Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte] ,
Tenlastelegging
verdachte in of omstreeks de periode van augustus 2017 tot en met 22 mei 2020, te Beilen, (althans) in de gemeente Midden-Drenthe, in elk geval in het arrondissement Noord-Nederland, meermalen, in elk geval eenmaal opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, een hoeveelheid of hoeveelheden van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
hij op of omstreeks 23 mei 2020, te Beilen, (althans) in de gemeente Midden-Drenthe, opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid of hoeveelheden van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
verdachte op of omstreeks 23 mei 2020, te Beilen, (althans) in de gemeente Midden-Drenthe, een wapen van categorie II, onder 5 van de Wet wapens en munitie, te weten stroomstootwapen, zijnde een voorwerp waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos konden worden gemaakt of pijn kon worden toegebracht, voorhanden heeft gehad;
Beoordeling van het bewijs
Bewezenverklaring
verdachte in de periode van augustus 2017 tot en met 22 mei 2020, te Beilen, in de gemeente Midden-Drenthe, meermalen, opzettelijk heeft verwerkt en verkocht en afgeleverd en vervoerd, een hoeveelheid of hoeveelheden van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
verdachte op 23 mei 2020, te Beilen, in de gemeente Midden-Drenthe, opzettelijk aanwezig heeft gehad hoeveelheden van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
verdachte op 23 mei 2020, te Beilen, in de gemeente Midden-Drenthe, een wapen van categorie II, onder 5 van de Wet wapens en munitie, te weten een stroomstootwapen, zijnde een voorwerp waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos konden worden gemaakt of pijn kon worden toegebracht, voorhanden heeft gehad;
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
Inbeslaggenomen goederen
Toepassing van wetsartikelen
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.
Uitspraak
De rechtbank
een gevangenisstraf voor de duur van 769 dagen.
een gedeelte, groot 730 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 3 jaren, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.