ECLI:NL:RBNNE:2020:4136
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechters wegens niet verlenen van uitstel van de behandeling in een civiele procedure
Op 4 augustus 2020 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Noord-Nederland te Groningen een verzoek tot wraking behandeld. Het verzoek was ingediend door verzoekster, bijgestaan door mr. H. Loonstein, en was gericht tegen de rechters mrs. M. Griffioen, P.J. Duinkerken en W. Huizing. De wraking was gebaseerd op de afwijzing van een verzoek tot uitstel van de mondelinge behandeling in een hoger beroep tegen een beschikking van de rechter-commissaris. Verzoekster stelde dat er geen verhinderdata waren opgevraagd en dat de zittingsdatum kort voor de zitting was meegedeeld, wat in strijd zou zijn met de goede procesorde. Tevens werd aangevoerd dat de afwijzing van het uitstel niet gemotiveerd was, wat leidde tot een vrees voor partijdigheid van de rechters.
De rechtbank heeft de procedure en de argumenten van beide partijen zorgvuldig beoordeeld. Het verzoek tot wraking van mrs. Duinkerken en Huizing werd ongegrond verklaard, omdat zij niet betrokken waren bij de planning van de zitting en de beslissing omtrent het uitstel. Ten aanzien van mr. Griffioen werd overwogen dat haar beslissing om het verzoek tot uitstel af te wijzen een processuele beslissing was, en dat onvrede over deze beslissing op zichzelf onvoldoende grond biedt voor wraking. De rechtbank concludeerde dat verzoekster onvoldoende feiten of omstandigheden had aangevoerd die een objectief gerechtvaardigde vrees voor vooringenomenheid konden onderbouwen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek tot wraking afgewezen en de mondelinge behandeling achterwege gelaten. De beslissing werd openbaar uitgesproken en de betrokken partijen werden onmiddellijk op de hoogte gesteld van de uitkomst.