Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Procesverloop
2.De vaststaande feiten
3.Het geschil
4.De standpunten van partijen
5.De beoordeling
feitelijk uurloonuit te leggen.
feitelijk uurloonaldus moet worden begrepen, dat dit, allereerst, het uurloon betreft dat volgt uit de inschaling van de werknemer in één van de functieschalen van de cao. Dit is dus het bedrag dat werkgever op grond van de cao zonder meer ("minimaal") aan werknemer verschuldigd is, op basis van diens functie-inschaling. Daarnaast volgt uit voormelde omschrijving van het feitelijk uurloon (vanaf "tenzij") dat als werkgever en werknemer andere - waaronder, gelet op het minimumkarakter van de cao moet worden verstaan: gunstigere - afspraken over het uurloon hebben gemaakt, dit andere uurloon als het feitelijk uurloon van werknemer moet worden aangemerkt.
vaste(substantiële) loonsverhoging heeft gekregen over zijn toenmalige loon, waarvan door Copy Center onbetwist is gesteld dat dit loon destijds al boven het toenmalige cao-loon lag. Als door Copy Center onbetwist gesteld en becijferd staat vast dat als gevolg van deze loonsverhoging [eiser] vanaf 1 april 2016 tot op heden (en daarmee gedurende de gehele in geding zijnde periode) een bedrag van € 16,03 bruto per uur aan loon heeft ontvangen, waarmee hij (ruimschoots) is beloond boven de bedragen waarop hij, met inachtneming van de periodieke loonsverhogingen op basis van de cao, recht zou hebben gehad.
vasteloonsverhoging achterbleef bij hetgeen waartoe de cao-loonsverhogingen zouden hebben geleid (de partij-afspraak wegdenkend). De kantonrechter is van oordeel dat die situatie zich niet voordoet, nu vast staat (vgl. de getallen hiervoor genoemd onder 2.10) dat het met toepassing van de periodieke loonsverhogingen krachtens de beide cao's geldende bruto uurloon voor [eiser] (ruimschoots) beneden het aan hem, met toepassing van de toegekende vaste loonsverhoging ingaande 1 april 2016, toegekende bruto uurloon lag en ligt.