ECLI:NL:RBNNE:2020:4340
Rechtbank Noord-Nederland
- Rekestprocedure
- Rechtspraak.nl
Opheffing van faillissement van Trademark Office B.V. en niet-ontvankelijkheid van schuldeisers in bezwaar
Op 8 december 2020 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, een beschikking gegeven in de zaak van het faillissement van Trademark Office B.V. De rechter-commissaris had het faillissement voorgedragen voor opheffing. Op 2 december 2020 heeft mr. E. van Sark, namens FNV Zelfstandigen en andere concurrente schuldeisers, bezwaar gemaakt tegen deze opheffing. De curator, mr. J.C.M. Silvius, heeft op 7 december 2020 gereageerd op de bezwaren van mr. Van Sark. Ondanks deze bezwaren heeft de rechter-commissaris de voordracht tot opheffing gehandhaafd en de rechtbank heeft de zaak in raadkamer behandeld.
De rechtbank overweegt dat op grond van artikel 16 van de Faillissementswet (Fw) de opheffing van het faillissement kan worden bevolen, mits de schuldeiserscommissie en de gefailleerde zijn gehoord. In dit geval is er echter geen commissie van schuldeisers ingesteld. De rechtbank stelt vast dat er voor de schuldeisers op dit moment geen rechtsmiddel openstaat tegen de opheffing, zoals bepaald in artikel 18 Fw, dat hoger beroep mogelijk maakt tegen een door de rechtbank bevolen opheffing. Daarom verklaart de rechtbank de schuldeisers niet-ontvankelijk in hun bezwaar.
De rechtbank concludeert dat er onvoldoende baten zijn voor de voldoening van de faillissementskosten en de overige boedelschulden. De voordracht van de rechter-commissaris tot opheffing van het faillissement wordt dan ook toegewezen. De rechtbank beveelt de opheffing van het faillissement van Trademark Office B.V. en verklaart de schuldeisers niet-ontvankelijk in hun bezwaar.