ECLI:NL:RBNNE:2020:4116
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Ontbinding huurovereenkomst en huurachterstand door overlast van bovenbuurman
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 17 november 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen de stichting Woonstichting Groninger Huis (hierna: Groninger Huis) en een huurder, aangeduid als [gedaagde]. Groninger Huis vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de huurwoning van [gedaagde] wegens huurachterstand en overlast van de bovenbuurman. De huurovereenkomst was op 14 december 2018 ingegaan, maar [gedaagde] had vanaf december 2019 de huur niet meer betaald, wat resulteerde in een achterstand van € 3.204,00 tot juni 2020.
De huurder voerde aan dat hij herhaaldelijk overlast had ervaren van de bovenbuurman, wat zijn woongenot ernstig had aangetast. Hij had Groninger Huis meerdere keren op de hoogte gesteld van deze overlast, maar vond dat de verhuurder onvoldoende actie had ondernomen. [gedaagde] had zelfs aangekondigd de huur gedeeltelijk in te houden als gevolg van de aanhoudende overlast.
De kantonrechter oordeelde dat Groninger Huis voldoende had gedaan om de overlast aan te pakken en dat [gedaagde] niet gerechtigd was om de huurbetaling op te schorten. De rechter wees de vorderingen van Groninger Huis tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming toe, evenals de vordering tot betaling van de huurachterstand en buitengerechtelijke incassokosten. De vordering van [gedaagde] tot huurprijsverlaging werd afgewezen, omdat er geen sprake was van een gebrek aan het gehuurde.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van zowel verhuurder als huurder in het geval van overlast en huurbetalingen, en bevestigt dat een verhuurder niet zomaar kan worden aangesproken voor overlast veroorzaakt door een andere huurder, mits hij voldoende actie onderneemt.