In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 30 september 2020 een beschikking gegeven naar aanleiding van een klacht van verzoeker over zijn insluiting in de periode van 2 mei tot en met 14 mei 2020. Verzoeker, die onder een zorgmachtiging viel, verzocht de rechtbank om zijn klacht gegrond te verklaren en schadevergoeding te ontvangen van € 80,00 per dag. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker onterecht gedurende deze periode aaneengeschakeld is ingesloten, terwijl de zorgmachtiging slechts beperkte insluiting toestond. De rechtbank oordeelde dat de klacht van verzoeker gegrond was en kende een schadevergoeding toe van € 50,00 voor de periode van 2 tot en met 14 mei 2020.
Daarnaast heeft de rechtbank ook de klacht van verzoeker over de insluiting in de periode van 15 mei tot 29 mei 2020 beoordeeld. Hoewel de insluiting in deze periode onrechtmatig was, werd er rekening gehouden met de omstandigheden waaronder verzoeker zich bevond. De rechtbank kende een schadevergoeding toe van € 350,00 voor deze periode, omdat verzoeker in deze tijd vrijwillig meewerkte aan de insluiting en er een duurzame behandelrelatie was ontstaan. De rechtbank heeft de verzoeken van de zorgaanbieder om de klacht ongegrond te verklaren afgewezen en de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
De rechtbank benadrukte dat de zorgaanbieder verantwoordelijk was voor het tijdig indienen van verzoeken en dat de onrechtmatige insluiting gevolgen had voor de rechten van verzoeker. De beschikking is uitgesproken in het openbaar en tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.