Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte] ,
Tenlastelegging
Beoordeling van het bewijs
Feit 4: vrijspraak
mogelijkveroorzaakt zijn met de linkerschoen van het paar blauw Umbro schoenen waarover verdachte heeft verklaard te beschikken, onvoldoende bewijskracht hebben, zodat daaraan geen doorslaggevende betekenis kan worden gegeven. De modus operandi – het ingooien van het raam met een steen – acht de rechtbank bovendien niet specifiek genoeg.
Feit 6 primair en subsidiair: vrijspraak
Feiten 1, 2 subsidiair en 6 meer subsidiair
Feit 3
Feit 5
Beslagene
Volgnummer 1
zeer waarschijnlijkveroorzaakt is met de rechterschoen van het paar blauw Umbro schoenen, waarover verdachte heeft verklaard dat dit paar schoenen – in ieder geval gedurende een deel van de ten laste gelegde periode – van hem was, een voldoende sterke bewijskracht heeft, zodat daaraan doorslaggevende betekenis kan worden gegeven.
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
Benadeelde partij
1. [slachtoffer 2] , tot een bedrag van € 100 ter zake van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
2. [slachtoffer 8] , tot een bedrag van € 115,20 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
Vordering na voorwaardelijke veroordeling
Inbeslaggenomen goederen
Toepassing van wetsartikelen
Uitspraak
De rechtbank
een gevangenisstraf voor de duur van 400 dagen.
een gedeelte, groot 279 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 3 jaren, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.
een taakstraf voor de duur van 80 uren.
[slachtoffer 2]niet ontvankelijk.
[slachtoffer 8]toe tot na te melden bedrag en veroordeelt verdachte tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van
€ 22,40(zegge: tweeëntwintig euro en veertig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 juli 2019. Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 8] voor het overige af.