Op 4 december 2020 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die zijn ouders heeft mishandeld. De zaak, met parketnummer 18/820213-19, betreft twee incidenten van mishandeling, waarbij de verdachte op 9 juli 2019 zijn moeder en op 9 maart 2019 zijn vader heeft mishandeld. De verdachte is niet verschenen tijdens de zitting, maar zijn advocaat, mr. P.R. Logemann, was aanwezig. Het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. L.G. de Graaf.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zijn moeder heeft geslagen en geschopt, wat leidde tot pijn en letsel. Ook heeft hij zijn vader mishandeld door hem te duwen en te schoppen, wat resulteerde in een blauwe plek. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de slachtoffers betrouwbaar waren en dat de verdachte schuldig was aan de tenlastegelegde feiten.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 32 dagen, gelijk aan de tijd die hij al in voorarrest heeft doorgebracht. Bij de strafoplegging is rekening gehouden met de psychologische rapportage, waaruit bleek dat de verdachte lijdt aan een verstandelijke ontwikkelingsstoornis en een stoornis in het gebruik van alcohol en cannabis. De rechtbank heeft besloten dat de verdachte in een SVLVG-setting moet worden behandeld om de kans op recidive te verkleinen. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer en is openbaar gemaakt op 4 december 2020.