ECLI:NL:RBNNE:2020:3560

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
20 oktober 2020
Publicatiedatum
21 oktober 2020
Zaaknummer
LEE 20/2870
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verblijfsontzegging voor het centrum van Winschoten wegens betrokkenheid bij een geweldsincident

Op 20 oktober 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. W.G. ten Have, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de burgemeester van de gemeente Oldambt, die op 2 oktober 2020 een verblijfsontzegging had opgelegd voor het centrum van Winschoten. Deze maatregel was van kracht van 3 oktober tot en met 2 november 2020, naar aanleiding van de betrokkenheid van verzoeker bij een geweldsincident op 20 september 2020. Tijdens de zitting op 20 oktober 2020 was verzoeker niet persoonlijk aanwezig, maar werd hij vertegenwoordigd door mr. N.B. Spijker. De burgemeester werd vertegenwoordigd door mr. A.K. Spijk en G.H.M. Deddens.

De voorzieningenrechter heeft de situatie rondom de verblijfsontzegging beoordeeld. Verweerder stelde dat er een groot probleem is met overlast door jongeren in het centrum van Winschoten en dat er een risico op confrontatie met vrienden van het slachtoffer bestond als verzoeker daar weer zou verschijnen. Verzoeker voerde aan dat hij voor zijn werk in het centrum moest zijn en dat hij de sportschool daar bezocht voor zijn dagbesteding. De voorzieningenrechter oordeelde echter dat de belangen van verweerder zwaarder wogen dan die van verzoeker. De rechter merkte op dat verzoeker een werkgeversverklaring moest indienen om aan te tonen dat hij voor zijn werk in het centrum moest zijn. De voorzieningenrechter wees het verzoek om een voorlopige voorziening af, en concludeerde dat de verblijfsontzegging gerechtvaardigd was gezien de ernst van het geweldsincident en de overlastsituatie in het centrum.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: LEE 20/2870
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van 20 oktober 2020 op het verzoek om een voorlopige voorziening in de zaak tussen
[verzoeker], te [adres] , verzoeker
(gemachtigde: mr. W.G. ten Have),
en
de burgemeester van de gemeente Oldambt, verweerder
(gemachtigde: mr. A.K. Spijk).

Procesverloop

Bij besluit van 2 oktober 2020 (het primaire besluit) heeft verweerder aan verzoeker een verblijfsontzegging opgelegd, geldend voor het centrum van Winschoten, voor de periode van zaterdag 3 oktober 2020 tot en met maandag 2 november 2020.
Verzoeker heeft tegen het primaire besluit bezwaar gemaakt. Hij heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 20 oktober 2020.
Verzoeker is niet in persoon verschenen, maar wel is hij vertegenwoordigd door
mr. N.B. Spijker, kantoorgenoot van zijn gemachtigde.
Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde en door
G.H.M. Deddens.
Na afloop van de zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.

Overwegingen

1. De verblijfsontzegging is opgelegd omdat verzoeker op 20 september 2020 betrokken was bij een geweldsincident in het cedntrum van Winschoten. Gezien de camerabeelden hiervan, heeft verweerder de mishandeling waarin verzoeker een aandeel had, terecht aangemerkt als een ernstig incident.
2. Ter zitting heeft verweerder uiteengezet dat het centrum van Winschoten de laatste tijd een groot probleem kent met overlast door meerdere groepen jongeren. Specifiek voor deze zaak geldt dat er het risico is van confrontatie met vrienden van het slachtoffer als verzoeker weer verschijnt in het centrum van Winschoten.
3. Verzoeker heeft aangevoerd dat hij voor zijn werk in het centrum moet zijn, namelijk op [naam 1] . De voorzieningenrechter merkt op dat de Algemene plaatselijke verordening Oldambt 2020 bepaalt dat de verblijfsontzegging niet geldt voor zover de betrokkene er voor zijn werk moet zijn. Zoals ter zitting is besproken, dient verzoeker hiervoor een werkgeversverklaring, met daarin genoemd de werktijden, aan verweerder toe te sturen.
Op dit punt hoeft dus geen voorziening te worden getroffen door de rechter.
4. Verzoeker heeft verder aangevoerd dat bezoek aan de sportschool op het [naam 2] voor hem belangrijk is. Dit zorgt voor ritme, dagbesteding en afleiding.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter moet aan de belangen van verweerder (zie onder 2) meer gewicht toegekend worden dan aan het belang van verzoeker bij bezoek aan de sportschool op het [naam 2] . Van verzoeker mag verwacht worden dat hij zijn zinnen op een andere manier verzet.
De omstandigheid dat de sportschool in het centrum staat, is daarom geen reden om een voorlopige voorziening te treffen.
Deze uitspraak is gedaan door mr. H.J. Bastin, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. H.A. Hulst, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 20 oktober 2020.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.