ECLI:NL:RBNNE:2020:4425

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
8 december 2020
Publicatiedatum
14 december 2020
Zaaknummer
18/209874-20
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor stalking en bedreiging van ex-partner met gebruik van afluisterapparatuur en GPS-tracking

Op 8 december 2020 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die zijn ex-vriendin gedurende bijna drie maanden heeft gestalkt. De verdachte heeft haar bedreigd met de dood, zowel voor haar als voor hun dochter. Hij heeft haar woning binnengedrongen, haar meermalen bedreigd, aan haar haren getrokken en haar keel gepakt. Daarnaast heeft hij afluisterapparatuur in haar woning geplaatst en een GPS-tracker onder haar auto bevestigd. De rechtbank oordeelde dat de verdachte op indringende wijze inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer en het gevoel van veiligheid van de ex-vriendin. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 69 dagen, waarvan 30 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de overige ten laste gelegde feiten, waaronder het telen van hennep en het stelen van elektriciteit, omdat deze niet wettig en overtuigend bewezen konden worden. De uitspraak is gedaan naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 24 november 2020, waarbij de verdachte aanwezig was en bijgestaan door zijn advocaat, mr. B.P.M. Canoy, terwijl het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. H.J. Mous.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 18/209874-20
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 8 december 2020 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] 1993 te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [straatnaam].
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 24 november 2020.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. B.P.M. Canoy, advocaat te Leeuwarden. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. H.J. Mous.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1. primair
hij in of omstreeks de periode omvattende de maanden mei 2020 en/of juni 2020 en/of juli 2020 (tot en met 15 juli 2020) te Leeuwarden, althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer], door met het oogmerk die [slachtoffer], te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen,
immers heeft/is verdachte wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk en met voormeld oogmerk op verschillende data en/of tijdstippen in voornoemde periode meermalen, althans eenmaal,
- die [slachtoffer] bedreigd en/of
- die [slachtoffer] medegedeeld dat zij nooit een andere man/een relatie mocht beginnen en dat zij nooit met een bekende van haar ex mocht praten en als die [slachtoffer] zich hier niet aan zou houden, dat haar dan wat zou overkomen, althans mededelingen van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- die [slachtoffer] met een anoniem telefoonnummer gebeld en/of
- in de woning van die [slachtoffer] binnengedrongen en die [slachtoffer] aan de haren getrokken en/of haar tas en/of mobiele telefoon afgepakt en/of
- gedreigd de laptop en/of harde schijf en/of telefoontoestel van die [slachtoffer] kapot te maken en dat die [slachtoffer] moest beloven nooit met een andere man een relatie te beginnen en dat zij nooit met een bekende van verdachte mocht praten en/of
- een of meer fake-account(s) (op Instagram, althans een of meer sociale media kana(a)l(en)) aangemaakt op naam van die [slachtoffer] en/of berichten uit naam van die [slachtoffer] verspreid en/of
- schreeuwend voor de deur van die [slachtoffer] gestaan en/of op de voordeur geklopt en/of
- zijn telefoon aan de onderbuurvrouw van die [slachtoffer] laten zien, waarop een soort Google Maps op de telefoon was te zien, met daarop locaties en het kenteken van die [slachtoffer] en dus kennelijk de auto van die [slachtoffer] via een GPS tracker en/of een technische/telefonische verbinding kon volgen en/of
- die [slachtoffer] via een technisch hulpmiddel (in haar woning) afgeluisterd en/of
- die [slachtoffer] via een technisch hulpmiddel (een GPS tracker onder haar auto) gevolgd en/of
- met een auto voor de woning van die [slachtoffer] gestaan en/of
- tegen de onderbuurvrouw van die [slachtoffer] gezegd dat als die [slachtoffer] een nieuwe vriend zou krijgen hij deze en die [slachtoffer] dood zou schieten en dat hij daar zeker wel voor wou vastzitten, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- die [slachtoffer] een klap tegen de schouder gegeven en/of die [slachtoffer] in keel/hals geknepen en/of
- die [slachtoffer] de woorden toegevoegd: "Als je bij andere jongens bent maak ik je dood, ik schiet je dood.", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- gedreigd de dochter van verdachte en die [slachtoffer] dood te maken en/of
- opzettelijk dreigend gezegd dat zij (die [slachtoffer]) dood ging en/of dat hij de
gevangenis in zou gaan, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- opzettelijk dreigend gezegd: "Ik ga levenslang voor haar.", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking, en/of
- die [slachtoffer] bedreigende en/of eisende en/of beledigende berichten gestuurd en/of
- met een valse sleutel de woning van die [slachtoffer] binnengedrongen;
subsidiair
hij in of omstreeks de periode omvattende de maanden mei 2020 en/of juni 2020 en/of juli 2020 (tot en met 15 juli 2020) te Leeuwarden, [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling en/of brandstichting, immers heeft/is verdachte opzettelijk dreigend
- die [slachtoffer] medegedeeld dat zij nooit een andere man/een relatie mocht beginnen en dat zij nooit met een bekende van haar ex mocht praten en als die [slachtoffer] zich hier niet aan zou houden, dat haar dan wat zou overkomen, althans mededelingen van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- tegen de onderbuurvrouw van die [slachtoffer] gezegd dat als die [slachtoffer] een nieuwe vriend zou krijgen hij deze en die [slachtoffer] dood zou schieten en dat hij daar zeker wel voor wou vastzitten, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- die [slachtoffer] de woorden toegevoegd: "Als je bij andere jongens bent maak ik je dood, ik schiet je dood.", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- gedreigd de dochter van verdachte en die [slachtoffer] dood te maken en/of
- gezegd dat zij (die [slachtoffer]) dood ging en/of dat hij de gevangenis in zou gaan, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- gezegd: "Ik ga levenslang voor haar.", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking, en/of
- met een valse sleutel de woning van die [slachtoffer] binnengedrongen;
2
hij in of omstreeks de periode omvattende het jaar 2020 (tot en met 17 augustus 2020) te Leeuwarden, in een woning (gelegen aan of bij de [straatnaam], tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) in meerdere, althans een, ruimte(s) in die woning (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad, meerdere hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van
meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep (telkens) een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet;
3
hij in of omstreeks de periode omvattende het jaar 2020 (tot en met 17 augustus 2020) te Leeuwarden, in een woning (gelegen aan of bij de [straatnaam]) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (een) hoeveelhe(i)d(en) elektrische energie, in elk geval (telkens) enig goed, dat (telkens) geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten (telkens) aan energiebedrijf Liander N.V., (telkens) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich (telkens) de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of (telkens) die weg te nemen elektrische energie onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht (telkens) door middel van braak en/of verbreking.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd van de onder 2. en 3. ten laste gelegde feiten. Hij heeft daartoe aangevoerd dat het door de politie verrichte onderzoek onvoldoende aanknopingspunten biedt om vast te stellen in welke periode is geteeld en of verdachte daarbij betrokken is geweest, al dan niet samen met anderen.
Ten aanzien van het onder 1. primair ten laste gelegde feit heeft de officier van justitie veroordeling gevorderd. Aangeefster heeft aangifte gedaan en een gedetailleerde verklaring afgelegd. Er is geen aanleiding om te twijfelen aan de juistheid van de aangifte, die door de verklaring van de buurvrouw, een geluidsbestand en een compilatie van screenshots wordt ondersteund. Daarbij heeft verdachte verklaard dat hij meerdere keren bij aangeefster voor de deur heeft gestaan en haar anoniem heeft gebeld. Verdachte heeft met zijn handelwijze opzettelijk een stelselmatige inbreuk gemaakt op de privacy van aangeefster.
Naar het oordeel van de officier van justitie kan niet bewezen worden verklaard dat verdachte aangeefster heeft bedreigd, fake accounts heeft aangemaakt, een GPS-tracker en afluisterapparatuur heeft geïnstalleerd en haar heeft gevolgd. Evenmin kan bewezen worden verklaard dat verdachte aangeefster in haar hals heeft geknepen en gedreigd heeft hun dochter dood te maken.
Standpunt van de verdediging
Ten aanzien van feit 1. primair heeft de raadsman aangevoerd dat vòòr de tenlastegelegde periode aangeefster meerdere meldingen bij de politie heeft gedaan. Dit heeft nooit geleid tot het doen van een aangifte. Nadat de voorlopige hechtenis van verdachte is geschorst, hebben verdachte en aangeefster weer contact en is er dus schijnbaar geen problematische situatie.
De aangifte is aantoonbaar onbetrouwbaar en de getuigenverklaring ondersteunt die onbetrouwbare aangifte. Er zijn, aldus de raadsman, voldoende aanwijzingen om aan te nemen dat het niet zo is gegaan als aangeefster heeft verklaard. Voor zover bepaalde gebeurtenissen wel plaats hebben gevonden, moeten deze in een totaal andere context worden geplaatst. Daarbij komt dat verdachte een groot deel van het onder 1. primair ten laste gelegde ontkent. Ook ontbreekt de stelselmatigheid, aldus de raadsman. Omdat er onvoldoende wettig bewijs is om tot een bewezenverklaring van stalking te komen, dient verdachte te worden vrijgesproken.
Ook ten aanzien van feit 1. subsidiair is onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden, zodat verdachte ook van dit feit dient te worden vrijgesproken. De raadsman heeft daarbij verwezen naar hetgeen hij ten aanzien van feit 1. primair heeft aangevoerd.
Ten aanzien van de feiten 2. en 3. heeft de raadsman eveneens vrijspraak bepleit omdat er geen aanwijzingen zijn dat de tenlastegelegde periode een hennepkwekerij in de woning was.
Oordeel van de rechtbank
ten aanzien van de feiten 2. en 3.
Met de officier van justitie en de raadsman is de rechtbank van oordeel dat de onder 2. en 3. ten laste gelegde feiten niet wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard, zodat verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.
ten aanzien van feit 1.
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. De door verdachte ter zitting van 24 november 2020 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Ik heb tegen aangeefster gezegd dat ze nooit met een andere man een relatie mag beginnen en met een bekende van mij mag praten. Ik heb aangeefster wel eens anoniem gebeld. Ik deed dat omdat zij mijn telefoonnummer had geblokkeerd.
Ik heb bij aangeefster schreeuwend voor de deur gestaan en op haar voordeur geklopt. Volgens mij is dat twee keer gebeurd. U houdt mij voor dat schreeuwen dreigend kan overkomen. Dat klopt. Ik klopte op haar voordeur omdat ik een reactie wilde.
Ik heb in een auto voor aangeefster haar woning gestaan. Het kan zijn dat ik heb gezegd dat ik levenslang voor aangeefster zou gaan.
Ik heb een vriend van mij, [naam 2], naar aangeefsters woning gestuurd voor mijn spullen.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 17 augustus 2020, opgenomen op pagina 155 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2020188758 d.d. 2 oktober 2020, inhoudend als verklaring van [verdachte]:
O: [slachtoffer] heeft het contact verbroken omdat er constant berichtjes van jou waren.
A: Dat kan ik mij heugen.
V: Volgens [slachtoffer] is zij een hele tijd, vanaf dat de relatie is beëindigd, meerdere keren, zowel overdag als 's nachts gebeld door een privénummer. Wanneer zij dan opnam was het een paar seconden stil en vervolgens werd de verbinding verbroken. Was jij dat?
A: Ik heb haar vast wel een enkele keer gebeld. Het kan wel dat dat met een anoniem nummer was.
O: [slachtoffer] verklaarde dat ze constant werd gebeld door een anoniem nummer ook 's nachts en ze had het idee dat zij werd achternagezeten door jou. Ze kwam haar woning binnen en daar was jij, je was in haar woning.
A: Ik had de huissleutel van haar.
V: Ben je haar ook een tijdje gaan volgen.
A: Ik ben vast weleens achter haar aan gereden omdat ik haar wat moest vragen.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 15 juli 2020, opgenomen op pagina 21 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer]:
Ik doe aangifte van stalking, mishandeling en bedreiging door mijn ex-vriend [verdachte], 22/03/1993.
Ik heb ongeveer zes jaar een relatie gehad met [verdachte] en wij hebben samen een dochter en zij is nu vier jaar oud. Wij hebben haar beide erkend en hebben ook beide gezag over onze dochter. Ongeveer in mei 2019 was de relatie tussen ons over.
In mei 2020 heb ik aangegeven dat ik geen contact met hem wilde en dat er alleen contact moest zijn over onze dochter. Hij heeft mij toen ik dit had verteld ook bedreigd en zei dat hij twee afspraken met mij ging maken, namelijk: Ik zou nooit met een andere man een relatie mogen en dat ik nooit met bekende van hem mocht praten. Als ik mij hier niet aan zou gaan houden dan zou mij wat overkomen. Ik heb hier niet op gereageerd maar heb hem geblokkeerd. Ik heb toen besloten om weg te gaan uit Leeuwarden en even tot rust te komen. Dit omdat ik aangedaan was door wat er was gebeurd en ook echt wel angstig was voor [verdachte]. Ik werd die dag de gehele tijd door een anoniem nummer gebeld maar heb toen niet opgenomen. Ik had wel het vermoeden dat het [verdachte] was want ik word nooit zo vaak door iemand anders gebeld. Ik ben toen 's avonds weer naar huis gegaan en heb toen ook expres mijn auto in een andere straat geparkeerd zodat [verdachte] niet zou zien dat ik thuis was. Dit was iets wat ik ondertussen al vaker deed. Ik had namelijk het gevoel dat hij mij in de gaten hield en ook veel rond mijn woning hing.
Toen ik mijn voordeur opende schrok ik mij dood. Ik zag dat [verdachte] in mijn woning stond. Ik was heel erg geschrokken, want naar mijn idee had hij helemaal geen sleutel van mijn woning. Op het moment dat ik hem in mijn woning zag, heeft hij mijn tas met spullen en telefoon afgepakt. Dit om te voorkomen dat ik de politie zou kunnen bellen. Hij heeft mij toen ook aan mijn haren getrokken en was heel agressief naar mij toe. Ik ben toen snel de woning uit gevlucht maar had geen telefoon om te bellen. Ik heb toen bij alle buren aangebeld maar er werd niet open gedaan. Uiteindelijk heb ik aangebeld bij mijn onderbuurvrouw van [huisnummer] en zij deed de deur open. Ik was op dat moment volledig in paniek en wist niet wat ik moest doen en wilde heel graag dat [verdachte] uit mijn woning ging. De onderbuurvrouw is met hem in gesprek gegaan en uiteindelijk kwam hij de woning binnen van de onderbuurvrouw met allemaal spullen van mij waaronder mijn laptop, harde schrijf, telefoon en tas met spullen. Hierop zei hij tegen mij dat hij alles kapot zou maken als ik niet met hem zou gaan praten. En dat hij mij kapot ging maken. Ik heb hierop kort met hem gesproken. Hij gaf aan dat hij twee afspraken met mij ging maken namelijk dat ik nooit met een andere man een relatie zou mogen en dat ik nooit met bekende van hem mocht praten. Ik heb maar besloten om te zeggen dat dit goed was omdat ik hem weg wilde hebben en heel erg bang voor hem was. Ook wilde ik mijn spullen terug hebben. Hierop heeft [verdachte] mijn spullen terug gegeven. Ook heeft hij mij toen de sleutel van mijn woning gegeven.
In die weken hierna viel het mij opeens op dat ik [verdachte] regelmatig tegen kwam op plekken waar hij nooit kwam. Ook kreeg ik echt de hele dag anonieme telefoontjes waarvan ik het vermoeden had dat het [verdachte] was. Ik kreeg hierdoor echt de kriebels van omdat ik het idee had dat hij mij achtervolgde en mij in de gaten hield wat ik aan het doen was.
Mijn onderbuurvrouw vertelde dat [verdachte] haar van alles had verteld over mij. Hij zou mij hebben gezien op de snelweg richting Groningen en vertelde hij ook dat hij mij weer terug zag rijden richting Leeuwarden. Hij gaf hierbij ook dagen en tijden op waarbij het ook daadwerkelijk klopte dat ik naar Groningen was gegaan en wanneer ik weer terug was gereden. Dit maakte mij echt heel erg bang omdat ik geen idee had hoe hij dit wist maar het echt wel klopte. In deze tijd deed ik ook regelmatig in andere wijken mijn boodschappen omdat ik bang was om hem tegen te komen in de winkel van mijn wijk. Maar ook dit wist hij te vertellen aan mijn onderbuurvrouw. Ik kreeg hierdoor het idee dat hij mogelijk iets in of aan mijn auto had geplaatst om mij te kunnen volgen.
Op 28 juni 2020 kreeg ik een uitnodiging via Instagram dat [slachtoffer], dit ben ik zelf, mij wilde volgen. Ik heb zelf twee accounts, één is mijn privé account en de andere is mijn zakelijke. Ik zag dat het account dat mij wilde volgen mijn naam had en mijn foto, maar dit was niet mijn account. Het account was door iemand anders aangemaakt en had bij het kopje grove teksten en had een privé account en was dus verder niks zichtbaar. Ik zag op Instagram dat het nep account later openbaar werd en zag een foto van mijzelf zonder mijn gezicht. Dit was een foto van jaren geleden, dit was in de jaren dat ik een relatie had met [verdachte], van mij in een bikini. Dit was absoluut geen foto die ik op Instagram wilde hebben en heb ook niemand toestemming voor gegeven. Ook zag ik dat er allemaal persoonlijke gegevens van mij op stonden. Waaronder mijn telefoonnummer, gegevens van mijn bedrijf. Ik heb toen besloten omdat ik het idee had dat het [verdachte] was om hem via WhatsApp te vragen om te stoppen met de foto's en grove teksten op Instagram. Ik kreeg hierop alleen een vraagteken en deed alsof hij hier niks vanaf wist. Omdat hij hier niet meer op reageerde heb ik hem hierna geblokkeerd. Ik zag dat hierna de naam, tekst en foto waren verwijderd van het nep account op Instagram.
Ongeveer twee weken geleden in het weekend kwam hij boos naar mijn woning toe en was hard aan het schreeuwen en aan het kloppen aan mijn voordeur. De onderbuurvrouw heeft hem aangesproken. Hij is met haar naar haar woning toe gegaan en hij was toen ook nog heel boos. Zij hebben met elkaar gesproken. Hij vertelde aan haar dat ik in Amsterdam was en dat ik had zit bellen over hem en negatief over hem sprak. Hij was hier echt heel erg boos over en hij liet aan de onderbuurvrouw ook zijn telefoon zien. Hierop had zij gezien dat er een soort Google Maps op stond met locaties waar ik was geweest en mijn kenteken. Hij had meerdere screenshots laten zien aan mijn onderbuurvrouw op zijn telefoon. Hij is na het gesprek weer weggegaan nadat hij te horen kreeg dat ik met hem zou afspreken om afspraken te maken. Toen hij weg was is de onderbuurvrouw naar mij toe gegaan en heeft tegen mij gezegd dat ik mijn auto moest controleren omdat hij echt een programma op zijn telefoon had waarop hij zag waar mijn auto zich bevond. Ook vertelde ze dingen die ik in mijn woning had verteld tegen vriendinnen en tegen mijn advocaat wat ook daadwerkelijk klopte. Ik kreeg samen met mijn onderbuurvrouw het idee dat er mogelijk ook afluistermateriaal in mijn woning was geplaatst. Ik heb die nacht mijn hele woning ondersteboven gehaald op zoek naar afluistermateriaal maar ik kon helemaal niks vinden.
De volgende dag was hij opeens om 19:00 uur bij mijn woning en gaf aan dat hij nu het gesprek wilde hebben. Dit gaf hij aan bij mijn onderbuurvrouw en zij is toen naar mij toe gegaan. Wij zijn naar de woning van de onderbuurvrouw gegaan en zodra wij er waren gaf [verdachte] aan dat hij onze telefoons wilde hebben. Hierdoor konden wij het gesprek helaas niet opnemen zoals wij dat hadden bedacht.
vertelde dat hij gesprekken had gehoord tussen mij en mijn advocaat en gesprekken van mij en mijn vriendinnen en dat ik over hem sprak. Ook gaf hij aan dat hij precies wist waar ik was met mijn auto. Ik heb hem hierop aangesproken dat ik wilde weten hoe hij dit wist en of hij afluistermateriaal in mijn woning had geplaatst en of hij een GPS tracker onder mijn auto had gezet. Hij gaf aan dat hij dat inderdaad had gedaan en lachte mij een beetje uit dat ik het afluistermateriaal niet had gevonden. Ik heb aangegeven dat hij dat weg moest halen en hierop is hij naar mijn woning gegaan en trok de bank naar voren en pakte het weg onder de verwarming.
Op 6 juli 2020 ontstond er ruzie via de WhatsApp want ik had een foto van mijzelf en onze dochter op WhatsApp staan als afbeelding. Hij werd echt heel erg boos en agressief en bedreigde mij weer. Ik was weer erg bang voor hem omdat hij zo boos was en heb besloten om hem weer te blokkeren. Nadat ik dat had gedaan, was er na 1 minuut opnieuw een nep account op Instagram. Dit was met de naam [slachtoffer] en had een video van mijzelf in lingerie. Ik wist echt niet dat hier een video van was en was helemaal verbaasd.
Ook dit was in de tijd van [verdachte]. Ook deze keer stonden er gegevens van mijzelf en mijn bedrijf bij.
's Avonds besloot ik dat de GPS nu echt onder mijn auto weg moest en heb overleg gehad met de politie. Zij gaven aan dat ik dit moest filmen voor bewijs en dit heb ik dan ook gedaan. Ik zag dat er daadwerkelijk een GPS onder mijn auto zat met een magneet. Ik zag dat er een Lebara simkaart onder zat. Dit zijn de sim-kaartjes die [verdachte] ook altijd gebruikte.
Op 8 juli kreeg ik via het nep account van Instagram berichten dat ik mijn dochter moest ophalen en dat ik zo snel mogelijk haar moest ophalen en dat hij mij niet kon bereiken. Dit terwijl ik met [verdachte] had afgesproken dat hij haar bij mij zou brengen. Ik ben hierop snel de auto ingestapt en besloot om met mijn telefoon een opname te starten omdat ik bang was dat het hij weer heel agressief was en het zou escaleren. Ik dacht dit omdat hij via de berichten heel erg boos was. Ik zat in de auto en [verdachte] kwam met onze dochter en zette onze dochter in mijn auto. Hij was meteen heel dreigend richting mij en zei tegen onze dochter dat ik een hoer was en dat ik haar achterliet als zij sliep om dingen voor mijzelf te doen en weg te gaan. Hierop reageerde mij dochter heel emotioneel en vroeg ook aan mij of haar 's avonds alleen liet. Ik probeerde op dat moment heel rustig te blijven voor mijn dochter terwijl [verdachte] maar boos en agressief tegen mij bleef doen. Hierop zei hij dingen zoals: "Je maakt mij mentaal ziek ik ben helemaal klaar met jou, je blijft maar liegen. Wacht maar binnen een paar dagen staat je miezerige auto in de fik, ik zoek je hele familie en maak ze allemaal af". Ik was echt heel erg bang en wilde eigenlijk weg gaan toen zei [verdachte] dat hij mijn mobiel wilde zien. Dit wilde ik niet omdat ik een opname had lopen. Hierop pakte hij mij bij mijn keel en begon mij te wurgen en bleef dit doen en gaf aan dat ik mijn mobiel moest laten zien. Ik kreeg geen lucht en moest uiteindelijk wel mijn telefoon pakken en heb onder druk de opname moeten wissen. Ik ben hierna snel weggegaan en ben echt heel erg geschrokken en bang nadat dit gebeurde. Ook mijn dochter was heel erg van streek over wat er was gebeurd. Ik heb toen ook gebeld om aangifte bij jullie te doen van stalking.
Ik heb de anonieme telefoontjes op dit moment ook geblokkeerd. Ik heb sinds ik de GPS onder mijn auto vandaan heb gehaald ook een camera geplaatst zodat ik kan zien of [verdachte] bij mijn auto is geweest en er iets mee heeft gedaan. Ik ben echt heel erg bang dat het weer gaat escaleren en dat hij mij of mijn familie wat aan gaat doen. Dit is ook iets waar hij regelmatig mee dreigt. Wat ik van mijn onderbuurvrouw ook heb gehoord is dat hij aan haar had verteld dat hij een mitrailleur heeft en als ik een vriend heb dat hij dan die nieuwe vriend en mij doodschiet en dat hij zeker wel wil vastzitten voor. Hij heeft ook meerdere malen met een gehuurde auto voor mijn woning gestaan. Op het moment voel ik mij helemaal niet veilig. Mijn privé is ook aangetast doordat hij eerder afluistermateriaal heeft geplaatst in mijn woning. Ik ben de gehele tijd schichtig en ben heel erg alert. Ik kan niet meer rustig in mijn woning zitten of boodschappen doen. Ik wil heel erg graag dat dit ophoudt en stopt want ik weet niet hoe lang ik dit nog vol kan houden. Ik weet dat hij contacten heeft dat hij zo een vuurwapen kan regelen. Ik denk wel dat hij dit zou kunnen halen om mij te bedreigen en zijn zin te krijgen. Ik denk dit omdat hij tijdens onze relatie al eens een taser had en mij hier ook toen mee heeft bedreigd. Ik ben echt heel erg bang voor hem.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 juli 2020, opgenomen op pagina 41 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2]:
Ik, verbalisant [verbalisant 1], stelde nog aanvullende vragen aan aangeefster betreffende haar aangifte van 15 juli 2020. Ik heb de stukken uit de aangifte overgenomen.
V: vraag verbalisant A: antwoord aangeefster O: opmerking verbalisant
"Ik heb eerder aangifte tegen hem gedaan in verband met mishandeling, bedreiging en
vernieling".
V: Wanneer was eerder?
A: Dat was vorig jaar op 21 september 2019.
"Ik merkte toen dat hij elke week weer meer berichtjes naar mij toe stuurde over mijzelf en niet over onze dochter. Ik kreeg hier wel de kriebels van want ik weet uit ervaring dat als je een vinger geeft hij de hele hand pakt".
V: Wat merkte je dan?
A: Als ik dan vaag was dan zei hij dat ik het wel gewoon kon vertellen. Hij was argwanend door zijn manier van vragen stellen. Ik vind het moeilijk om een voorbeeld te geven.
"Ik heb hier niet op gereageerd maar heb hem geblokkeerd. Ik heb toen besloten om weg te gaan uit Leeuwarden en even tot rust te komen. Dit omdat ik aangedaan was door wat er was gebeurd en ook echt wel angstig was voor [verdachte]. Ik werd die dag de gehele tijd door een anoniem nummer gebeld maar heb toen niet opgenomen".
V: Wat voor datum was het die dag?
A: Dat was ergens eind mei dit jaar. Ik denk 29 of 30 mei.
"In deze tijd kwam hij ook wel regelmatig bij mijn woning en klopte hij dan aan bij mijn voordeur. Ik opende dan nooit de deur maar heb wel contact gehad met mijn onderbuurvrouw dat ik het idee had dat [verdachte] voor mijn deur stond".
V: Wanneer was dat?
A: Dat was vanaf eind mei 2020 tot en met eind juni 2020.
"Ik kreeg samen met mijn onderbuurvrouw het idee dat er mogelijk ook afluistermateriaal in mijn woning was geplaatst. Ik heb die nacht mijn hele woning ondersteboven gehaald op zoek naar afluistermateriaal maar ik kon helemaal niks vinden.
V: Wanneer was dat?
A: Dat was in de nacht van 3 of 4 juli.
"Die dag was hij opeens om 19:00 uur bij mijn woning en gaf aan dat hij nu het gesprek wilde hebben. Dit gaf hij aan bij mijn onderbuurvrouw en zij is toen naar mij toe gegaan".
V: Wanneer was dat?
A: Dat was een dag later en dat was op 5 juli 2020.
"Op maandag 6 juli 2020 haalde [verdachte] ons kind op en zou haar weer op woensdag
brengen. Toen ontstond er ruzie via de WhatsApp want hij was boos dat ik een foto van
mijzelf en onze dochter op WhatsApp had staan als afbeelding. Hij werd hier echt heel erg boos en agressief en bedreigde mij weer".
V: Hoe bedreigde hij jou?
A: Hij zei dat de oorlog weer was begonnen. Hij noemde mij leugenaar en dat ik over
alles lieg en dat ik van een mug een olifant maak.
"Ik zag dat er daadwerkelijk een GPS onder mijn auto zat met een magneet en nadat ik hem eronder vandaan had heb ik er naar gekeken en zag ik dat er een Lebara simkaart onder zat. Dit zijn de sim-kaartjes die [verdachte] ook altijd gebruikte".
V: Waar is het sim-kaartje?
A: Die heb ik terug gegeven samen met de GPS aan [verdachte]. Maar ik heb
er een foto van gemaakt en ook een filmpje van dat je GPS onder mijn auto ziet zitten, u mag de nummers die op het sim-kaartje staan opschrijven. Ik zal er voor zorgen dat ik de foto's en filmpje ook meelever als bewijs.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d. 21 juli 2020, opgenomen op pagina 36 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [getuige]:
Ik ben de buurvrouw. Ik woon op de [straatnaam] te Leeuwarden. [slachtoffer] woont boven mij op [huisnummer]. Zij woont op de bovenste verdieping. [verdachte] is de ex-vriend van [slachtoffer] en de vader van haar dochter [naam 1]. Hij is Marokkaans. Met betrekking tot [slachtoffer] is hij dominant, alles moet op zijn moment.
Zij kwam huilend en paniekerig bij mijn huis, dat was de eerste keer dat ik haar zag. Het was erg heftig. Ik kijk in mijn telefoon, het was op 28 mei 2020. Er werd hard aangeklopt, ik schrok ontzettend. Ik deed de deur open en ze kwam meteen huilend binnen. Ik kende haar toen helemaal niet. Ik hoorde dat ze zei: "Wil je alsjeblieft mijn kind en mijn telefoon ophalen, want hij gaat mij en mijn kind wat aan doen." Ik ging toen naar boven, de deur was toen dicht. Ik hoorde op een gegeven moment voetstappen op de trap. Ik heb toen gesproken met de vader, hij liep daar met hun dochter. Ik vroeg of ik de dochter en de spullen naar haar moeder mocht brengen. Hij bleef toen kalm. Ik hoorde dat hun dochter zei: mijn moeder wil niet praten met mijn vader. Na een tijdje werd [verdachte] geïrriteerd. Ik ken hem overigens van de middelbare school.
Het ene moment zegt hij dat ze de beste moeder was, het andere moment is ze een kankerhoer, ze neukt heel Leeuwarden. Als hij van iemand hoort dat ze contact met een jongen heeft, wordt hij kwaad.
Ik heb gezien dat hij haar tegen haar schouder sloeg.
Ik ben bij een gesprek met [verdachte] en [slachtoffer] geweest. Alles kwam op tafel in dat gesprek. Ik besefte dat hij geobsedeerd is door haar. Hij had letterlijk opnameapparatuur in haar woning geplaatst. Hij wist soms dingen die [slachtoffer] en ik onderling hadden besproken. Hij pakte de opnameapparatuur waar [slachtoffer] en ik bij waren. Ik zag hem de apparatuur achter de bank weg pakken. Dit was in het de laatste gesprek.
Hij heeft gezegd als [slachtoffer] een relatie krijgt met een andere jongen. Ik maak haar dood, ik wil niet dat er een andere man in haar leven is. Ik dacht dat het eerst ging om [naam 1], maar het gaat om [slachtoffer] zelf, dat zei hij letterlijk tegen mij.
Hij dreigt telkens haar laptop kapot te maken. Hij zei op een gegeven moment: maar ik heb bewijs. Ik zei: laat dat zien. Hij liet toen foto's zien, hij confronteerde haar daar ook mee.
Hij vertelde mij dat hij een tracker onder haar auto had. Ik heb gezien dat [verdachte] geluidsapparatuur achter haar bank vandaan haalde. Hij heeft alle gesprekken opgenomen. Ik had met mijn oom gebeld, ik had opgehangen en vlak daarna belde hij mij op. Hij flipte helemaal: jij hebt met een jongen gesproken. [slachtoffer] zei toen tegen mij: hij bedoelt je oom. [slachtoffer] heeft de tracker bij een garage uit haar auto moeten laten halen. [slachtoffer] heeft de simkaart uit de tracker in haar bezit. [verdachte] vertelde zelf dat hij een tracker had geplaatst.
heeft [slachtoffer] vaak bedreigd. Hij heeft letterlijk gezegd: als je bij andere jongens bent ik maak je dood, ik schiet je dood. Hij heeft ook gezegd: ik maak [naam 1] dood. Ik zei toen: dat is je dochter, toen zei hij: ik maak wel andere kinderen.
Hij zegt letterlijk dat hij buiten de wet staat, hij zegt dat hij wel gaan zitten voor [slachtoffer].
Ik hoorde van [slachtoffer] dat een mattie van [verdachte] tegen haar zei dat [verdachte] wapens heeft. Ik heb nog nooit wapens gezien. Hij zegt het nooit letterlijk, hij zegt: ik heb mijn dingen. Hij dreigt zo vaak: ik maak haar af, ik maak haar dood.
Hij weet alles wat ze doet. Zij was eens een dag met haar vriendin weg. Hij belde mij die dag, hij wist wat ze aan had. Hij wist waar ze was. Ik vroeg haar later klopt dat. Ze vroeg mij: hoe weet je dat. Dat klopte dus. [verdachte] heeft zelf tegen mij gezegd dat hij [slachtoffer] mishandelde. Hij trekt haar aan haar haren en doet het op een manier dat niet te zien is dat hij haar mishandelt.
Hij gaat wraak nemen op haar. Hij zei dat zij dood ging, of dat hij de gevangenis in zou gaan.
In het eerste gesprek wat ik met [slachtoffer] en [verdachte] vroeg ik aan [verdachte] wie is je eerste prioriteit. Ik dacht dat hij zou zeggen [naam 1], maar hij zei [slachtoffer].
[naam 1] was erbij toen [verdachte] [slachtoffer] heeft proberen te wurgen.
6.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 juli 2020, opgenomen op pagina 44 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 3]:
Op 25 juli 2020, omstreeks 21:45 uur, vertelde aangeefster dat zij vandaag op 25 juli 2020, omstreeks 18:00 uur, werd gebeld door haar onderbuurvrouw, [getuige]. Zij vertelde dat er een vriend van [verdachte], haar ex-vriend, voor haar woning stond en dat hij spullen van [verdachte] kwam halen. Zij gaf aan dat ze helemaal geen spullen meer heeft van hem in haar woning. Zij hoorde de vriend van [verdachte] op de achtergrond schreeuwen over de spullen die hij zou komen ophalen. Hierop vroeg zij aan [getuige] op de telefoon op luidspreker te zetten zodat zij in gesprek kon met de vriend van [verdachte]. Op dat moment heeft zij op haar laptop een geluidsopname mee laten lopen. Hierop is te horen dat deze vriend zegt: "Hij is gek geworden. Hij zegt dat hij levenslang gaat zitten voor jou".
Zij vertelde dat dit een goede vriend van [verdachte] is en dat zij hem al kende van toen ze een relatie had met [verdachte]. Zij kent hem daardoor ook redelijk en geeft aan dat hij nog nooit zoiets heeft gezegd en dat hij nooit iets negatiefs over [verdachte] heeft gezegd. Hij zou ook hebben gezegd dat hij dit tegen haar zij omdat hij zich zorgen maakte om haar kleine meid en dat hij bang was dat hij haar echt wat aan ging doen. Ook zou [verdachte] tegen verschillende mensen/vrienden hebben gezegd dat hij een wapen heeft.
Zij geeft zelf aan dat hij op dit moment ook niks meer te verliezen heeft omdat hij ook zijn kind niet ziet. Hier is zij ook mee bezig in verband met het gezag en contact en gebiedsverbod te regelen bij de rechter. Hier is hij ook van op de hoogte.
Zij geeft aan dat ze momenteel niet de straat op durft te gaan en dat zij ondanks haar vakantie de hele dag binnen zit. Zij is zo bang voor hem en dat hij haar neerschiet of iets anders aandoet dat zij daarom besloten heeft om niet de straat op te gaan.
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 juli 2020, opgenomen op pagina 46 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 1]:
Naar aanleiding van de aangifte van stalking, bedreiging en mishandeling, heb ik op 25 juli 2020 telefonisch contact met aangeefster [slachtoffer] opgenomen om te vragen hoe het met haar gaat. Tijdens dit gesprek deelde [slachtoffer] mij mede dat haar onder buurvrouw [getuige] van [huisnummer] had gebeld. [getuige] vertelde dat er een vriend van [verdachte] voor de woning van [slachtoffer] stond. Die vriend kwam kleding ophalen. Hierop heeft [slachtoffer] aan [getuige] gevraagd om haar telefoon op de luidspreker te zetten om zodoende in gesprek te gaan met die vriend. Hierop heeft [slachtoffer] het gesprek met haar laptop opgenomen.
Deze geluidsopname is ter beschikking gesteld voor het onderzoek door aangeefster
[slachtoffer].
Op 27 juli 2020, omstreeks 16:30 uur, heb ik de geluidsopname uitgeluisterd. Ik hoorde:
Een manspersoon in de Nederlandse taal praten wat voor mij niet te verstaan was;
[slachtoffer] een vraag stellen aan ene [naam 2] (fonetisch): "Hoe heeft hij jou zover gekregen dat jij nu bij de buurvrouw staat om mijn spullen te halen? Wat zegt hij? Dat hij spullen van mij wil? Wat is de reden?"
Een manspersoon, vermoedelijk [naam 2] (fonetisch) zeggen: "Hij is in de war, maar wel gek gewoon, gek gepraat, je weet toch, telefonisch gepraat, ik zeg nog zo laat die meisje met rust."
[slachtoffer] zegt: "Hij gaat mij niet met rust laten."
Manspersoon zegt: "Hij zegt ik ga levenslang voor haar."
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen met bijlagen, d.d. 4 augustus 2020, opgenomen op pagina 47 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 4]:
Inzake het onderzoek TAFUNA waarin aangeefster [slachtoffer] (de rechtbank leest hier [slachtoffer]) aangifte heeft gedaan inzake stalking heeft aangeefster een Cd-rom aangeleverd waarvan de inhoud door mij, is bekeken. De Cd-rom bevat 34 bestanden, waarvan 29 foto bestanden, 3 video bestanden en 2 audio bestanden.
Bestand 16
In bestand 16 zijn screenshots van app verkeer met [verdachte] afgebeeld. In bestand 16 geeft [verdachte] onder meer aan: "Ik sta bij jou de hele avond als t moet.”
Bestand 30
Bestand 30 is een screenshot van de voorkant van een telefoon met een foto van een kind, een meisje met donker lang haar. Tevens staat op de screenshot vermeld: ’’Anoniem gesprek gemist 8 min geleden.”
Bestand 34
Bestand 34 is een audio bestand van 10.50 minuten. Het is een opgenomen telefoongesprek tussen een man en een vrouw. De man wordt [verdachte] genoemd en de vrouw wordt [getuige] genoemd. Ze praten over [slachtoffer]. [verdachte] zegt onder meer dat hij twee afspraken heeft gemaakt met [slachtoffer]. Als [slachtoffer] zich daar aan houdt valt hij haar niet meer lastig. [verdachte] zegt dat hij overal voor bereid is als [slachtoffer] zich niet aan de afspraken houdt. De afspraak is dat er geen man in [naam 1]’s leven komt. En dat [slachtoffer] niet praat met mensen welke hij kent. [verdachte] zegt dat een mens hem niks kan schelen. Krenk je mijn gevoel dan heb je een probleem met mij.
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende.
Verdachte schetst het alternatieve scenario dat aangeefster en de getuige zouden samenspannen, om het te doen lijken alsof verdachte haar zou stalken. Dit scenario is door verdachte niet onderbouwd en het dossier biedt hiervoor ook geen enkel aanknopingspunt. De rechtbank acht dit alternatieve scenario daarom niet geloofwaardig.
De rechtbank stelt vast dat de verklaring van aangeefster wordt ondersteund door de verklaring van de getuige. Daarnaast vindt de aangifte steun in verdachtes verklaring ter terechtzitting en zijn verklaring bij de politie. Ook vindt de aangifte ondersteuning in een screenshot en de weergave van een telefoongesprek. Dat verdachte heeft verklaard inmiddels weer dagelijks contact te hebben met aangeefster en dat zij de relatie zouden hebben hervat, doet naar het oordeel van de rechtbank geen afbreuk aan de betrouwbaarheid van de verklaringen van aangeefster. Voor zover er vanuit gegaan moet worden dat sprake is van een herstelde relatie, hetgeen overigens op geen enkele wijze is onderbouwd, geldt dat dit niet maakt dat geen gewicht meer toekomt aan de door overige bewijsmiddelen ondersteunde verklaringen van aangeefster over een eerdere periode.
Bij de beoordeling of sprake is van belaging als bedoeld in artikel 285b, eerste lid, Sr. zijn verschillende factoren van belang: de aard, de duur, de frequentie en de intensiteit van de gedragingen van verdachte, de omstandigheden waaronder deze hebben plaatsgevonden en de invloed daarvan op het persoonlijke leven en de persoonlijke vrijheid van het slachtoffer.
De rechtbank stelt op grond van de bewijsmiddelen de volgende feiten en omstandigheden vast. Nadat aangeefster verdachte heeft meegedeeld dat zij geen contact meer met hem wilde hebben en er alleen contact over hun dochter moest zijn, heeft verdachte gedurende tweeëneenhalve maand meermalen (telefonisch) contact gezocht met aangeefster. Verdachte heeft aangeefster bedreigd en meegedeeld dat zij geen andere relatie mocht hebben en met een bekende van hem mocht praten en als zij dat wel zou doen, haar iets zou overkomen. Ook heeft verdachte gezegd dat hij aangeefster en hun dochter dood zou maken en dat hij levenslang zoor haar zou gaan. Daarnaast heeft verdachte aangeefster anoniem gebeld, is hij haar woning binnengedrongen, heeft hij haar mishandeld, heeft hij spullen afgepakt en gedreigd deze te vernielen. Verdachte heeft fake-accounts aangemaakt, schreeuwend voor haar deur gestaan en op haar deur geklopt. Voorts heeft verdachte afluisterapparatuur in haar woning geplaatst, heeft hij een GPS tracker onder haar auto geplaatst en is hij haar gevolgd.
De rechtbank is van oordeel dat de aard, de duur, de frequentie en de intensiteit van de hiervoor vastgestelde gedragingen van de verdachte, de omstandigheden waaronder deze hebben plaatsgevonden en de invloed daarvan op het persoonlijk leven en de persoonlijke vrijheid van aangeefster - naar objectieve maatstaven bezien - zodanig zijn geweest dat van een stelselmatige inbreuk op haar persoonlijke levenssfeer sprake is geweest. De rechtbank acht daarmee bewezen dat verdachte zich aan de onder 1. primair ten laste gelegde belaging schuldig heeft gemaakt.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder feit 1. primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1. primair
hij in de periode mei 2020 tot en met 15 juli 2020 te Leeuwarden, althans in Nederland,
wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer], door met het oogmerk die [slachtoffer], te dwingen iets niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen,
immers heeft/is verdachte wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk en met voormeld oogmerk in voornoemde periode
- die [slachtoffer] bedreigd en
- die [slachtoffer] medegedeeld dat zij nooit met een andere man een relatie mocht beginnen en dat zij nooit met een bekende van haar ex mocht praten en als die [slachtoffer] zich hier niet aan zou houden, dat haar dan wat zou overkomen en
- die [slachtoffer] met een anoniem telefoonnummer gebeld en
- in de woning van die [slachtoffer] binnengedrongen en die [slachtoffer] aan de haren getrokken en haar tas en mobiele telefoon afgepakt en
- gedreigd de laptop en harde schijf en telefoon van die [slachtoffer] kapot te maken en dat die [slachtoffer] moest beloven nooit met een andere man een relatie te beginnen en dat zij nooit met een bekende van verdachte mocht praten en
- fake-accounts op Instagram aangemaakt op naam van die [slachtoffer] en berichten uit naam van die [slachtoffer] verspreid en
- schreeuwend voor de deur van die [slachtoffer] gestaan en op de voordeur geklopt en
- zijn telefoon aan de onderbuurvrouw van die [slachtoffer] laten zien, waarop een soort Google Maps op de telefoon was te zien, met daarop locaties en het kenteken van die [slachtoffer] en dus kennelijk de auto van die [slachtoffer] via een GPS tracker en/of een technische/telefonische verbinding kon volgen en
- die [slachtoffer] via een technisch hulpmiddel in haar woning afgeluisterd en
- die [slachtoffer] via een technisch hulpmiddel (een GPS tracker onder haar auto) gevolgd en
- met een auto voor de woning van die [slachtoffer] gestaan en
- tegen de onderbuurvrouw van die [slachtoffer] gezegd dat als die [slachtoffer] een nieuwe vriend zou krijgen hij deze en die [slachtoffer] dood zou schieten en dat hij daar zeker wel voor wou vastzitten, althans woorden van gelijke dreigende aard en strekking en
- die [slachtoffer] een klap tegen de schouder gegeven en
/ofdie [slachtoffer]
in haar keel geknepen en
- die [slachtoffer] de woorden toegevoegd: "Als je bij andere jongens bent maak ik je dood, ik schiet je dood.", althans woorden van gelijke dreigende aard en strekking en
- gedreigd de dochter van verdachte en die [slachtoffer] dood te maken en
- opzettelijk dreigend gezegd dat zij (die [slachtoffer]) dood ging en/of dat hij de gevangenis in zou gaan, althans woorden van gelijke dreigende aard en strekking en
- opzettelijk dreigend gezegd: "Ik ga levenslang voor haar." en
- die [slachtoffer] bedreigende en/of eisende en/of beledigende berichten gestuurd en
- met een valse sleutel de woning van die [slachtoffer] binnengedrongen.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
1. primair Belaging.
Dit feit is strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van feit 1. primair wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur het voorarrest, zijnde 39 dagen, en een taakstraf voor de duur van 100 uren, subsidiair 50 dagen hechtenis.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft primair gepleit voor een algehele vrijspraak. Subsidiair heeft de raadsman schuldigverklaring zonder oplegging van straf bepleit (art. 9a Sr.).
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de rapportage van M. Talstra van het Leger des Heils, Jeugdbescherming en Reclassering d.d. 5 november 2020, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan belaging van zijn ex-partner. Verdachte heeft tegen haar gezegd dat wanneer ze een nieuwe relatie zou krijgen of met een bekende van hem zou praten, hij haar dood zou maken. Ook heeft hij gezegd dat hij hun dochter dood zou maken. Verder is verdachte is haar woning binnengedrongen, heeft haar meermalen bedreigd, aan haar haren getrokken en bij haar keel gepakt. Hij heeft afluisterapparatuur in haar woning en een GPS-tracker onder haar auto geplaatst. Door zijn handelen heeft verdachte op indringende wijze inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer en het gevoel van veiligheid van aangeefster. Dit rekent de rechtbank verdachte aan.
De rechtbank heeft tevens in aanmerking genomen dat verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld voor huiselijk geweld.
Uit het rapport van de Reclassering blijkt dat de reclassering de kans op recidive en letselschade niet kan inschatten omdat verdachte een ontkennende verdachte is. De reclassering ziet geen mogelijkheden om met interventies of toezicht eventuele risico's te beperken of het gedrag te veranderen omdat verdachte niet gemotiveerd is voor hulp of behandeling. Op grond van het voorgaande adviseert de reclassering een straf op te leggen zonder bijzondere voorwaarden.
Alles overwegend acht de rechtbank oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest passend en geboden. Anders dan de officier van justitie, acht de rechtbank oplegging van een taakstraf niet aangewezen. De rechtbank ziet meer heil in een forse voorwaardelijke straf om verdachte ervan te weerhouden wederom soortgelijke strafbare feiten te plegen. De rechtbank zal daarom -als stok achter de deur- een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 30 dagen met een proeftijd van drie jaren opleggen.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c en 285b van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 2. en 3. is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1. primair ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 69 dagen.

Bepaalt dat van deze gevangenisstraf
een gedeelte, groot 30 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op drie jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.Y.B. Jansen, voorzitter, mr. M.B. de Wit en mr. J.H.S. Kroeze, rechters, bijgestaan door D.P. Postma-Westerhof, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 8 december 2020.
Mr. Jansen en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.