ECLI:NL:RBNNE:2020:4139

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
25 november 2020
Publicatiedatum
27 november 2020
Zaaknummer
18/740010-20 herstelbeslissing
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelbeslissing in strafzaak tegen verdachte met betrekking tot jeugddetentie en leerstraf

Op 25 november 2020 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, afdeling strafrecht, een herstelbeslissing genomen in de zaak van het openbaar ministerie tegen een verdachte, geboren in 2003. Deze beslissing volgde op een eerder vonnis van 17 november 2020, waarin abusievelijk geen duur was verbonden aan de opgelegde leerstraf en waarin verzuimd was om de in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht voorgeschreven aftrek van de tijd in verzekering en/of voorlopige hechtenis toe te passen bij de jeugddetentie. De rechtbank kwalificeerde deze fouten als kennelijke misslagen en heeft deze hersteld. In de herstelbeslissing is bepaald dat de jeugddetentie voor de duur van 103 dagen wordt opgelegd, waarvan een gedeelte niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit schuldig maakt of de voorwaarden niet naleeft. Tevens is bepaald dat de tijd die de veroordeelde in verzekering en/of voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, in mindering zal worden gebracht op de opgelegde jeugddetentie. Daarnaast is een leerstraf opgelegd, bestaande uit het volgen van het leerproject Tools 4U, voor de duur van 25 uren, met de waarschuwing dat bij niet-naleving vervangende jeugddetentie voor de duur van 13 dagen zal worden toegepast. Deze herstelbeslissing is opgemaakt door de voorzitter, mr. M. Brinksma, en de rechters mr. G.W.G. Wijnands en mr. R.B. Maring, en is ondertekend op 25 november 2020, waarbij mr. Maring en de griffier buiten staat waren om mede te ondertekenen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 18/740010-20
Herstelbeslissing van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 25 november 2020 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] 2003 te [geboorteplaats],
wonende te [straatnaam], [woonplaats].
Tegen de verdachte is op 17 november 2020 vonnis gewezen door de rechtbank Noord-Nederland. In dit vonnis is met betrekking tot de leerstraf abusievelijk geen duur verbonden en is in het dictum van het vonnis verzuimd bij de oplegging van de jeugddetentie toepassing te geven aan de in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht voorgeschreven aftrek van de door verdachte in verzekering en/of voorlopige hechtenis doorgebrachte tijd.
De rechtbank ziet dit als een kennelijke misslag, herstelt deze fouten en bepaalt dat in voornoemd vonnis op pagina 15,
na de tekst:

een jeugddetentie voor de duur van 103 dagen.

Bepaalt dat van deze jeugddetentie een gedeelte, groot
90 dagenniet zal worden ten
uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de
veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op
2 jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de hierna te noemen
voorwaarden niet heeft nageleefd.
moet worden ingelezen de tekst:
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak
in verzekering en/of in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering
van de opgelegde jeugddetentie geheel in mindering zal worden gebracht.
en bepaalt dat in voornoemd vonnis op pagina 15,
na de tekst:
een leerstraf, bestaande uit het volgen van het leerproject Tools 4U.
moet worden ingelezen de tekst:
voor de duur van 25 uren.Beveelt dat voor het geval de veroordeelde de leerstraf
niet naar behoren verricht, vervangende jeugddetentie voor de duur van 13 dagen zal
worden toegepast.
De rechtbank bepaalt dat dit herstelvonnis wordt gehecht aan het op 17 november 2020 uitgesproken vonnis.
Deze herstelbeslissing is opgemaakt door mr. M. Brinksma, voorzitter, tevens kinderrechter, mr. G.W.G. Wijnands en mr. R.B. Maring, rechters, bijgestaan door C. Vellinga-Terpstra, griffier, en ondertekend op 25 november 2020.
Mr. Maring en de griffier zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.