RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling strafrecht
parketnummer 18/730090-19
ter terechtzitting gevoegd parketnummer 18/730093-19
vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 13 februari 2020 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1990 te [geboorteplaats],
thans gedetineerd in [instelling 1].
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 30 januari 2020.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. P.R. Logemann, advocaat te Harlingen.
Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. R.G. de Graaf.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd
in de zaak met parketnummer 18/730090-19 dat:
1.
hij op of omstreeks 13 mei 2019 te Delfstrahuizen, (althans) in de gemeente De Fryske Marren, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
-een aantal flessen alcoholhoudende drank (-onder meer- Beerenburg, Wodka, koffielikeur, Amaretto, rode wijn, Sobreiro Ruby port, fles in de vorm van een hartje, kersenlikeur, Cointreau, Proosje van Schiedam) en/of
-een bruine (leren) aktetas (inhoudende -onder meer- een zwarte (leren) schrijfmap en/of een bruine (leren) schrijfmap) en/of
-een laptop (merk Asus, kleur zwart) en/of
-een Apple iPhone 7 en/of een Apple iPhone 6 en/of
-twee iPads en/of
-een bluetooth speaker merk JBL en/of
-een stethoscoop
heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
althans, indien ter zake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in de nacht van 12 op 13 mei 2019 te Heerenveen, (althans) in de gemeente Heerenveen,
tussen 23.15 uur en 07.00 uur, in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond (perceel [straatnaam], aldaar), alwaar verdachte en/of zijn mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en), in/uit die woning heeft/hebben weggenomen
-een (zwarte) portemonnee (inhoudende -onder meer- een ID-kaart en/of een rijbewijs en/of een ING-bankpas en/of een aantal VVV-bonnen en/of een drietal pasfoto's) en/of
-een aantal flessen alcoholhoudende drank (-onder meer- Beerenburg, Wodka, koffielikeur, Amaretto, rode wijn, Sobreiro Ruby port, fles in de vorm van een hartje, kersenlikeur, Cointreau, Proosje van Schiedam) en/of
-een Apple iPhone type 6 en/of een Apple iPhone type 7, in een bruin hoesje met daarin een rijbewijs en/of een visakaart en/of een ING-bankpasje) en/of
-een iPad type 3 en/of een Ipad type 4 en/of een bluetooth speaker merk JBL en/of een laptop (merk Asus, kleur zwart) en/of
-een bruine laptoptas (inhoudende -onder meer- een zwarte en een bruine leren schrijfmap) en/of een zwarte schoudertas (inhoudende -onder meer- een toegangspas voor een ziekenhuis en/of een stethoscoop) en/of
-een grijze gewatteerde winterjas en/of in/uit een (fietsen)schuur heeft/hebben weggenomen
-een racefiets (merk Fuji, type Roubaix, zwarte kleur met rode accenten) en/of
-een damesfiets (merk Batavus, wit/crèmekleurig)
in elk geval (telkens) enig goed, dat (telkens) geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 1] en/of zijn echtgenote en/of andere huisgenoten, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2.
hij in of omstreeks de periode van 11 mei 2019 tot en met 13 mei 2019, althans in het jaar 2019, te Delfstrahuizen, (althans) in de gemeente De Fryske Marren en/of te Heerenveen, (althans) in de gemeente Heerenveen, in elk geval in Nederland, opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd,
in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad,
-75,41 gram, in elk geval (een) hoeveelhe(i)d(en), van een materiaal bevattende amfetamine (speed) en/of
-230,54 gram, in elk geval (een) hoeveelhe(i)d(en), van een materiaal bevattende gammahydroxyboterzuur (GHB) en/of
-4,30 gram, in elk geval (een) hoeveelhe(i)d(en), van een materiaal bevattende MDMA (zogenoemde xtc-pillen),
zijnde amfetamine en/of gammahydroxyboterzuur en/of MDMA (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3.
hij in of omstreeks de periode van 11 mei 2019 tot en met 13 mei 2019 te Heerenveen, (althans) in de gemeente Heerenveen, opzettelijk een portemonnee inhoudende onder meer een ABN Amro bankpasje en/of een rijbewijs en/of een ID-kaart en/of een zorgpas Zilveren Kruis Achmea, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en welk(e) goed(eren) verdachte anders dan door misdrijf onder zich had, te weten als gevonden voorwerp(en), wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
althans, indien ter zake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks de periode van 11 mei 2019 tot en met 13 mei 2019 te Heerenveen, (althans) in de gemeente Heerenveen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een portemonnee inhoudende onder meer een ABN Amro bankpasje en/of een rijbewijs en/of een ID-kaart en/of een zorgpas Zilveren Kruis Achmea, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
4.
hij in of omstreeks de periode van 11 mei 2019 tot en met 13 mei 2019 te Echtenerbrug, (althans) in de gemeente De Fryske Marren, en/of te Heerenveen, (althans) in de gemeente Heerenveen, in elk geval in Nederland (meermalen) geld, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele toebehoorde aan [slachtoffer 2], althans aan een ander dan verdachte, (telkens) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, (telkens) terwijl verdachte dat weg te nemen geld onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, door (bij Supermarkt De Spar en/of Supermarkt Albert Heijn) (telkens) diverse goederen te betalen (telkens) door met het bankpasje van die [slachtoffer 2] contactloos te pinnen;
althans, indien ter zake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks 11 mei 2019 tot en met 13 mei 2019 te Heerenveen, (althans) in de gemeente Heerenveen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een portemonnee (inhoudende -onder meer- een ABN Amro pinpas en/of een rijbewijs en/of een ID-kaart), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
[slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
althans, indien ter zake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks de periode van 11 mei 2019 tot en met 13 mei 2019 te Heerenveen, (althans) in de gemeente Heerenveen, opzettelijk een portemonnee (inhoudende -onder meer- een ABN Amro pinpas en/of een rijbewijs en/of een ID-kaart), in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en welk goed verdachte anders dan door misdrijf onder zich had, te weten als
gevonden voorwerp(en), wederrechtelijk zich heeft toegeëigend
en in de zaak met parketnummer 18/730093-19 dat:
1.
hij op of omstreeks 6 mei 2019 te Joure, (althans) in de gemeente De Fryske Marren, een (dames)fiets (merk Zyssler, kleur zwart), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 3], heeft weggenomen, uit een schuurtje welke zich in een omheinde afgesloten tuin bevond, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen fiets onder zijn bereik heeft gebracht door
middel van braak, verbreking of inklimming;
althans, indien ter zake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij op of omstreeks 6 mei 2019 te Joure, (althans) in de gemeente De Fryske Marren,
opzettelijk en wederrechtelijk een (dames)fiets (merk Zyssler, kleur zwart), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, tijdelijk buiten het bereik van de rechthebbende heeft gebracht en aldus/althans heeft weggemaakt;
2.
hij op of omstreeks 6 mei 2019 te Joure, (althans) in de gemeente De Fryske Marren, toen een opsporingsambtenaar in de rechtmatige uitoefening van diens bediening hem naar zijn identificerende persoonsgegevens vroeg, aan die opsporingsambtenaar (een) andere dan zijn werkelijke naam, te weten [naam 1], en geboortedatum, te weten [geboortedatum], heeft opgegeven.
Beoordeling van het bewijs
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd voor het in de zaak met parketnummer 18/730093-19 van het onder 1. primair ten laste gelegde. Hij heeft veroordeling gevorderd voor het in de zaak met parketnummer 18/730090-19 onder 1. primair, 2., 3. primair en 4. primair en het in de zaak met parketnummer 18/730093-19 onder 1. subsidiair en 2. ten laste gelegde. Hij heeft daartoe het volgende aangevoerd.
Ten aanzien van het in de zaak met parketnummer 18/730090-19 onder 1. ten laste gelegde.
Op grond van de bewijsmiddelen kan worden vastgesteld dat verdachte samen met medeverdachte [medeverdachte] zeer kort na de diefstal de tassen met de gestolen goederen voorhanden had. Een deel van de gestolen goederen is later die dag in de auto bij verdachte aangetroffen en een deel van de gestolen goederen is in de woning van [medeverdachte] aangetroffen. Verdachte was die ochtend ook in de woning van [medeverdachte]. Beide verdachten hebben niet verklaard over de herkomst van de goederen, maar verdachte heeft verklaard dat hij wel wist dat de goederen niet op eerlijke wijze waren verkregen. Er was sprake van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en [medeverdachte]. Deze samenwerking was zo intensief dat sprake is van medeplegen van opzetheling.
Ten aanzien van het in de zaak met parketnummer 18/730090-19 onder 2. ten laste gelegde.Uit de bewijsmiddelen volgt niet dat verdachte in drugs heeft gehandeld. Het gaat er dus om of verdachte de drugs opzettelijk aanwezig heeft gehad. Hiervoor is van belang dat verdachte wetenschap van de aanwezigheid van de drugs had en dat deze zich in zijn machtssfeer bevonden. Verdachte had geen wetenschap van de aanwezigheid van de XTC-pillen. Daarnaast bevonden deze XTC-pillen en de amfetamine zich niet in zijn machtssfeer. Verdachte moet daarom worden vrijgesproken van het aanwezig hebben van deze middelen. Voor het opzettelijk aanwezig hebben van GHB kan een veroordeling volgen, want dit middel is bij verdachte aangetroffen en bevond zich dus in zijn machtssfeer.
Ten aanzien van het in de zaak met parketnummer 18/730090-19 onder 3. primair en 4. primair ten laste gelegde.
Verdachte heeft verklaard dat hij het mapje met de passen heeft gevonden en dat hij vervolgens met de bankpas bij de Spar en de Albert Heijn contactloos heeft gepind. De verduistering van het mapje met de passen en de diefstallen door gebruikmaking van een valse sleutel kunnen wettig en overtuigend worden bewezen.
Ten aanzien van het in de zaak met parketnummer 18/730093-19 onder 1. ten laste gelegde. Verdachte heeft de fiets van zijn vriendin, waarmee hij op dat moment ruzie had, geleend. Hij had niet het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening. Hij heeft de fiets wel tijdelijk weggemaakt, zodat het subsidiair ten laste gelegde kan worden bewezen.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken voor het in de zaak met parketnummer 18/730090-19 onder 2. en voor het in de zaak met parketnummer 18/730093-19 onder 1. primair en 1. subsidiair ten laste gelegde. Hij heeft het volgende aangevoerd.
Ten aanzien van het in de zaak met parketnummer 18/730090-19 onder 1. ten laste gelegde.Verdachte neemt verantwoordelijkheid voor het voorhanden hebben van goederen waarvan hij wist dat het geen 'zuivere koffie' was. Hij heeft echter geen enkele betrokkenheid gehad bij de woninginbraak. [medeverdachte] kwam met de goederen bij zijn auto. Er was geen sprake van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en [medeverdachte]. Verdachte moet dus worden vrijgesproken van het medeplegen.
Ten aanzien van het in de zaak met parketnummer 18/730090-19 onder 2. ten laste gelegde.Verdachte heeft niet in drugs gehandeld en tevens kan niet worden bewezen dat hij de ten laste gelegde drugs voorhanden heeft gehad, zodat hij hiervan moet worden vrijgesproken. Verdachte had geen wetenschap van de aanwezigheid van de XTC-pillen. De amfetamine lag in de vriezer van [medeverdachte]. Verdachte wist dat het daar lag, maar hij mocht dit niet zelf pakken. De amfetamine bevond zich dus niet in zijn machtssfeer. Verdachte had een klein fruitshotflesje met GHB bij zich. Uit het dossier blijkt niet hoeveel GHB hierin zat, zodat niet kan worden bewezen dat verdachte 230 gram GHB aanwezig had.
Ten aanzien van het in de zaak met parketnummer 18/730093-19 onder 1. ten laste gelegde.Verdachte heeft tijdens een ruzie met zijn vriendin haar fiets zonder haar toestemming meegenomen. Hij had niet het oogmerk van wederrechtelijk toe-eigening en ook niet een duidelijk opzet op het wegmaken van de fiets, zodat hij van het onder 1. primair en 1. subsidiair ten laste gelegde moet worden vrijgesproken.
Oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van het in de zaak met parketnummer 18/730090-19 onder 1. primair ten laste gelegde.
De rechtbank is met de raadsman van oordeel dat niet kan worden bewezen dat bij de ten laste gelegde opzetheling sprake is van medeplegen. De rechtbank zal verdachte daarom van het medeplegen vrijspreken.
De rechtbank overweegt hiertoe het volgende.
Verdachte heeft verklaard dat hij in de vroege ochtend van 13 mei 2019 een aantal malen contact met [medeverdachte] heeft gehad. [medeverdachte] kwam bij de woning van een vriend van verdachte met een fiets en hij vertelde dat deze fiets bij een woning vandaan kwam en dat daar nog meer mooie fietsen zouden staan. [medeverdachte] ging daarna terug naar die woning. Verdachte heeft met [medeverdachte] een afspraak gemaakt om onder meer goederen voor hem te vervoeren. Hij heeft met de auto, die verdachte tot zijn beschikking had, de goederen voor [medeverdachte] vervoerd en naar de woning van [medeverdachte] gebracht. Verdachte heeft de goederen bij de woning uitgeladen en bij de woning naar binnen gebracht. Later heeft hij een deel van de goederen weer naar de auto gebracht. De verklaring van verdachte vindt steun in de camerabeelden van het BP tankstation in Heerenvaan en de waarnemingen van de verbalisant, die verdachte tassen met goederen vanuit de woning van [medeverdachte] naar en in de auto heeft zien tillen. De rechtbank heeft daarom geen reden om te twijfelen aan deze verklaring. Uit deze verklaring blijkt niet dat verdachte de goederen samen met [medeverdachte] voorhanden heeft gekregen, maar dat hij de goederen via [medeverdachte] voorhanden heeft gekregen. De rechtbank acht daarom niet bewezen dat sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en [medeverdachte] die is gericht op de heling van de goederen.
Ten aanzien van het in de zaak met parketnummer 18/730090-19 onder 2. ten laste gelegde.
De rechtbank is -met de officier van justitie en de raadsman- van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte heeft gehandeld in harddrugs en dat hij opzettelijk XTC-pillen en amfetamine aanwezig heeft gehad, zodat de rechtbank hem hiervan zal vrijspreken.
Ten aanzien van het in de zaak met parketnummer 18/730093-19 onder 1. ten laste gelegde.
De rechtbank is -met de officier van justitie en de raadsman- van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte de fiets van [slachtoffer 3] heeft weggenomen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening. Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat uit de bewijsmiddelen ook niet blijkt dat verdachte opzet had op het wederrechtelijk buiten bereik brengen van deze fiets. De rechtbank zal verdachte daarom van zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde vrijspreken.
Ten aanzien van het in de zaak met parketnummer 18/730090-19 onder 2. ten laste gelegde.
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring van het in de zaak met parketnummer 18/730090-19 onder 2. redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. De door verdachte ter zitting van 30 januari 2020 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Op 13 mei 2019 te Delfstrahuizen heb ik in de woning van [medeverdachte] GHB gebruikt. Het witte fruitshotflesje met GHB was van mij.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van doorzoeking woning van 15 mei 2019, opgenomen op pagina 93 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met zaaknummer Z-19-036 van 10 juli 2019, inhoudend als verklaring van verbalisant:
Op 13 mei 2019 traden wij binnen op het adres [straatnaam] te Delfstrahuizen. Deze woning wordt gebruikt voor kamerverhuur en er staan meerdere personen ingeschreven waaronder [medeverdachte]. Op de bovenverdieping van de woning in de kamer aan het einde van de gang werd verdachte [verdachte] aangetroffen. Dit bleek de kamer van bewoner [medeverdachte] te zijn. [medeverdachte] was ook in de kamer aanwezig. Bij de doorzoeking werden de volgende goederen aangetroffen en in beslag genomen:
- verdovende middelen, klein limonadeflesje met vermoedelijk GHB, goednummer 1138211, woonkamer op de salontafel.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal verdovende middelen van 8 juli 2019, opgenomen op pagina 373 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van verbalisanten:
goednummer : PL0100-2019120736-1138211
omschrijving : een witte flacon met daarin een heldere kleurloze stroperige
vloeistof
nettogewicht : 20,40 gram
Sinmonster : AAMO8274NL
Ferrichloride test : positief op GHB
Het monster wordt naar het NFI gezonden.
4. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, zaaknummer 2019.07.02.191, van 22 juli 2019 opgemaakt door ing. C.M.M. Diever-Heezen, op de door haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige, opgenomen als bijlage bij het aanvullend proces-verbaal van Politie Noord-Nederland met zaaknummer Z-19-36, d.d. 15 augustus 2019, voor zover inhoudend als haar verklaring:
Kenmerk AAMO8274NL, een stroperige vloeistof is onderzocht en de conclusie is dat het GHB bevat.
Ten aanzien van het in de zaak met parketnummer 18/730090-19 onder 1. primair, 3. primair en 4. primair en het in de zaak met parketnummer 18/730093-19 onder 2. ten laste gelegde.
De rechtbank acht het in de zaak met parketnummer 18/730090-19 onder 1. primair, 3. primair en 4. primair en het in de zaak met parketnummer 18/730093-19 onder 2. ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte deze feiten duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
in de zaak met parketnummer 18/730090-19: