ECLI:NL:RBNNE:2020:3429

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
7 oktober 2020
Publicatiedatum
7 oktober 2020
Zaaknummer
18/930204-18
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling wegens medeplegen van witwassen van contante geldbedragen afkomstig van internationale drugshandel

Op 7 oktober 2020 heeft de Rechtbank Noord-Nederland in Assen uitspraak gedaan in de zaak van het Openbaar Ministerie tegen de verdachte, geboren in 1992. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld voor het medeplegen van witwassen van contante geldbedragen die afkomstig waren van internationale drugshandel. De verdachte is op 30 mei 2018 aangehouden na een rit van Groningen naar Hamburg, Berlijn en Hannover, waarbij in een verborgen bergruimte van de auto een totaalbedrag van € 81.700,-- werd aangetroffen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte op de hoogte moest zijn van de criminele herkomst van het geld, gezien zijn betrokkenheid bij de rit en de gesprekken die tijdens de rit zijn gevoerd. De rechtbank heeft de verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 4 maanden opgelegd, waarbij rekening is gehouden met de ernst van het feit en de rol van de verdachte in de georganiseerde criminaliteit. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, die een gevangenisstraf van 6 maanden had geëist, afgewezen en een lagere straf opgelegd, omdat niet kon worden vastgesteld dat de verdachte een grotere rol had gespeeld dan het uitvoeren van de rit.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Assen
parketnummer 18/930204-18
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, Noordelijke Fraudekamer, d.d. 7 oktober 2020 in de zaak van het Openbaar Ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1992 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonadres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van
9 september 2020.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. H.J. Pellinkhof, advocaat te Assen.
Het Openbaar Ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. G. Wilbrink.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 29 mei 2018 tot en met 30 mei 2018 te Assen en/of Groningen, althans (elders) in Nederland, en/of te Hamburg en/of Berlijn en/of Hannover, althans (elders) in Duitsland,
tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen,
van een of meer voorwerp(en), te weten een of meer contante geldbedragen van (ongeveer) 15.000,- euro en/of 29.590,- euro en/of 37.110,- euro (in totaal (ongeveer) 81.700,- euro), althans van enig(e) (contant) geldbedrag, althans van enig voorwerp,
a. a) de werkelijke aard en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, en/of heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op voornoemd voorwerp was, en/of heeft verborgen en/of verhuld wie een voorwerp voorhanden heeft gehad,
en/of
b) voornoemd(e) geldbedrag(en), althans voorwerp(en), verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen en/of omgezet,
door
- voornoemd(e) geldbedrag(en), althans voorwerp(en), in een of meer voornoemde plaatsen in Duitsland op te halen, en/of
- voornoemd(e) geldbedrag(en), althans voorwerp(en) in een verborgen/geheime (berg)ruimte/bergplaats in de kofferbak van een auto te verbergen, en/of
- aldus voornoemd(e) geldbedrag(en), althans voorwerp(en) naar Nederland te vervoeren,
terwijl hij en/of zijn medeverdachte(n) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat voornoemd(e) geldbedrag(en), althans voorwerpen geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf.
(AH-094, map 4, p. 434; AH-123, map 5, p. 443; AH-076, map 4, p. 314; AH-097, map 4, p. 467; AH-093, map 4, p. 420; AH-119, map 5, p. 310; AH-131, map 5, p. 499; AH-074, map 4, p. 289)

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor het ten laste gelegde medeplegen van witwassen.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken. Hij heeft daartoe het volgende aangevoerd. Verdachte is geruime tijd vrienden geweest met medeverdachte [medeverdachte 1] . Hij is door [medeverdachte 1] gevraagd om mee te gaan naar Duitsland ten behoeve van de aankoop van een auto. Omdat zij dit al meerdere keren eerder samen hadden gedaan, had verdachte geen reden om het doel van de reis naar Duitsland in twijfel te trekken. Daarbij zijn er geen aanwijzingen dat verdachte de bergruimte en het geld heeft gezien. Verdachte ontkent dit, medeverdachte [medeverdachte 1] ontkent dit en het blijkt verder nergens uit. Verdachte hoefde niets te zoeken achter piep- en zoemgeluiden in het voertuig, nu elektrische toepassingen in het voertuig gebruikelijk kunnen worden geacht bij dergelijke nieuwere voertuigen. De aanwezigheid van een ingebouwde veiligheidskluis is daarbij niet ongebruikelijk in de internationale autohandel en hoeft op zichzelf dus niet te betekenen dat voorwerpen met een criminele herkomst worden vervoerd. Bovendien hadden zowel verdachte als [medeverdachte 1] geen reden om verdachte te betrekken in de handel van [medeverdachte 1] .
Oordeel van de rechtbank

1. Aanleiding onderzoek

Op 10 november 2017 omstreeks 04:00 uur heeft medeverdachte [medeverdachte 1] bij de politie gemeld dat hij zojuist zou zijn overvallen nabij zijn woning in Assen, waarbij zijn tas was weggenomen. Kort na dit tijdstip heeft een getuige een tasje gevonden met daarin persoonlijke spullen van [medeverdachte 1] en een geladen vuurwapen. Op dit wapen is DNA van [medeverdachte 1] aangetroffen.
Op 15 november 2017 heeft de politie een melding via Meld Misdaad Anoniem (MMA) over [medeverdachte 1] ontvangen, dat [medeverdachte 1] handelt in verdovende middelen, dat hij contant geld ophaalt in het buitenland en dat hij dit geld witwast in zijn autobedrijf.
Op 1 december 2017 is [medeverdachte 1] aangehouden op grond van de Wet Wapens en Munitie en is de woning van [medeverdachte 1] doorzocht, waarbij onder andere € 13.050,-- is aangetroffen in een bankstel.
Naar aanleiding van de DNA-match op het wapen, de MMA-melding en het aangetroffen geldbedrag is op 1 februari 2018 het onderzoek Kinverji gestart naar de vermeende handel in verdovende middelen en het witwassen van daaruit verkregen inkomsten.
Door de politie zijn ten behoeve van dit opsporingsonderzoek diverse bijzondere opsporings-bevoegdheden ingezet, zoals het opnemen van (tele)communicatie, stelselmatige observatie, het opvragen van historische verkeersgegevens, het opnemen van vertrouwelijke communicatie (hierna ook: OVC) en het vorderen van historische gegevens. Ook zijn gegevens uit Duitsland verkregen.

2. Afkomstig uit enig misdrijf

2.1
Ritten met de grijze en zwarte Mercedes
Uit het politieonderzoek is naar voren gekomen dat [medeverdachte 1] in de onderzochte periode de beschikking had over een zwarte Mercedes ML320 met het Duitse kenteken [kenteken 1] en een grijze Mercedes ML350 met het Duitse kenteken [kenteken 2] .
De zwarte Mercedes met kenteken [kenteken 1] stond in deze periode op naam van [betrokkene 1] . Uit politiemutaties blijkt dat [medeverdachte 1] in elk geval sinds 2015 de beschikking heeft gehad over dit voertuig, onder meerdere kentekens en kentekenhouders. In de woning van [medeverdachte 1] zijn op 1 december 2017 meerdere facturen en de reservesleutels aangetroffen met betrekking tot dit voertuig. Daarnaast zijn op 30 mei 2018 de autopapieren en diverse boetes van in Duitsland gepleegde overtredingen aangetroffen bij [medeverdachte 1] .
De grijze Mercedes is voor het eerst waargenomen door de politie op 5 februari 2018 nabij de woning van [medeverdachte 1] aan [adres 1] te Assen. De Mercedes had op dat moment groene kentekenplaten die op naam stonden van [bedrijfsnaam 1] . [medeverdachte 1] is eigenaar van dit bedrijf. Op 14 februari 2018 is hetzelfde voertuig aangetroffen met het Duitse kenteken [kenteken 2] . De kentekenhouder is [betrokkene 2] uit Hannover. In de woning van [medeverdachte 1] werden autopapieren en reservesleutels gevonden, die verstopt waren in de meterkast in het plafond. [1]
Op grond van gegevens uit de peilbakens kan worden vastgesteld dat de zwarte Mercedes in de periode van 7 februari 2018 tot en met 27 april 2018 en de grijze Mercedes in de periode van 24 februari 2018 tot en met 30 mei 2018 meerdere malen van Assen en/of Groningen naar verschillende plaatsen in Duitsland zijn gereden.
Blijkens de opgenomen communicatie in beide voertuigen, opgevraagde camerabeelden, telefoongegevens en verklaringen hebben, naast [medeverdachte 1] , verschillende personen als bestuurder en/of bijrijder plaatsgenomen in de voertuigen. Dit betreffen onder andere verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] .
Ten aanzien van beide voertuigen zijn ook ritten in Nederland geregistreerd. De ritten op 25 april 2018 (grijze Mercedes) en op 26 april 2018 (zwarte Mercedes) worden in dit verband uitgelicht. Op deze dagen zijn de voertuigen gecontroleerd op mogelijke aanwezigheid van verborgen audio- en volgapparatuur, het zogeheten ‘sweepen’.
Het peilbaken van de grijze Mercedes heeft op 25 april 2018 een rit geregistreerd in (de omgeving van) Assen. Uit de opnames in het voertuig blijkt dat [medeverdachte 1] gedurende de gehele rit in gesprek is geweest met een onbekende man. Deze onbekende man spreekt over een ‘sweepstel’ dat hij bij zich heeft en dat de gehele auto wordt nagekeken op apparatuur. [medeverdachte 1] zegt op een vraag van de onbekende man dat ‘deze’ (de rechtbank begrijpt: het voertuig) uit 2013 is, dat deze drie maanden geleden is gekocht voor € 29.000,-- en sinds vier weken in gebruik is. De onbekende man zegt dat hij iedereen die van A naar B reist met precaire handel, zoals geld of diamanten, adviseert de auto na aanschaf te checken. Vervolgens bevestigt [medeverdachte 1] dat het zijn voertuig is en dat een persoon met een Engels rijbewijs geld moet ophalen. [2]
Op 26 april 2018 is met de zwarte Mercedes een rit geregistreerd van Groningen naar Arnhem en terug. [medeverdachte 1] en verdachte zijn herkend op de opnames in het voertuig. In Arnhem hebben zij een onbekende man ontmoet, die wordt herkend als dezelfde man die op de opnames op 25 april 2018 in de grijze Mercedes is gehoord. De onbekende man zegt: “ik gooi even dat apparaat bij jou naar binnen”. Ook nu is het voertuig kennelijk gecontroleerd op mogelijke aanwezigheid van verborgen audio- en volgapparatuur. [3]
2.2
Aanhouding 30 mei 2018 en de verborgen bergruimte
Het onderzoek heeft geresulteerd in de aanhouding van verdachte en [medeverdachte 1] op 30 mei 2018 omstreeks 21:10 uur op de afrit van de snelweg A28 naar Assen. Verdachte en [medeverdachte 1] reden op dat moment in de grijze Mercedes die, blijkens de informatie uit de peilbakens, op 29 mei 2018 omstreeks 23:30 uur uit Groningen is vertrokken en via tussenstops in Hamburg, Berlijn en Hannover naar Assen is gereden. [4]
De grijze Mercedes is na de aanhouding in beslag genomen en doorzocht. Aan de achterzijde is in het voertuig een verborgen bergruimte aangetroffen. Uit OVC-opnames in de grijze Mercedes op 14 mei 2018 volgt dat [medeverdachte 1] een gedetailleerde uitleg heeft gegeven aan een onbekende man over het openen van de bergruimte. Aan de hand van deze beschrijving en met behulp van de afstandsbediening die in de fouillering van [medeverdachte 1] is aangetroffen, heeft de politie de bergruimte geopend. [5] In de bergruimte zijn drie zakken aangetroffen met daarin geldbedragen van in totaal € 81.700,--. [6]
Het mechanisch gezoem dat hoorbaar was bij het openen van de bergruimte, hebben verbalisanten meerdere keren herkend op de OVC-opnames. Dit was het geval tijdens de ritten op 30 april 2018, 1 mei 2018, 14 mei 2018, 24 mei 2018 en 29 en 30 mei 2018. [7] De rechtbank heeft op de betreffende OVC-opnames mechanisch gezoem gehoord. Nu het door verbalisanten waargenomen geluid bij het onderzoeken van het voertuig niet is opgenomen, kan niet worden vastgesteld dat dit geluid overeenkomt met het geluid dat op de OVC-opnames is te horen. De rechtbank heeft echter geen reden om aan de deskundigheid van de politie met betrekking tot de herkenning van het zoemende geluid te twijfelen. De rechtbank gaat er dan ook vanuit dat het mechanisch gezoem van de verborgen bergruimte hoorbaar is op de OVC-opnames van genoemde data.
De later in beslag genomen zwarte Mercedes is eveneens onderzocht op de aanwezigheid van een verborgen bergruimte. Daarbij is geconstateerd dat bij het openen van de achterklep van het voertuig een onverklaarbare naad of kier zichtbaar was. In de kofferbak werden verse slijp- en snijsporen en slijpsel van metaal aangetroffen. Daarnaast werden twee identiek uitgeslepen rechthoekige gaten aangetroffen die grof waren afgedicht door laspunten. Ook was er een extra stroompunt aanwezig dat kennelijk niet standaard door de fabriek in de auto was aangebracht. Vergeleken met de verborgen bergruimte in de grijze Mercedes, kan worden vastgesteld dat in de zwarte Mercedes een vergelijkbare verborgen bergruimte aanwezig moet zijn geweest die kennelijk is verwijderd. [8]
2.3
Debiteurenadministratie op de Samsung Galaxy S8
In de grijze Mercedes is bij de aanhouding van verdachte een Samsung Galaxy S8 met het serienummer [serienummer] aangetroffen. [9] [medeverdachte 1] heeft bij de politie verklaard dat dit zijn telefoon is. Op vragen van de politie heeft [medeverdachte 1] verklaard dat niemand anders het wachtwoord van deze telefoon weet en dat niemand anders deze telefoon gebruikt. [10] De rechtbank gaat er daarom vanuit dat [medeverdachte 1] de enige persoon is geweest die toegang heeft gehad tot de betreffende Samsung Galaxy S8.
De politie heeft de toegangscode van de Samsung Galaxy S8 van [medeverdachte 1] achterhaald en zich zodoende toegang verschaft tot de inhoud van het toestel. [11] Op het toestel is een notitie-app aangetroffen, die beveiligd bleek te zijn met hetzelfde wachtwoord als het wachtwoord van het toestel waardoor ook toegang is verkregen tot de inhoud van deze app. Deze notitie-app is voor het laatst bewerkt op 30 mei 2018 om 20:41 uur, vlak voor de aanhouding van [medeverdachte 1] , en bevatte in totaal 98 notities. De voor deze administratie relevante bevindingen worden hierna per categorie opgenomen.
Prijslijsten
In een tweetal notities worden verschillende namen en afkortingen opgesomd, gevolgd door een getal: [12]
Notitie 85 (titel: [bijnaam 10] )
X 1
M 22000
Snel 1300
AM 5000
Kush 4200
Haze Hasj 3500
Kush Hasj 3300
PP Hasj 3100
Notitie 92 (titel: Ewaaaa)
Haze 3300
Kush 3100
pp 2900
Door verbalisanten die deel uitmaken van het Hennepteam van de Eenheid Noord-Nederland, en zodoende veelvuldig in aanraking zijn gekomen met verschillende hennepsoorten, is gerelateerd dat de benamingen PP, Kush, Haze en AM verschillende hennepsoorten betreffen. Daarbij is PP een afkorting voor Power Plant en AM een afkorting voor Amnesia Haze. [13] De toevoeging ‘hasj’ bij een aantal van deze soorten bevestigt deze aanname. Uit het document ‘Landelijke drugsprijzen 2012-2015’, gebaseerd op een gemiddelde van prijzen voor verschillende soorten drugs die uit politieonderzoeken naar voren komen, blijkt dat de prijzen voor droge hennep rond € 3.770,13 per kilo liggen. Deze gemiddelde kiloprijs is gebaseerd op 74 meldingen. [14] De getallen die achter de hennep-soorten staan vermeld in de notitie, lijken daarom kiloprijzen te zijn, nu deze getallen variëren van 2900 tot 4200.
In notitie 85 worden voorts de benamingen M en Snel gebruikt. Het is de verbalisant ambtshalve bekend dat MDMA ook wel ‘M’ wordt genoemd. De verbalisant heeft daarnaast vermeld dat op de website drugskompas.nl naar voren komt dat ‘Snel’ wordt gebruikt voor speed/amfetamine.
De rechtbank acht, gelet op de voorgaande bevindingen, aannemelijk dat de notities prijslijsten van verschillende soorten drugs betreffen.
Lijsten met adressen in Duitse steden
Er zijn acht notities aangetroffen met daarin adressen in en nabij verschillende Duitse steden, waaronder Hannover, Hamburg, Stuttgart en Berlijn. In enkele notities worden bijnamen genoemd. In notitie 13 worden bijvoorbeeld adressen in en nabij Hamburg genoemd onder de bijnamen [bijnaam 8] , [bijnaam 7] , [bijnaam 9] en Freund [bijnaam 9] . Notitie 15 bevat adressen in en nabij Heilbronn en Stuttgart, waarin de bijnamen [bijnaam 1] en [bijnaam 2] zijn genoemd. Ook staan bijnamen in de titels van de notities, zoals in notitie 66 ( [bijnaam 3] ), notitie 83 ( [bijnaam 4] ) en notitie 88 ( [bijnaam 5] ).
Track & trace-codes en verzonden pakketten naar Duitsland
In de notities die zijn genummerd 8, 87, 94 en 95 zijn getallenreeksen opgenomen die overeen komen met track & trace-codes. [15] In totaal zijn in deze notities 32 track & trace-codes van pakketdiensten DPD, Seur Geopost S.L.U. (een lokale Spaanse koerierdienst die werkt voor DPD) en GLS opgenomen. Via deze pakketdiensten zijn de verzendgegevens van 21 pakketten achterhaald. Het betreffen pakketten die in de periode van 15 februari 2018 tot en met 1 juni 2018 zijn verzonden naar adressen in Duitsland. Van deze pakketten zijn drie pakketten verzonden vanuit Nederland en achttien pakketten vanuit Spanje. Bij de meeste codes in de notities staan ook andere gegevens genoteerd, zoals ‘Ser’ (bij pakketten die door Seur Geopost S.L.U. zijn vervoerd) en ‘Dep’ (bij pakketten die door DPD zijn vervoerd). In notitie 94 is achter vijf track & trace-nummers het bijschrift ’10 am’ genoteerd. Dit betreft een verwijzing naar de hennepsoort Amnesia Haze.
In de Samsung Galaxy S8 is een foto aangetroffen van een pakketlabel met daarop adresgegevens en een track & trace-code. Uit de verzendgegevens van Seur Geopost S.L.U. volgt dat het pakket op 28 mei 2018 is verzonden naar een adres in Spanje. Op 31 mei 2018, kort na de aanhouding van [medeverdachte 1] , is de verzending geannuleerd. De verzendgegevens komen in verschillende notities terug. Het adres van de ontvanger op het pakketlabel komt overeen met een adres, genoemd in notitie 13 onder de naam ‘ [bijnaam 8] ’. De geadresseerde van dit adres is S.G.H. Handels GmbH. De track & trace-code van het pakketlabel komt overeen met een getallenreeks genoemd in notitie 94. [16] In de notitie staat bij de getallenreeks ‘Ser’ en ‘ [bijnaam 8] 10 handels’ genoteerd. Gelet op de samenhang tussen de verzendgegevens en de verschillende notities kan worden vastgesteld dat het om een daadwerkelijk verzonden pakket gaat en dat [medeverdachte 1] over de verzendgegevens beschikte in meerdere notities.
Naast de genoemde verzendingen van 18 pakketten uit Spanje, kan de administratie van [medeverdachte 1] worden gekoppeld aan verzendingen uit Nederland aan de hand van drie track & trace-codes in de notities.
Twee track & trace-codes die in de notities zijn genoemd betreffen pakketten die zijn verzonden van Meppel naar adressen in Duitsland. Uit verzendgegevens van DPD bleek dat deze pakketten waren verzonden door [bedrijfsnaam 2] , de eenmanszaak van [betrokkene 3] . [betrokkene 3] is op 5 maart 2018 herkend als bestuurder van een voertuig dat op naam stond van [medeverdachte 1] . Als bijrijder zat [betrokkene 3] in het voertuig. [17] [betrokkene 3] is eigenaar van de eenmanszaak [bedrijfsnaam 4] . Uit informatie van de Duitse politie is gebleken dat in oktober 2017 een pakket met hennep, afkomstig van [bedrijfsnaam 4] , is onderschept in Hamburg door de Duitse politie. Op het adres waar het pakket naartoe was verzonden, werden verschillende uitgepakte pakketverpakkingen aangetroffen van [bedrijfsnaam 4] . De huurder van dit pand bleek de vriendin van [betrokkene 4] te zijn. Op 21 maart 2018 is [medeverdachte 1] in Hamburg herkend terwijl hij een ontmoeting had met [betrokkene 4] . [18]
De derde track & trace-code met betrekking tot een pakket dat uit Nederland is verzonden, betreft een verzending door eenmanszaak [bedrijfsnaam 3] via GLS. [19]
Naar aanleiding van de bevindingen met betrekking tot [bedrijfsnaam 2] , [bedrijfsnaam 4] en eenmanszaak [bedrijfsnaam 3] , zijn de verzendgegevens met betrekking tot deze ondernemingen opgevraagd bij DPD en GLS van 1 januari 2017 t/m 30 mei 2018. De resultaten, alsmede een vergelijking met de notities met adressenlijsten, zijn in onderstaande tabel opgenomen. [20]
Onderneming
Periode
Pakketten bezorgd
Waarvan pakketten met bezorgadres in de notities
[bedrijfsnaam 4]
17 januari 2017 t/m 3 november 2017
160
134
[bedrijfsnaam 2]
13 november 2017 t/m 30 mei 2018
188
179
[bedrijfsnaam 3]
15 februari 2018 t/m 19 februari 2018
2
2
Totaal
352
315
Bovenstaande ondernemingen hebben in totaal 315 pakketten verzonden naar 36 adressen van de in totaal 45 unieke adressen in de adressenlijsten in de notities op de Samsung Galaxy S8. Deze 36 adressen zijn onder te verdelen in zes gebieden, te weten Hannover, Hamburg, Stuttgart, Berlijn, Hildburghausen en Luik (België).
Rekenstaten (debiteurennotities)
In 31 notities zijn met elkaar vergelijkbare rekenstaten opgenomen. Iedere rekenstaat is op dezelfde wijze opgebouwd. Er wordt steeds een startsaldo genoemd, dat veelal overeenkomt met het eindsaldo van de periode daarvoor. Het startsaldo wordt opgeteld met bedragen, waarbij gebruik wordt gemaakt van de formule ‘hoeveelheid x prijs = totaal’. Achter deze formules zijn soms verschillende benamingen van drugs en/of een datum genoemd. Daarnaast worden bedragen in mindering gebracht. Ook hierbij worden soms data genoemd.
Hoewel de rekenstaten gedetailleerde berekeningen bevatten, zijn deze niet altijd volledig. Vermoedelijk zijn in sommige rekenstaten oudere gegevens verwijderd. De eerstgenoemde datum in de notities is in sommige gevallen namelijk veel later dan de aanmaakdatum van de betreffende notitie. De notitie begint met een startsaldo, waaruit kan worden opgemaakt dat er sprake is van een reeds aanwezige schuld.
De rechtbank stelt vast dat de notities met rekenstaten op verschillende onderdelen overeenkomsten vertonen met de eerder genoemde notities en met overige onderzoeksbevindingen.
Zo zijn er verschillende benamingen van drugs achter de optellingen genoemd. Dit betreffen voornamelijk de in de prijslijsten genoemde hennepsoorten Amnesia Haze (AM), Kush, Power Plant (PP) en hasj, maar ook zijn de termen speed/snel, blok en stein genoemd. ‘Blok’ is de benaming voor een kilo cocaïne. Uit informatie van de Duitse politie is gebleken dat ‘stein’ een benaming is voor cocaïne. In de notities zijn enkel prijslijsten opgenomen ten aanzien van [bijnaam 10] en [bijnaam 8] , maar in de rekenstaten van andere afnemers worden vergelijkbare prijzen ten aanzien van de genoemde drugs gehanteerd.
De rekenstaten hebben overwegend als titel bijnamen die ook in de overige notities naar voren komen, zoals [bijnaam 12] , [bijnaam 7] , [bijnaam 8] , [bijnaam 1] , [bijnaam 5] , [bijnaam 2] , [bijnaam 9] , [bijnaam 3] en [bijnaam 4] .
Voorts zijn er koppelingen te maken met de data die in de rekenstaten zijn genoemd en de pakketten die zijn afgeleverd. De datum die achter een optelling volgens bovenstaande formule is genoemd, komt in sommige gevallen overeen met een pakket dat is afgeleverd via DPD of GLS. In andere gevallen is er geen datum bekend, maar wordt wel een optelling genoteerd die binnen het stramien van de rekenstaat in een periode van enkele dagen valt.
In de rekenstaat met titel [bijnaam 8] (notitie 55, die voor het laatst is bijgewerkt op 30 mei 2018) worden bijvoorbeeld in de volgende vier gevallen data genoemd bij de optelsom. Daar kunnen vier pakketten aan worden gekoppeld door middel van de verzendgegevens bij de track & trace-codes, zoals zichtbaar is in onderstaande tabel.
Notitie 94 (track & trace-code)
Notitie 55 (rekenstaat [bijnaam 8] )
Gegevens aflevering DPD
[bijnaam 8] 10 am 07081007709464 goed
17 mei amber
10000 x 4.8 = 48000
17 mei 2018
Status: afgeleverd
Ser 294874377947 [bijnaam 8] 8 neu
18 mei crigra
8000 x 3.8 = 30400
18 mei 2018
Status: afgeleverd
Gewicht: 10,8 kilo
[bijnaam 8] 10 am 07081007786448 goed
31 mei amber
10000 x 4.8 = 48000
1 juni 2018
Status: afgeleverd
Ser 294874383221 [bijnaam 8] 10 handels
31 mei crigra
10000 x 3.8 = 38000
31 mei 2018
Status: geannuleerd
Gewicht: 12,5 kilo
In de tabel valt voorts op dat de hoeveelheden in de rekenstaten (10000 of 8000) corresponderen met de notitie waarin de track & trace-codes zijn opgenomen (10 of 8). Ervan uitgaande dat deze getallen het gewicht in respectievelijk grammen en kilo’s uitdrukken, komen deze overeen met het geregistreerde gewicht van de pakketten.
Van tien pakketten die via DPD zijn verzonden uit Spanje, is ook het gewicht van de pakketten bekend. Dit is bijvoorbeeld het geval bij enkele pakketten van [bijnaam 8] in bovenstaande tabel. Deze pakketten zijn te koppelen aan optellingen in de rekenstaten van verschillende afnemers, waarbij het pakket steeds twee of drie kilo zwaarder is dan het genoteerde gewicht in de rekenstaten. [21]
Ten slotte kan er een verband worden gelegd tussen bedragen die in mindering worden gebracht (de aflossingen) en de ritten die zijn uitgevoerd met de zwarte of de grijze Mercedes. In sommige gevallen is een datum genoteerd bij de aflossingen in de rekenstaat, die overeen komt met de datum waarop een rit is geregistreerd. In andere gevallen is er geen datum genoemd, maar blijkt uit de gedetailleerde uitwerking en de koppeling met pakketleveringen dat er in een bepaalde periode van enkele dagen een aflossing heeft plaatsgevonden.
Ten aanzien van één rit kan daadwerkelijk worden vastgesteld dat er een contant geldbedrag is vervoerd van Duitsland naar Nederland, dat nagenoeg overeenkomt met de aflossingen die zijn genoteerd in de rekenstaten van drie afnemers. Tijdens de rit op 29 en 30 mei 2018, waarbij verdachte en [medeverdachte 1] zijn aangehouden, is in totaal € 81.700,-- aangetroffen in de verborgen bergruimte van de grijze Mercedes. Uit de rekenstaten van [bijnaam 8] , [bijnaam 11] ( [bijnaam 10] ) en [bijnaam 12] volgt dat er aflossingen hebben plaatsgevonden van in totaal € 81.980,--. [22]
Gelet op de opbouw van de rekenstaten en de samenhang tussen de notities in de Samsung Galaxy S8 van [medeverdachte 1] , de verzendgegevens van de pakketten en de geregistreerde ritten met de grijze of de zwarte Mercedes, kunnen deze rekenstaten naar het oordeel van de rechtbank worden beschouwd als debiteurenbestanden van verschillende afnemers van pakketten.
De politie heeft in het bijzonder de debiteurenbestanden ten aanzien van de bijnamen [bijnaam 8] , [bijnaam 12] , [bijnaam 13] en [bijnaam 11] , in combinatie met de andere onderzoeksbevindingen, geanalyseerd. [23] Deze gegevens zullen hierna bij de ten laste gelegde rit worden besproken.
2.4
Overige aanwijzingen drugshandel
Uit de onderzoeksbevindingen die hiervoor zijn opgenomen zijn verschillende verwijzingen naar drugs naar voren gekomen. Naast deze bevindingen, biedt het dossier nog enkele aanwijzingen dat sprake is van een administratie van de handel in drugs.
Op voornoemde Samsung Galaxy S8 van [medeverdachte 1] zijn namelijk tevens foto’s van hennep, geldbiljetten en schermafbeeldingen aangetroffen. [24] Op een van deze foto’s wordt een henneptop vastgehouden, waarbij op de duim een moedervlekje is te zien. De politie heeft de duim aan het moedervlekje herkend als de duim van [medeverdachte 1] . [25]
De schermafbeeldingen bevatten chatgesprekken waarin onder andere wordt gezegd “Broer ik wil amnesia van Granada 100 kilo.” [26] In twee verschillende chatgesprekken op 26 mei 2018 wordt gevraagd wat een ‘blok’ kost. In het ene gesprek wordt hierop geantwoord met “27500 a 28000.” In het andere gesprek wordt “rond 28” genoemd. [27] Het is de politie ambtshalve bekend dat ‘amnesia’ een hennepsoort betreft en dat een ‘blok’ straattaal is voor een kilogram cocaïne, waarvan de straatwaarde voor een kilogram rond € 30.000,-- ligt. [28]
Daarnaast is een foto opgenomen van een tafel in een woonkamer met een grote stapel geldbiljetten. Door de Duitse politie is deze woonkamer herkend als de woonkamer van [betrokkene 5] . [29] [betrokkene 5] is in Duitsland meerdere keren naar voren gekomen in onderzoeken naar verdovende middelen. [30]
2.5
Conclusie
Gelet op de inhoud en de onderlinge samenhang van voorgaande onderzoeksbevindingen, in combinatie met de waargenomen ritten naar Duitsland in de zwarte of grijze Mercedes en het daadwerkelijk aangetroffen geldbedrag in de grijze Mercedes op 30 mei 2018, kan naar het oordeel van de rechtbank worden vastgesteld dat er in de onderzochte periode meerdere geldtransporten hebben plaatsgevonden van Duitsland naar Nederland, waarbij het vervoerde geld afkomstig was van drugshandel waarbij [medeverdachte 1] betrokken was.
3. Rit 29/30 mei 2018 (Hamburg, Berlijn en Hannover)
Uit het dossier volgt dat de grijze Mercedes op 29 en 30 mei 2018 van Groningen naar Hamburg, Berlijn, Hannover en terug naar Nederland is gereden en dat deze rit is uitgevoerd door verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] . Het voertuig is omstreeks 23:30 uur vertrokken uit Groningen. Omstreeks 23:36 uur is een tweede persoon in de auto gestapt. De mannen zijn op de OVC-opnames herkend als verdachte en [medeverdachte 1] . Tijdens de rit geeft [medeverdachte 1] aanwijzingen aan verdachte, waaruit kan worden opgemaakt dat verdachte op dat moment de bestuurder van het voertuig is. De bestemmingen Hamburg, Berlijn en Hannover worden genoemd. Op 30 mei 2018 omstreeks 03:05 is het voertuig tot stilstand gebracht in Hamburg. In Hamburg is een onbekende man ingestapt, waarna het mechanisch gezoem is te horen. Hierna zijn papiergeluiden te horen en worden er bedragen genoemd. Verdachte spreekt daarbij over briefjes van tien en een bedrag van tachtig. [medeverdachte 1] noemt eerst een bedrag van 6580 en vervolgens van 6980. Kort daarna zijn ze verder gereden. Om 05:30 uur is het voertuig geparkeerd in Berlijn. Op 30 mei 2018 om 14:03 uur zijn verdachte en [medeverdachte 1] weer bij het voertuig en is het mechanisch gezoem te horen. Vervolgens is het voertuig naar Hannover gereden, waar het omstreeks 17:31 uur tot stilstand is gebracht aan [adres 2] . Door [medeverdachte 1] en een onbekende man worden bedragen van 500 en 7500 genoemd. Hierna wordt gesproken over bekeuringen en foto’s waarop mensen staan afgebeeld. Vervolgens gaat het over “76 kilometer te veel.” De rechtbank begrijpt uit de context van het gesprek dat het om een snelheidsovertreding gaat. De onbekende man zegt dat het “die van [verdachte] ” is en “niet van [medeverdachte 2] ”. [medeverdachte 1] zegt daarop: “Mijn naam niet zo noemen broeder. Mijn hart.” Uit het gesprek volgt dat [medeverdachte 1] nog enkele bedragen van bekeuringen moet betalen aan de onbekende man. [medeverdachte 1] zegt dat hij niet met de papieren wil rijden en dat ze verbrand moeten worden, of moeten worden doorgespoeld. Vervolgens is het mechanisch gezoem te horen. [medeverdachte 1] noemt de onbekende man enkele keren ‘ [bijnaam 12] ’. Omstreeks 18:19 uur is het voertuig naar Nederland gereden. Vlak voor de Nederlandse grens geeft verdachte aan dat hij naar de wc moet en zijn ze vervolgens gestopt bij een tankstation. [medeverdachte 1] zegt daarop: “Broer, niet alles in een keer he. Eerst verscheuren, dan spoelen. En betalen he?” De rechtbank begrijpt in samenhang met het eerdere gesprek in Hannover dat dit ziet op de bekeuringen of rekeningen. Wanneer het voertuig de Nederlandse grens passeert, bevestigen verdachte en [medeverdachte 1] dat er niemand bij de grens staat, alleen een vrachtwagen. Omstreeks 21:08 uur zijn verdachte en [medeverdachte 1] bij Assen aangehouden door de politie. [31] Hierna zijn in de verborgen ruimte drie tassen met daarin geldbedragen van € 15.000,--, € 29.590,-- en € 37.110,-- (in totaal € 81.700,--) aangetroffen. Op de achterbank van het voertuig is een zakje aangetroffen met daarin Duitse bankafschriften, rekeningen en snelheidsovertredingen. [32]
In de debiteurennotities van [bijnaam 8] (Hamburg), [bijnaam 11] (Berlijn) en [bijnaam 12] (Hannover) zijn aflossingen genoteerd. In de debiteurennotitie van [bijnaam 8] zijn, na de aflossing op 24 mei 2018, twee andere aflossingen genoteerd. [33] Een van deze aflossingen, van € 6.980,--, is genoemd door [medeverdachte 1] toen het voertuig stilstond in Hamburg. In de debiteurennotitie van [bijnaam 11] is een aflossing genoteerd van € 60.000,--, tussen de leveringen waarbij 25 mei en 30 mei staat genoteerd. [34] In de debiteurennotitie van [bijnaam 12] is, tussen de levering op 30 mei 2018 en de pakketverzending waarbij de datum 1 juni is aangegeven, een aflossing van € 15.000,-- genoteerd. [35] Precies dit geldbedrag is in een van de tassen aangetroffen in de verborgen bergruimte van het voertuig. Het totaalbedrag van deze aflossingen (€ 81.980,--) komt nagenoeg overeen met het aangetroffen geldbedrag in de verborgen bergruimte.
Gelet op de hiervoor genoemde omstandigheden, waaronder met name de waarneming van het mechanisch gezoem bij iedere tussenstop, het tellen van geld en het aangetroffen geldbedrag dat nagenoeg overeen komt met de aflossingen in de debiteurennotities, is de rechtbank van oordeel dat er voldoende aanwijzingen zijn op grond waarvan kan worden vastgesteld dat de verborgen bergruimte daadwerkelijk is geopend en dat tijdens de rit meerdere contante geldbedragen in de bergruimte zijn gelegd, waarna het voertuig naar Nederland is gereden.
Door verdachte is verklaard dat hij [medeverdachte 1] heeft vergezeld bij een mogelijke aankoop van een voertuig in Berlijn. Zij zouden ‘s nachts ergens in Hamburg hebben gegeten in verband met de ramadan. In Berlijn hebben zij overnacht en zouden zij de volgende dag het voertuig hebben bezichtigd. Omdat bleek dat de auto schade had geleden, zou de koop niet zijn doorgegaan. Daarop zouden zij naar Hannover zijn vertrokken om familieleden te bezoeken, waarna zij terug naar Nederland zijn gereden. Verdachte heeft ontkend iets te weten van geldbedragen en de verborgen bergruimte.
De rechtbank acht de verklaring van verdachte volstrekt onaannemelijk. Verdachte heeft geen details gegeven over de aankoop van de auto en de locaties waar hij met [medeverdachte 1] is geweest en de personen die zij hebben ontmoet. De verklaring is daarom op geen enkele wijze te verifiëren. Daarnaast blijkt uit de OVC-opnames dat er tijdens de rit door verdachte en [medeverdachte 1] op geen enkel moment is gesproken over de door verdachte gestelde aankoop van een voertuig, dat het te kopen voertuig schade had waardoor de aankoop niet doorging, dan wel familiebezoek. De verklaring is bovendien in strijd met hetgeen op de OVC-opnames wél is te horen, namelijk dat bij iedere tussenstop het mechanisch gezoem van het openen en/of sluiten van de verborgen bergruimte en het tellen van geld te horen is, waarbij verdachte ook bedragen noemt en [medeverdachte 1] exact het blijkens de administratie afgeloste bedrag van [bijnaam 8] van € 6.890,-- heeft genoemd.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij en [medeverdachte 1] gedurende de gehele rit bij elkaar zijn gebleven. Hij moet daarom hebben waargenomen dat (in elk geval in Hamburg en Hannover) er (op de OVC-opnames te horen) ontmoetingen met onbekende personen hebben plaatsgevonden, waarbij geld geteld is en waarna de verborgen bergruimte is geopend.
Dat dit niet de enige keer is geweest dat de verborgen bergruimte is geopend in het bijzijn van verdachte, volgt uit de OVC-opnames van een rit op 1 mei 2018. Verdachte was tijdens deze rit bestuurder van de grijze Mercedes op het moment dat het mechanisch gezoem van de verborgen ruimte is te horen. Er is vervolgens geritsel van papier op plastic te horen, waarop verdachte aan [medeverdachte 1] vraagt: “Uit of een beetje naar achteren?” Vervolgens is opnieuw mechanisch gezoem te horen en wordt de achterklep gesloten. [36] Blijkens de uitleg die [medeverdachte 1] op 14 mei 2018 aan een onbekende bestuurder van de grijze Mercedes heeft gegeven, dient de bestuurder van de auto meerdere handelingen uit te voeren om de verborgen bergruimte te kunnen openen. [37] Ook tijdens de ten laste gelegde rit was verdachte bestuurder van het voertuig. Hieruit volgt dat verdachte op de hoogte moet zijn geweest van de (werking van de) verborgen bergruimte.
Verder volgt uit het dossier dat verdachte en [medeverdachte 1] op 26 april 2018 op OVC-opnames te horen op het moment dat de zwarte Mercedes wordt gecontroleerd op audio- en volgapparatuur. Verdachte heeft ontkend dat hij hier iets van heeft meegekregen. De rechtbank acht dit echter niet aannemelijk, nu verdachte ook heeft verklaard dat hij en [medeverdachte 1] gedurende de gehele rit bij elkaar zijn gebleven en er blijkens de OVC-opname openlijk over werd gesproken. Daarnaast is tijdens de ten laste gelegde rit gesproken over bekeuringen, waarbij een onbekende man verdachtes naam uitspreekt. Verdachte heeft hierop gezegd dat hij zijn naam niet moest noemen. Bij de grens met Nederland worden vervolgens papieren door de wc gespoeld door verdachte en wordt de grens gecontroleerd. Hieruit volgt naar het oordeel van de rechtbank dat verdachte op de hoogte was van het feit dat bepaalde zaken aan het zicht moesten worden onttrokken.
Op grond van voorgaande omstandigheden concludeert de rechtbank dat verdachte op zijn minst de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat de geldbedragen die in de verborgen ruimte van de auto zijn gelegd en waarvan hij de bestuurder is geweest van misdrijf afkomstig waren en dat hij zich daarmee samen met [medeverdachte 1] schuldig heeft gemaakt aan witwassen.
4. Conclusie
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat kan worden bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van witwassen van een contant geldbedrag in de periode van 29 mei 2018 tot en met 30 mei 2018, door het verbergen van de vindplaats, het verhullen van de verplaatsing, het verwerven en het voorhanden hebben van deze bedragen bij een geldtransport van verschillende adressen in Duitsland naar Nederland.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
hij in de periode van 29 mei 2018 tot en met 30 mei 2018 te Assen en te Hamburg en Berlijn en Hannover, tezamen en in vereniging met een ander,
van voorwerpen, te weten contante geldbedragen van in totaal 81.700,- euro,
a. a) de vindplaats en de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld en
b) voornoemde geldbedragen heeft verworven en voorhanden heeft gehad,
door
- voornoemde geldbedragen in voornoemde plaatsen in Duitsland op te halen, en
- voornoemde geldbedragen in een verborgen bergruimte in de kofferbak van een auto te verbergen, en
- aldus voornoemde geldbedragen naar Nederland te vervoeren,
terwijl hij en zijn medeverdachte wisten dat voornoemde geldbedragen geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
1. medeplegen van witwassen.
Dit feit is strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden. Hij heeft daartoe aangevoerd dat de onderhavige rit een onderdeel van planmatige en grootschalige witwashandelingen betreft, gelieerd aan internationale handel in verdovende middelen, en dat verdachte hiertoe samenwerkte met medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . Verdachte heeft aldus een faciliterende rol voor de georganiseerde criminaliteit gehad.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft - mocht de rechtbank komen tot een veroordeling - gepleit voor oplegging van een taakstraf. Hij heeft daartoe aangevoerd dat verdachte een kleine rol heeft gespeeld in een veel groter geheel, dat verdachte niet eerder onherroepelijk is veroordeeld wegens soortgelijke feiten en dat er sprake is van overschrijding van de redelijke termijn.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en het reclasseringsrapport d.d. 21 mei 2019, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich samen met zijn medeverdachte schuldig gemaakt aan het witwassen van een groot contant geldbedrag dat afkomstig was van internationale drugshandel. Door reguliere pakketdiensten werden vanuit Nederland en Spanje pakketten met meerdere kilo’s softdrugs en harddrugs verzonden naar afnemers in verschillende steden in Duitsland. Vervolgens werden de contante betalingen voor deze pakketten met drugs van Duitsland naar Nederland vervoerd in auto’s met een verborgen bergruimte. Verdachte heeft eenmaal aan een dergelijk geldtransport deelgenomen.
Het witwassen van criminele gelden vormt een bedreiging van de legale economie en tast de integriteit van het financiële en economische verkeer aan, mede vanwege de corrumperende invloed ervan op het reguliere handelsverkeer. Door geldstromen aan het zicht te onttrekken wordt tevens de opsporing van onderliggende misdrijven bemoeilijkt.
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank aansluiting gezocht bij de oriëntatiepunten van het LOVS ten aanzien van fraude bij een benadelingsbedrag van € 70.000,-- tot € 125.000,--, waarbij een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 5 tot 9 maanden dan wel een taakstraf met daarbij een voorwaardelijke gevangenisstraf als uitgangspunt geldt.
De rechtbank overweegt dat verdachte zich met zijn handelen heeft ingelaten met grensoverschrijdende zware criminaliteit en dat hij zich hiervan bewust moet zijn geweest. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat als strafmodaliteit alleen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf aan de orde is. Een taakstraf doet naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende recht aan de ernst van het feit.
Anders dan de officier van justitie, is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden vastgesteld dat verdachte een grotere rol in het geheel heeft gespeeld dan het uitvoeren van één rit samen met medeverdachte [medeverdachte 1] op de bewezen verklaarde datum. De rechtbank zal daarom een lagere straf opleggen dan is geëist.
De rechtbank is, alles afwegende, van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden passend en geboden is.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 47 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden.

Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.S. Sikkema, voorzitter, mr. L.W. Janssen en
mr. C.H. Beuker, rechters, bijgestaan door mr. B.E. Oosterhout, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 7 oktober 2020.

Voetnoten

1.Proces-verbaal van bevindingen van 16 oktober 2018 (AH-129), opgenomen op pagina 476 en verder van map 5 van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer NN3R017108 van 3 december 2018 (onderzoek Kinverji).
2.Proces-verbaal van bevindingen van 7 mei 2018 (AH-066), opgenomen op pagina 198 en verder van map 4 van voornoemd dossier.
3.Proces-verbaal van bevindingen van 7 mei 2018 (AH-067), opgenomen op pagina 208 en verder van map 4 van voornoemd dossier.
4.Proces-verbaal van bevindingen van 12 juni 2018 (AH-094), opgenomen op pagina 434 en verder van map 4 van voornoemd dossier.
5.Proces-verbaal van bevindingen van 14 juni 2018 (AH-097), opgenomen op pagina 469 en verder van map 4 van voornoemd dossier.
6.Proces-verbaal doorzoeking Mercedes ML [kenteken 2] van 14 juni 2018 (AH-076), opgenomen op pagina 314 en verder van map 4 van voornoemd dossier.
7.Proces-verbaal van bevindingen van 5 september 2018 (AH-123), opgenomen op pagina 443 en verder van map 5 van voornoemd dossier.
8.Proces-verbaal van bevindingen van 26 juni 2018 (AH-104), opgenomen op pagina 2 en verder van map 5 van voornoemd dossier.
9.AH-076, opgenomen op pagina 314 en verder van map 4.
10.Proces-verbaal van verhoor verdachte van 14 augustus 2018 (V-001-11), opgenomen op pagina 98 en verder van map 1 van voornoemd dossier, p. 102 en 103.
11.Proces-verbaal van bevindingen van 17 juli 2018 (AH-106), opgenomen op pagina 17 en verder van map 5 van voornoemd dossier.
12.AH-106, opgenomen op pagina 17 en verder van map 5, p. 139 en 147.
13.Proces-verbaal van bevindingen van 24 juli 2018 (AH-107-01), opgenomen op pagina 162 en verder van map 5 van voornoemd dossier.
14.Proces-verbaal van bevindingen van 6 augustus 2018 (AH-107), opgenomen op pagina 156 en verder van map 5 van voornoemd dossier.
15.AH-106, respectievelijk p. 37, p. 142, p. 149/150 en p. 95; proces-verbaal van bevindingen van 6 augustus 2018 (AH-108), opgenomen op pagina 178 en verder van map 5 van voornoemd dossier.
16.Proces-verbaal van bevindingen van 24 juli 2018 (AH-103), opgenomen op pagina 488 en verder van map 4 van voornoemd dossier, p. 516.
17.Proces-verbaal van bevindingen van 11 september 2018 (AH-122), opgenomen op pagina 434 en verder van map 5 van voornoemd dossier.
18.Proces-verbaal van bevindingen van 24 april 2018 (AH-060), opgenomen op pagina 68 en verder van map 4 van voornoemd dossier.
19.Proces-verbaal van bevindingen van 10 oktober 2018 (AH-124), opgenomen op pagina 446 en verder van map 5 van voornoemd dossier.
20.Proces-verbaal van bevindingen van 4 december 2018 (FIN-013), opgenomen op pagina 7 en verder van map 12 van voornoemd dossier; AH-124 opgenomen op pagina 446 en verder van map 5.
21.AH-108, opgenomen op pagina 178 en verder van map 5.
22.Proces-verbaal van bevindingen van 17 augustus 2018 (AH-093), opgenomen op pagina 420 en verder van map 4 van voornoemd dossier; proces-verbaal van bevindingen van 25 oktober 2018 (AH-131), opgenomen op pagina 499 en verder van map 5 van voornoemd dossier; proces-verbaal van bevindingen van 15 november 2018 (AH-119), opgenomen op pagina 310 en verder van map 5 van voornoemd dossier.
23.Respectievelijk AH-093, pagina 420 en verder van map 4; AH-119, pagina 310 en verder van map 5; AH-130, pagina 485 en verder van map 5 en AH-131, pagina 499 en verder van map 5.
24.AH-103, opgenomen op pagina 488 en verder van map 4.
25.Proces-verbaal van bevindingen van 20 augustus 2018 (AH-117), opgenomen op pagina 304 en verder van map 5 van voornoemd dossier.
26.AH-103, opgenomen op pagina 488 en verder van map 4, p. 498.
27.AH-103, opgenomen op pagina 488 en verder van map 4, p. 512.
28.AH-107, opgenomen op pagina 156 en verder van map 5, p. 158.
29.Proces-verbaal van bevindingen van 22 oktober 2018 (AH-127), opgenomen op pagina 472 en verder van map 5 van voornoemd dossier.
30.Een schriftelijk bescheid, te weten een verslag van de Staatsanwaltschaft Hannover d.d. 12 juni 2018 (EOB-007-03), opgenomen op pagina 78 en verder van map 10.
31.AH-094, opgenomen op pagina 434 en verder van map 4.
32.AH-076, opgenomen op pagina 314 en verder van map 4.
33.AH-093, opgenomen op pagina 420 en verder van map 4.
34.AH-131, opgenomen op pagina 499 en verder van map 5.
35.AH-119, opgenomen op pagina 310 en verder van map 5.
36.AH-097, opgenomen op pagina 469 en verder van map 4.
37.Proces-verbaal van bevindingen van 7 juni 2018 (AH-073), opgenomen op pagina 268 en verder van map 4 van voornoemd dossier.