ECLI:NL:RBNNE:2020:3855
Rechtbank Noord-Nederland
- Verstek
- Rechtspraak.nl
Beroep op erkenning en tenuitvoerlegging van een Belgische confiscatiebeslissing
Op 11 maart 2020 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, uitspraak gedaan in een zaak waarbij de veroordeelde beroep heeft ingesteld tegen de erkenning en tenuitvoerlegging van een Belgische confiscatiebeslissing. De confiscatiebeslissing was op 22 december 2015 door het Hof van beroep te Gent opgelegd en betrof een bedrag van € 18.736,97. De veroordeelde stelde dat hij nooit op de hoogte was gesteld van deze beslissing en dat deze nog niet onherroepelijk was. De rechtbank heeft het verweer van de veroordeelde verworpen en het beroep ongegrond verklaard.
De rechtbank overwoog dat de veroordeelde in zijn brief had aangegeven dat hij wenste dat de confiscatiebeslissing verder in België zou worden afgehandeld, omdat hij daar de mogelijkheid had om beroep in te stellen of bezwaar te maken, wat in Nederland niet mogelijk was. De rechtbank constateerde echter dat de Belgische beslissing op 17 augustus 2016 aan de veroordeelde was betekend en dat hij niet binnen de voorgeschreven termijn verzet of hoger beroep had ingesteld. Dit werd bevestigd door het certificaat dat door de officier van justitie was overgelegd.
De rechtbank benadrukte dat zij niet in het in het buitenland gevoerde rechtsgeding mocht treden en dat de officier van justitie in redelijkheid tot zijn beslissing tot erkenning had kunnen komen. De rechtbank concludeerde dat er geen gronden waren om de erkenning van de Belgische beslissing te weigeren en verklaarde het beroep ongegrond. De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter en twee andere rechters betrokken waren, en de griffier was T.L. Komrij.