Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
5.De beslissing
Arnhem-Leeuwarden
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 14 oktober 2020 uitspraak gedaan over een verzoek tot wijziging van de kinderalimentatie. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. H.C.L. Crozier, heeft verzocht om de bijdrage in de kosten van opvoeding en verzorging van zijn twee minderjarige kinderen te verlagen van € 118,- naar € 25,- per kind per maand, met terugwerkende kracht tot 1 november 2019. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. D.M. Leutenegger, heeft verweer gevoerd en de man verzocht niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoek.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van een wijziging van omstandigheden, zoals bedoeld in artikel 1:401 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek. De man heeft zijn huidige inkomen aangetoond, dat het netto gezinsinkomen tijdens de samenleving overstijgt. De rechtbank heeft de behoefte van de kinderen vastgesteld op € 671,- per maand, wat neerkomt op € 336,- per kind per maand. Na beoordeling van de draagkracht van beide ouders, heeft de rechtbank besloten dat de man vanaf 28 februari 2020 € 58,- per kind per maand moet betalen als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding.
De rechtbank heeft ook bepaald dat de vrouw niet gehouden is tot terugbetaling van eventueel teveel ontvangen alimentatie over de periode van 28 februari 2020 tot heden. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de rechtbank heeft het meer of anders verzochte afgewezen. Hoger beroep tegen deze beschikking kan binnen drie maanden na de uitspraak worden ingesteld.