Beoordeling van het bewijs
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor het onder 1., 2. primair, 3., 4. en 5. ten laste gelegde. Zij heeft aangevoerd dat verdachte de onder 3. ten laste gelegde diefstal alleen heeft gepleegd, zodat hij moet worden vrijgesproken van het in vereniging plegen van dit feit. Ten aanzien van feit 5. heeft zij aangevoerd dat sprake is van het in vereniging plegen van diefstal door insluiping in een woning, zodat verdachte van de gekwalificeerde diefstal moet worden vrijgesproken.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het in vereniging plegen van de onder 3. ten laste gelegde diefstal, omdat anderen bij deze diefstal geen significante bijdrage hebben geleverd.
Tevens heeft zij betoogd dat feit 5. een insluiping in een woning betreft, zodat verdachte van gekwalificeerde diefstal moet worden vrijgesproken. Verder moet verdachte ten aanzien van feit 5. worden vrijgesproken van de diefstal van een telefoon van het merk Archos en de rookwaren met de gasaansteker, omdat uit het dossier onvoldoende blijkt dat deze goederen zijn weggenomen. Zowel verdachte als zijn mededader verklaren niet over het wegnemen van deze goederen. Ten aanzien van de overige feiten heeft de raadsvrouw aangevoerd dat verdachte een bekennende verklaring heeft afgelegd en dat zij met betrekking tot deze feiten geen opmerkingen heeft.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht het onder 1., 2. primair, 3., 4. en 5. ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring.
Omdat verdachte de feiten 1., 2. primair, 3. en 4. duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met betrekking tot deze feiten met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
1. de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 17 september 2020;
2. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van 6 november 2019, opgenomen op pagina 65 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL100-2019306063 Z van 21 december 2019, inhoudend de verklaring van [getuige 1] ;
3. een schriftelijk stuk, te weten een brandrapport van 4 november 2019, opgenomen op pagina 93, van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van [getuige 2] ;
4. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van 17 november 2019, opgenomen op pagina 76 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van verbalisant [verbalisant] .
1. de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 17 september 2020;
2. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van 20 november 2019, opgenomen op pagina 96 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL100-2019306063 Z van 21 december 2019, inhoudend de verklaring van [getuige 3] ;
3. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van 17 november 2019, opgenomen op pagina 76 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van verbalisant [verbalisant] .
1. de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 17 september 2020;
2. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van 1 oktober 2019, opgenomen op pagina 174 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL100-2019306063 Z van 21 december 2019, inhoudend de verklaring van [slachtoffer 1] .
1. de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 17 september 2020;
2. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van 31 oktober 2019, opgemaakt door Politie Noord-Nederland met nummer PL100-2019289823-1, niet deel-uitmakend van voornoemd dossier maar los daarbij gevoegd, inhoudend de verklaring van [getuige 4] .
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die voor de bewezenverklaring van feit 5. redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. De door verdachte ter zitting van 17 september 2020 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Op 5 oktober 2019 ben ik samen met [medeverdachte] meerdere malen in een woning in Langezwaag naar binnen gegaan. We waren die ochtend op zoek naar een woning die openstond, zodat we naar binnen konden. Toen ik bij deze woning de achterdeur probeerde te openen voelde ik dat hij open was. [medeverdachte] en ik zijn beide de woning binnengegaan. We hebben uit de woning de volgende goederen weggenomen:
- een laptop van het merk Lenovo;
- twee telefoons van het merk Samsung;
- een telefoon van het merk Huawei;
- een motorhelm in de kleuren rood, wit en zwart;
- een playstation 3 en het is best mogelijk dat hier nog een spel in zat;
- allerlei pasjes die in telefoonhoesjes zaten, bankbiljetten en wat muntgeld;
- etenswaren, zoals koekjes en kauwgum, en drinken.
Ik stopte veel van deze goederen in de buidel van mijn jas. [medeverdachte] en ik zijn drie keer heen en weer naar mijn woning geweest om goederen naar mijn woning te brengen. We hebben alle weggenomen goederen op mijn bed neergelegd. Uit het schuurtje behorende bij de woning hebben we een dames- en een herenfiets, allebei van het merk Batavus, weggenomen. Deze fietsen hebben wij in de schuur bij mijn woning gezet en hebben we later blauw geschilderd. We hadden geen toestemming om de goederen weg te nemen.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 9 oktober 2019, opgenomen op pagina 200 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL100-2019306063 Z van 21 december 2019, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 2] :
Ik doe aangifte van een inbraak in mijn woning te Langezwaag. Op 5 oktober 2019 ben ik rond het tijdstip 05:40 uur begonnen met mijn krantenbezorgrondje. Ik heb mijn woning via de achterdeur verlaten. Ik heb deze achterdeur niet slotvast afgesloten. Toen ik rond 07:00 uur weer thuis kwam zag ik een fiets op straat staan. Deze fiets stond voor mijn woning op de standaard. Ik vond dit vreemd wegens het tijdstip en had de fiets tijdens de eerste rondes niet gezien. Toen ik dichterbij kwam zag ik dat deze zwarte Batavus herenfiets veel leek op mijn fiets. Ik ben vervolgens doorgereden mijn erf op naar de achterkant van mijn woning. Bij de schuur zag ik dat er een sleutel in het slot van de schuurdeur zat en dat deze deur op een kier openstond. Dit bevreemde mij, daar ik wist dat deze deur op slot behoort te zijn. Ik herken deze sleutel met een rood lint, als zijnde de sleutel die aan het sleutelrekje hangt in de garage. Toen ik verder rondkeek zag ik ook dat de achterdeur op een kier openstond. Ik ben via deze achterdeur naar binnen gegaan, doorgelopen richting de bijkeuken. Via de bijkeuken kwam ik in de keuken en woonkamer, en in eerste instantie viel mij hier niets op. Ik ben doorgelopen naar de hal. In deze hal zag ik dat de voordeur ook op een kier stond. Ik kreeg het gevoel dat een vreemd persoon in mijn woning was geweest. Ik ben daarop weer naar buiten gelopen om te zien of ik nog iemand op straat zag. Dat was niet het geval maar ik zag wel dat mijn fiets verdwenen was. Pas later, toen mijn vrouw, zoon en dochter, beneden in de kamer waren, hoorde ik van hen dat er meer goederen weggenomen waren. Ik kan een omschrijving van de gestolen goederen geven:
- een HP Pavilion laptop, kleur blauw met daaraan vast een zogenaamde muis. Deze stond in de woonkamer.
- een Lenovo Ultrabook laptop, kleur goud, waarde 645,85. Deze stond in de achterkamer.
- een Samsung Galaxy J7, kleur zwart. Deze lag in de achterkamer.
- een Samsung Galaxy J5, kleur zwart. Deze lag daar ook.
- een Huawei LYO L21 gsm, kleur wit. Deze lag ook in de achterkamer
- een Archos Ac 50FHE gsm zonder kaartje of abonnement. Deze lag daar ook.
- een AGV motorhelm, kleuren rood, wit en zwart met ingebouwde intercom.. Deze lag in
- een Playstation 3 met spel Essentials erin, kleur zwart. Deze lag in de woonkamer.
- een Batavus herenfiets, type Intermezzo, kleur zwart met bruin herenzadel.
- een Batavus damesfiets, type Roadbike Mambo, kleur wit.
- de ID bewijzen van zowel mijn vrouw als die van mij. Dezen zaten in een oud zwart gsm hoesje van mij. In dit hoesje zat verder nog mijn rijbewijs, twee bankbiljetten van 10 euro, een biljet van 10 euro, enkele losse euro munten, twee bankpassen van de Rabobank, een medisch pasje over mijn kunstheup, een trombose pas, een ziekenfondskaart van DSW, en een creditkaart van de Rabobank. .
Verder zag ik dat de dader wat etenswaren en drinken meegenomen had, en nog wat koekjes, drie potten met kauwgum en rokersspul met een gasaansteker.
Kennelijk heeft de dader zich de toegang via de losstaande achterdeur verschaft om zo, via de garage en bijkeuken onze woning te betreden. De dader heeft beneden de woning doorzocht en meegenomen wat van waarde was. Later bleek nog dat de damesfiets van mijn dochter ook weggenomen was uit deze schuur.