 1] , 320 euro (voor een paar sneakers, aangifte A-001, p.91), en/of
- [slachtoffer 2] , 275 euro (voor een paar sneakers, aangifte A-005, p. 110), en/of
- [slachtoffer 3] , 150 euro (voor een Playstation, aangifte A-003, p. 117), en/of
- [slachtoffer 4] , 255 euro (voor concertkaarten, aangifte A-004, p. 129), en/of
- [slachtoffer 5] , 100 euro (voor een Airfryer, aangifte A-002, p. 154), en/of
- [slachtoffer 6] , 95 euro (voor een paar sneakers, aangifte A-014, p. 160), en/of
- [slachtoffer 7] , 318 euro (voor een leren jas, aangifte A-008, p. 167), en/of
- [slachtoffer 8] , 150 euro (voor een leren jas, aangifte A-010, p. 171), en/of
- [slachtoffer 9] , 107 euro (voor een Airfryer, aangifte A-017, p. 184), en/of
- [slachtoffer 10] , 85 euro (voor een Airfryer, aangifte A-018, p. 193), en/of
- [slachtoffer 11] , 270,40 euro (voor een Playstation, aangifte A-019, p. 199), en/of
- [slachtoffer 12] , 200 euro (voor concertkaarten, aangifte A-020, p. 203), en/of
- [slachtoffer 13] , 117 euro (voor een Airfryer, aangifte A-007, p. 215), en/of
- [slachtoffer 14] , 40 euro (voor een trui, aangifte A-009, p. 219), en/of
- [slachtoffer 15] , 81 euro (voor een Airfryer, aangifte A-011, p. 230), en/of
- [slachtoffer 16] , 120 euro (voor een Airfryer, aangifte A-012, p. 259), en/of
- [slachtoffer 17] , 137 euro (voor een paar sneakers, aangifte A-013, p. 271), en/of
- [slachtoffer 18] , 150 euro (voor een Airfryer, aangifte A-015, p. 276), en/of
in elk geval een of meer persoon/personen heeft bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid geld of enig goed,
immers heeft verdachte (telkens) tezamen en in vereniging met haar medeverdachte(n), althans alleen, met vorenomschreven oogmerk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid – zakelijk weergegeven –
-zich voorgedaan als aanbieder en/of verkoper van bovengenoemde goederen op de internetsite www.marktplaats.nl, en/of
- op die internetsite en/of in e-mailberichten gebruik gemaakt van een of meer valse namen, namelijk Stella L en/of Stemar en/of Keulen 334 en/of Stefanie en/of Loraina en/of Cheyen en/of Kylie en/of Fares en/of Abosenna en/of Dorinda en/of [valse naam 1] en/of [valse naam 2] en/of [valse naam 3] en/of
- daarbij gebruik gemaakt van een of meer (bijpassende) valse e-mailadressen, te weten
[mailadres 1] en/of [mailadres 2] en/of door Marktplaats gegenereerde e-mailadressen, en/of
- ( aldus) op marktplaats en/of via e-mail de indruk gewekt dat verdachte(n) bovengenoemde goederen in het bezit had en/of kon leveren of ter beschikking had, en/of
- voornoemde persoon/personen voorgehouden of beloofd bovengenoemd(e) goed(eren) te leveren na betaling en/of na overschrijving op het rekeningnummer [rekeningnummer 1] en/of [rekeningnummer 2] en/of [rekeningnummer 3] en/of [rekeningnummer 4] en/of [rekeningnummer 5] en/of [rekeningnummer 6] en/of [rekeningnummer 7] , en/of
- ( aldus) zich voorgedaan als bonafide verkoper,
waardoor bovengenoemde persoon/personen (telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte(n).

Beoordeling van het bewijs

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling van verdachte gevorderd van het ten laste gelegde. Uit de 18 aangiftes en de bekennende verklaring van verdachte blijkt dat zij de oplichtingen heeft begaan op de wijze zoals ten laste gelegd, met uitzondering van het medeplegen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank ten aanzien van het ten laste gelegde. Evenals de officier van justitie heeft de raadsman bepleit dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig is om te komen tot het medeplegen.
Het oordeel van de rechtbank [1]
De rechtbank acht het feit wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank volstaat ten aanzien van het bewezen verklaarde met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig het bepaalde in artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering, nu de verdachte het bewezen verklaarde duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend.
Uit de aangiftes van [slachtoffer 1] [2] , [slachtoffer 2] [3] , [slachtoffer 3] [4] , [slachtoffer 4] [5] , [slachtoffer 5] [6] , [slachtoffer 6] [7] , [slachtoffer 7] [8] , [slachtoffer 8] [9] , [slachtoffer 9] [10] , [slachtoffer 10] [11] , [slachtoffer 11] [12] , [slachtoffer 12] [13] , [slachtoffer 13] [14] , [slachtoffer 14] [15] , [slachtoffer 15] [16] , [slachtoffer 16] [17] , [slachtoffer 17] [18] en [slachtoffer 18] [19] , de processen-verbaal [20] , de verklaring van getuige [getuige] [21] en de bekennende verklaring van verdachte [22] blijkt genoegzaam dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op de wijze zoals hierna is bewezenverklaard.
De rechtbank is, evenals de officier van justitie en verdediging, van oordeel dat onvoldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig is voor het ten laste gelegde medeplegen, zodat van dit onderdeel van de tenlastelegging wordt vrijgesproken.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het feit wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
zij in de periode van 28 mei 2015 tot en met 24 november 2018 in de gemeente Groningen en/of elders in Nederland, meermalen,
telkens met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid, hierna te noemen personen heeft bewogen tot afgifte van hierna te noemen geldbedragen (in verband met na te noemen bestelde goederen), te weten:
- [slachtoffer 1] , 320 euro (voor een paar sneakers, aangifte A-001, p. 91), en
- [slachtoffer 2] , 275 euro (voor een paar sneakers, aangifte A-005, p. 110), en
- [slachtoffer 3] , 150 euro (voor een Playstation, aangifte A-003, p. 117), en
- [slachtoffer 4] , 255 euro (voor concertkaarten, aangifte A-004, p. 129), en
- [slachtoffer 5] , 100 euro (voor een Airfryer, aangifte A-002, p. 154), en
- [slachtoffer 6] , 95 euro (voor een paar sneakers, aangifte A-014, p. 160), en
- [slachtoffer 7] , 318 euro (voor een leren jas, aangifte A-008, p. 167), en
- [slachtoffer 8] , 150 euro (voor een jas, aangifte A-010, p. 171), en
- [slachtoffer 9] , 107 euro (voor een Airfryer, aangifte A-017, p. 184), en
- [slachtoffer 10] , 85 euro (voor een Airfryer, aangifte A-018, p. 193), en
- [slachtoffer 11] , 270,40 euro (voor een Playstation, aangifte A-019, p. 199), en
- [slachtoffer 12] , 200 euro (voor concertkaarten, aangifte A-020, p. 203), en
- [slachtoffer 13] , 117 euro (voor een Airfryer, aangifte A-007, p. 215), en
- [slachtoffer 14] , 40 euro (voor een trui, aangifte A-009, p. 219), en
- [slachtoffer 15] , 81 euro (voor een Airfryer, aangifte A-011, p. 230), en
- [slachtoffer 16] , 120 euro (voor een Airfryer, aangifte A-012, p. 259), en
- [slachtoffer 17] , 137 euro (voor een paar sneakers, aangifte A-013, p. 271), en
- [slachtoffer 18] , 150 euro (voor een Airfryer, aangifte A-015, p. 276), en
immers heeft verdachte telkens met vorenomschreven oogmerk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid – zakelijk weergegeven –
-zich voorgedaan als aanbieder en/of verkoper van bovengenoemde goederen op de internetsite www.marktplaats.nl, en
- op die internetsite en/of in e-mailberichten gebruik gemaakt van valse namen, namelijk Stella L en/of Stemar en/of Keulen 334 en/of Stefanie en/of Loraina en/of Cheyen en/of Kylie en/of Abosenna en/of Dorinda en/of [valse naam 1] en/of [valse naam 2] en/of [valse naam 3] en
- daarbij gebruik gemaakt van een of meer (bijpassende) valse e-mailadressen, te weten
[mailadres 1] en/of [mailadres 2] , en
- aldus op marktplaats en/of via e-mail de indruk gewekt dat verdachte bovengenoemde goederen in het bezit had en/of kon leveren of ter beschikking had, en
- voornoemde personen voorgehouden of beloofd bovengenoemde goederen te leveren na betaling en/of na overschrijving op het rekeningnummer [rekeningnummer 1] en/of [rekeningnummer 2] en/of [rekeningnummer 3] en/of [rekeningnummer 4] en/of [rekeningnummer 5] en/of [rekeningnummer 6] en/of [rekeningnummer 7] , en
- aldus zich voorgedaan als bonafide verkoper,
waardoor bovengenoemde personen (telkens) werden bewogen tot bovenomschreven afgiften.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
Oplichting, meermalen gepleegd.
Dit feit is strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het feit wordt veroordeeld tot een taakstraf van 140 uren, subsidiair 70 dagen hechtenis, alsmede een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden met een proeftijd van 2 jaren.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich aangesloten bij het standpunt van de officier van justitie. Ten aanzien van de hoogte van de taakstraf heeft de raadsman bepleit deze te matigen.
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de reclasseringsrapporten, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
Verdachte heeft zich in de periode van 28 mei 2015 tot en met 24 november 2018 schuldig gemaakt aan (Marktplaats)oplichting. Door haar handelen heeft zij achttien slachtoffers geld afhandig gemaakt (voor een bedrag van in totaal € 2.970,40) en in teleurstelling achtergelaten. Oplichtingspraktijken als de onderhavige schaden het vertrouwen in eerlijke handel en verstoren de werking van dergelijke toegankelijke en populaire handelsforums. De oplichting getuigt van brutaliteit en egoïsme. Verdachte heeft zich uitsluitend laten leiden door persoonlijk financieel gewin en heeft zich niet bekommerd om de gevolgen voor de betrokken potentiële kopers.
De rechtbank heeft kennisgenomen van een uittreksel justitiële documentatie van 10 november 2020, waaruit blijkt dat verdachte eerder en vaker wegens soortgelijke strafbare feiten is veroordeeld.
Het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (hierna: LOVS) heeft als oriëntatiepunt voor straftoemeting ten aanzien van strafzaken zoals thans aan de orde een gevangenisstraf tussen de 1 week en 2 maanden vastgesteld of een taakstraf. Daarbij gaat het om fraude met een benadelingsbedrag tot € 10.000,00.
In het voordeel van verdachte heeft de rechtbank het tijdsverloop in deze zaak meegewogen (hoewel geen sprake is van overschrijding van de redelijke termijn ex artikel 6 EVRM). Niet blijkt dat verdachte zich na deze feiten wederom schuldig heeft gemaakt aan strafbare feiten. Ook is rekening gehouden met artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht.
Alles afwegend acht de rechtbank een taakstraf van 140 uur, zoals door de officier van justitie is geëist, passend en geboden. Daarnaast zal de rechtbank ook een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden opleggen, om verdachte er van te weerhouden in de toekomst wederom strafbare feiten te plegen.

Benadeelde partij

De volgende personen hebben zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding:
1. [slachtoffer 1] , tot een bedrag van € 320,00 ter zake van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
2. [slachtoffer 2] , tot een bedrag van € 275,00 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
3. [slachtoffer 10] , tot een bedrag van € 90,00 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft toewijzing gevorderd van de gehele vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , te weten € 320,00 en € 275,00.
Ten aanzien van de benadeelde partij [slachtoffer 10] heeft de officier van justitie gedeeltelijke toewijzing gevorderd van de vordering, te weten € 85,00 conform het ten laste gelegde. Voor het overige dient de niet-ontvankelijkheid te volgen.
De officier van justitie heeft telkens de toepassing van de schadevergoedingsmaatregel gevorderd.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich aangesloten bij het standpunt van de officier van justitie.
Het oordeel van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partijen [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 10] de door hun gestelde schade hebben geleden en dat hun respectievelijk geleden schade een rechtstreeks gevolg is van het bewezen verklaarde. De vorderingen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] zijn niet betwist en dus in zijn geheel toewijsbaar. Ten aanzien van de vordering van [slachtoffer 10] merkt de rechtbank op dat uit de aangifte van [slachtoffer 10] blijkt dat zij (de niet geleverde Airfryer) in twee keer heeft betaald op 20 september 2018, te weten € 85,00 en € 5,00. [23] Hiervan heeft zij tevens rekeningafschriften overgelegd. [24] Ook deze vordering, die overigens niet is betwist, is dus toewijsbaar.
De wettelijke rente zal worden toegewezen over de gevorderde bedragen vanaf respectievelijk 30 juli 2018, ( [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] ) en 20 september 2018 ( [slachtoffer 10] ).
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 10] tot aan deze uitspraak in verband met de vordering hebben gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de deze partijen ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Nu vaststaat dat verdachte tot de hiervoor genoemde bedragen aan materiële schade aansprakelijk is voor de schade die door het bewezenverklaarde is toegebracht, zal de rechtbank als extra waarborg voor betaling aan de benadeelde partijen overeenkomstig artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verdachte telkens de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van bovengenoemde geldsommen ten behoeve van de benadeelde partijen.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36f, 57, 63 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

Een taakstraf voor de duur van 140 uren.

Beveelt dat voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis voor de duur van 70 dagen zal worden toegepast.

Een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden.

Bepaalt dat deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 2 jaar, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Ten aanzien van [slachtoffer 1] :
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 1]toe en veroordeelt verdachte tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van
€ 320,00(zegge: driehonderdtwintig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 juli 2018. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1] te betalen een bedrag van € 320,00 (zegge: driehonderdtwintig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 juli 2018, bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling voor de duur van 6 dagen worden toegepast, met dien verstande dat de toepassing van de gijzeling de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt daarbij dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1] daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit bedrag te betalen komt te vervallen en omgekeerd, dat, indien verdachte aan de benadeelde partij het opgelegde bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat van dit bedrag komt te vervallen.
Ten aanzien van [slachtoffer 2] :
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 2]toe en veroordeelt verdachte tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van
€ 275,00(zegge: tweehonderdvijfenzeventig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 juli 2018. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 2] te betalen een bedrag van € 275,00 (zegge: tweehonderdvijfenzeventig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 juli 2018, bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling voor de duur van 5 dagen worden toegepast, met dien verstande dat de toepassing van de gijzeling de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt daarbij dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 2] daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit bedrag te betalen komt te vervallen en omgekeerd, dat, indien verdachte aan de benadeelde partij het opgelegde bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat van dit bedrag komt te vervallen.
Ten aanzien van [slachtoffer 10] :
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 10]toe en veroordeelt verdachte tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van
€ 90,00(zegge: negentig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 september 2018. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 10] te betalen een bedrag van € 90,00 (zegge: negentig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 september 2018, bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling voor de duur van 1 dag worden toegepast, met dien verstande dat de toepassing van de gijzeling de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt daarbij dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 10] daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit bedrag te betalen komt te vervallen en omgekeerd, dat, indien verdachte aan de benadeelde partij het opgelegde bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat van dit bedrag komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.S. Sikkema, voorzitter, mr. G.W.G. Wijnands en mr. R.B. Maring, rechters, bijgestaan door mr. R.G. Bakker-Dees, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 15 december 2020.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar doorgenummerde dossierpagina’s betreft dit delen van ambtsedige processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij het dossier genaamd NN2R019055 “HANGZHOU”, doorgenummerd 1 tot en met 327.
2.Pagina’s 91 e.v.
3.Pagina’s 110 e.v.
4.Pagina’s 117 e.v.
5.Pagina’s 129 e.v.
6.Pagina’s 154 e.v.
7.Pagina’s 160 e.v.
8.Pagina’s 167 e.v.
9.Pagina’s 171 e.v.
10.Pagina’s 184 e.v.
11.Pagina’s 193 e.v.
12.Pagina’s 199 e.v.
13.Pagina’s 203 e.v.
14.Pagina’s 215 e.v.
15.Pagina’s 219 e.v.
16.Pagina’s 230 e.v.
17.Pagina’s 259 e.v.
18.Pagina’s 271 e.v.
19.Pagina’s 276 e.v.
20.Pagina’s 9, 14, 27 en 63.
21.Pagina 11.
22.Pagina’s 32 tot en met 35 en 37.
23.Pagina 193.
24.Pagina’s 196 en 197.