ECLI:NL:RBNNE:2020:4355

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
7 december 2020
Publicatiedatum
9 december 2020
Zaaknummer
C/19/133370?KG ZA 20-138
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot verwijdering van negatieve Google Review door incassobureau

In deze zaak heeft de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Nova Incasso B.V. een kort geding aangespannen tegen een gedaagde, die een negatieve recensie heeft geplaatst op Google over de diensten van Nova Incasso. De eiseres vorderde dat de gedaagde zou worden geboden om deze recensie te verwijderen, omdat zij meende dat de recensie onjuist en schadelijk was voor haar reputatie. De voorzieningenrechter heeft op 7 december 2020 geoordeeld dat Nova Incasso niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij een spoedeisend belang had bij het gevraagde gebod. De rechter stelde vast dat de gedaagde geen toezegging had gedaan om zich van commentaar te onthouden en dat de recensie in de context van een open review-mogelijkheid op Google moest worden geplaatst. De rechter oordeelde dat de recensie slechts een mening van de gedaagde weergaf en dat er geen bewijs was dat de recensie schadelijk was voor de belangen van Nova Incasso. De vordering van Nova Incasso werd afgewezen en zij werd veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling privaatrecht
Locatie Assen
zaaknummer / rolnummer: C/19/133370 / KG ZA 20-138
Vonnis in kort geding van 7 december 2020
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NOVA INCASSO B.V.,
gevestigd te Groningen,
eiseres,
advocaat mr. J. Faas te Groningen,
tegen
[gedaagde],
wonende te Paterswolde,
gedaagde,
advocaat mr. W. Wallinga te Groningen.
Partijen zullen hierna Nova Incasso en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 10 november 2020,
- de mondelinge behandeling van 23 november 2020 waar voor Nova Incasso de heer [vertegenwoordiger van eiseres] is verschenen, bijgestaan door mr. Faas en waar [gedaagde] is verschenen, bijgestaan door mr. Wallinga die een pleitnota heeft voorgelezen en overgelegd. Van deze behandeling heeft de griffier aantekeningen gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Nova Incasso betreft een incassobureau. [gedaagde] heeft als indirect bestuurder en enig aandeelhouder van het payroll-bedrijf F4 Personeel B.V. (hierna: F4) op 15 november 2019 aan Nova Incasso opdracht gegeven om een vordering buitengerechtelijk te incasseren.
2.2.
Het gaat om een vordering van F4 op [een derde] van € 175.090,48. F4 heeft op 15 november 2019 onder verwijzing naar een vaststellingsovereenkomst tevens verzocht om een pandrecht op debiteuren van [een derde] uit te winnen. Omdat Nova Incasso zich daar niet mee bezig houdt, heeft F4 op 27 november 2019 de aan Nova Incasso verbonden Nova Legal opdracht gegeven voor het uitwinnen van het pandrecht. Nova Legal heeft dit pandrecht uitgewonnen en € 93.432,80 geïncasseerd. Hiervan heeft zij € 55.000,00 aan F4 overgemaakt. Het resterende bedrag heeft Nova Legal onder zich gehouden vanwege het risico dat zij denkt te lopen dat bij een faillissement van [een derde] de curator gelden van Nova Legal zal terugvorderen omdat het geïncasseerde bedrag aan de boedel toekomt. Op 25 februari 2020 is [een derde] failliet verklaard. F4 meent dat het door Nova Legal gevreesde risico niet aan de orde is en zij heeft in een bodemprocedure betaling van het restantbedrag gevorderd. De bodemprocedure is aanhangig gemaakt bij deze rechtbank, locatie Groningen.
2.3.
Nova Incasso/Nova Legal heeft [gedaagde] op 7 april 2020 een brief gestuurd. Daarin schrijft zij dat zij van een derde heeft vernomen dat [gedaagde] onware, onheuse en grievende verhalen over haar verspreidt die haar goede naam en eer aantasten. Zij waarschuwt [gedaagde] dat zij rechtsmaatregelen zal treffen als hij zich nog een keer negatief uitlaat. [gedaagde] heeft op 10 april 2020 geantwoord dat hij zich in het geheel niet herkent in de geuite beschuldigingen en dat hij zich uit fatsoensoverwegingen van ieder commentaar onthoudt bij gelegenheden waarbij Nova Incasso/Nova Legal over de tong gaat. Op 15 april 2020 heeft zij [gedaagde] geschreven dat volgens de derde geen sprake is van een misverstand. [gedaagde] heeft daarop geantwoord dat hij handhaaft dat sprake is van een misverstand en dat hij heeft bevestigd dat hij niet over Nova Legal zal spreken en dat hij de kwestie als afgedaan beschouwd.
2.4.
Op Google Maps is bij Nova Incasso de mogelijkheid opengesteld om een review te geven en door middel van sterren een waardering te geven. Gemiddeld heeft Nova Incasso 4,1 van de 5 sterren. Op 19 oktober 2020 heeft [gedaagde] de volgende tekst geplaatst:
Nul sterren. Geld geïncasseerd en niet doorgestort. In plaats van hulp in oplossing is Nova een oorzaak van nog grotere problemen gebleken. Hoogste onbetrouwbare partij, contactpersonen niet te bereiken.
2.5.
Nova Incasso heeft diezelfde dag een reactie geplaatst:
Geachte heer [gedaagde] ,
Uw recensie is onjuist en niet waarheidsgetrouw. De curator van uw debiteur heeft Nova gesommeerd om gelden aan hem uit te keren. De curator heeft ons ervan op de hoogte gesteld dat uw vordering onrechtmatig is gebleken. U probeert thans - kennelijk via het geven van een slechte review - ons partij te maken in een geschil tussen u en de curator. Uw review is zoals u weet onjuist en u berokkent ons daarmee willens en wetens schade, daar uw review niet op de waarheid berust. Mocht u toch nog vragen hebben, dan staan wij u graag te woord.

3.De vordering en het verweer

3.1.
Nova Incasso vordert, verkort weergegeven, dat de rechtbank [gedaagde] gebiedt om de recensie van 19 oktober 2020 binnen 24 uur na betekening van dit vonnis te verwijderen, en zich in de toekomst, zowel direct als indirect, zowel mondeling, schriftelijk als elektronisch, niet negatief uit te laten over Nova Incasso en Nova Legal, op straffe van een dwangsom van € 10.000,00 per dag/keer dat [gedaagde] niet aan deze verplichting voldoet, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
Nova Incasso stelt daartoe, samengevat, dat [gedaagde] in strijd handelt met de door hem in de brief van 10 april 2020 en de e-mail van 15 april 2020 gedane toezegging dat hij zich van ieder commentaar over Nova Incasso zou onthouden. Subsidiair stelt zij dat [gedaagde] onrechtmatig handelt door het plaatsen van de recensie en dat het belang van Nova Incasso bij bescherming van haar eer en goede naam moet prevaleren. Zij stelt daartoe dat de recensie feitelijk onjuist en in strijd met de waarheid is omdat Nova Incasso een geïncasseerd bedrag van € 55.000,00 aan F4 heeft overgemaakt. Daarnaast is de recensie volgens Nova Incasso onvolledig en suggestief omdat de inhoud de suggestie wekt dat Nova Incasso zonder reden het geïncasseerde bedrag niet overmaakt terwijl zij daar goede redenen voor heeft, namelijk het bevel van de curator om de geïncasseerde gelden niet aan F4 te betalen. Nova Incasso betwist een hoogst onbetrouwbare partij te zijn.
3.2.
[gedaagde] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vordering, met veroordeling van Nova Incasso in de proceskosten. Hij voert daartoe aan, samengevat, dat de zaak zich niet leent voor behandeling in kort geding omdat er geen ruimte is voor de noodzakelijke bewijslevering ten aanzien van de verstrekkende vorderingen van Nova Incasso. Verder voert hij aan dat het spoedeisend belang ontbreekt. Hij wijst er op dat op Google review qua inhoud vergelijkbare recensies zijn te vinden die al twee jaar op Google review staan vermeld, zodat Nova Incasso kennelijk geen imagoschade lijdt en in elk geval geen spoedeisend belang heeft. Dat Nova Incasso de betreffende recensenten niet aanpakt en [gedaagde] wel, getuigt van een selectief beleid. [gedaagde] betwist dat hij een toezegging heeft gedaan, hij heeft niet meer gedaan dan mee te delen dat hij uit fatsoensoverwegingen niet over Nova Legal zal spreken. Verder betwist [gedaagde] dat sprake zou zijn van een onrechtmatige daad. Hij voert aan dat voor lezers voldoende duidelijk is dat een review slechts een mening van de schrijver weergeeft en dat daarbij het stevig aanzetten van de mening geoorloofd is. Bovendien is de informatie feitelijk juist nu Nova Incasso ontvangen gelden niet heeft doorgestort.

4.De beoordeling

4.1.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat Nova Incasso niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij een (spoedeisend) belang heeft bij het gevraagde gebod. Omdat de wet bepaalt dat zonder voldoende belang niemand een rechtsvordering toekomt, zal de voorzieningenrechter de vorderingen afwijzen. Daarvoor is het volgende redengevend.
4.2.
Anders dan Nova Incasso ingang wil doen vinden, is de voorzieningenrechter van oordeel dat in de brief van 10 april 2020 en de e-mail van 15 april 2020 van [gedaagde] geen toezegging of overeenkomst is te lezen die er toe strekt dat [gedaagde] zich van ieder commentaar over Nova Incasso zal onthouden. Deze brieven zijn geschreven in het kader van berichten die Nova Incasso van een derde stelt te hebben ontvangen over dat [gedaagde] zich in gesprekken negatief en grievend zou uitlaten over Nova Incasso. [gedaagde] heeft die berichten ontkend, zodat de juistheid van de beschuldigingen niet is komen vast te staan, en hij schrijft in dat kader dat hij zich onthoudt van ieder commentaar bij gelegenheden waarbij Nova Incasso over de tong gaat. Die mededeling heeft hij op 15 april 2020 herhaald. Van een contractuele verplichting dan wel een toezegging om zich in het vervolg van ieder commentaar te onthouden en dus ook geen recensie te schrijven, is geen sprake.
4.3.
Daarnaast is de voorzieningenrechter van oordeel dat Nova Incasso niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij door de recensie in haar belangen is getroffen. Zij heeft niet onderbouwd dat de recensie tot gevolg heeft gehad dat zij minder klanten heeft gekregen. Integendeel, Nova Incasso heeft volgens Google Review ondanks enkele negatieve recensies een gemiddelde van 4,1 sterren van de 5 mogelijk te halen sterren verkregen en heeft recent opnieuw de prestigieuze FD Gazelle Award gewonnen. Dat het imago van Nova Incasso door de recensie van [gedaagde] zou worden aangetast, is niet gebleken. Daarbij is van belang dat het bericht van [gedaagde] wel in zijn context moet worden geplaatst: het gaat om een door Nova Incasso zelf opengestelde review-mogelijkheid en het is een feit van algemene bekendheid dat dit soort reviews slechts een mening van klanten weergeeft. Bovendien kan niet worden volgehouden dat de review die [gedaagde] heeft gegeven feitelijk onjuist is. Het is immers niet in geschil dat Nova Incasso/Legal inderdaad, om haar moverende redenen, een deel van het geïncasseerde bedrag op haar derdenrekening heeft gestort, zodat het standpunt van [gedaagde] in elk geval gedeeltelijk juist is. Hoe het zit met het bedrag dat Nova Incasso onder zich heeft gehouden, is onderwerp van een bodemprocedure en de voorzieningenrechter laat zich daarover niet uit. Dat een enkele negatieve recensie Nova Incasso zou beschadigen, valt niet in te zien. Het ligt eerder meer voor de hand dat de (enkele) negatieve recensies de positieve recensies zullen versterken omdat daaruit blijkt dat de recensies afkomstig zijn van echte klanten, wat de betrouwbaarheid verhoogt. Bij dit alles weegt mee dat Nova Incasso gebruik heeft gemaakt van de gelegenheid om op de recensie te reageren en zij in haar eigen bericht de beweringen van [gedaagde] heeft ontkracht.
4.4.
Nova Incasso zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagde] worden begroot op:
- griffierecht € 304,00
- salaris advocaat
633,00
Totaal € 937,00

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt Nova Incasso in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot op € 937,00,
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling
uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. van der Meer en in het openbaar uitgesproken op 7 december 2020. [1]

Voetnoten

1.type: