Op 13 november 2020 heeft de Rechtbank Noord-Nederland in Groningen uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het medeplegen van een diefstal met geweld en bedreiging met geweld. De verdachte, geboren in 1971 en thans gedetineerd in P.I. Leeuwarden, werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden en ter beschikking gesteld voor verpleging door de overheid. De tenlastelegging omvatte meerdere gewelddadige handelingen, waaronder het dreigen met een wapen en het dwingen van een medewerker van Bud Gett Hostels om geld af te geven. De rechtbank oordeelde dat het primair ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen was, mede op basis van de verklaring van de verdachte en proces-verbalen van de politie. De rechtbank hield rekening met de psychische toestand van de verdachte, die lijdt aan verschillende stoornissen, en de noodzaak voor behandeling in een beveiligde omgeving. De officier van justitie had een hogere straf geëist, maar de rechtbank legde een lagere straf op, rekening houdend met de verminderd toerekeningsvatbaarheid van de verdachte. Daarnaast werd de tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde straf gelast, omdat de verdachte zich niet aan de voorwaarden had gehouden. De rechtbank concludeerde dat de veiligheid van de samenleving de terbeschikkingstelling eiste, gezien het hoge recidiverisico van de verdachte.