ECLI:NL:RBNNE:2020:3428

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
7 oktober 2020
Publicatiedatum
7 oktober 2020
Zaaknummer
18/930203-18
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling wegens medeplegen van witwassen van een contant geldbedrag afkomstig van internationale drugshandel met partiële vrijspraak

Op 7 oktober 2020 heeft de Rechtbank Noord-Nederland in Assen uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van medeplegen van witwassen. De zaak betreft een contant geldbedrag dat afkomstig was van internationale drugshandel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte betrokken was bij het vervoeren van dit geldbedrag van Duitsland naar Nederland, waarbij het geld in een verborgen bergruimte in een auto was verstopt. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 4 maanden. De tenlastelegging omvatte meerdere ritten waarbij de verdachte en zijn medeverdachten betrokken waren, maar de rechtbank heeft niet bewezen geacht dat de verdachte een gewoonte had gemaakt van het plegen van witwassen. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van enkele onderdelen van de tenlastelegging, maar achtte het bewezen dat hij op 30 april 2018 een geldtransport heeft uitgevoerd. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van de feiten en de rol van de verdachte in de criminele organisatie.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Assen
parketnummer 18/930203-18
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, Noordelijke Fraudekamer, d.d. 7 oktober 2020 in de zaak van het Openbaar Ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1987 te [geboorteplaats] ,
wonende te [straatnaam] , [woonplaats] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van
9 september 2020.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. J.B. Pieters, advocaat te Hoogeveen.
Het Openbaar Ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. G. Wilbrink.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij (op een of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van 8 februari 2018 tot en met 30 mei 2018 te Assen en/of Groningen, althans (elders) in Nederland, en/of te Hannover en/of te Hamburg en/of te Oldenburg en/of te Lingen, althans (elders) in Duitsland,
tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen,
a. a) (telkens) van een of meer voorwerp(en) de werkelijke aard en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, en/of heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op voornoemd voorwerp was, en/of heeft verborgen en/of verhuld wie een voorwerp voorhanden heeft gehad,
en/of
b) (telkens) een of meer voorwerp(en) verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen en/of omgezet,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn medeverdachte(n),
- op of omstreeks 15 februari 2018 (AH-025, map 3, p. 137),
en/of
- op of omstreeks 3 april 2018 (AH-043, map 3, p. 270 ev; AH-044, map 3, p. 277),
en/of
- op of omstreeks 13 april 2018 (AH-051, map 3, p. 332),
en/of
- op of omstreeks 14 april 2018 (AH-050, map 4, p. 47),
en/of
- in of omstreeks de periode van 30 april 2018 tot en met 1 mei 2018 (AH-064, map 4, p. 185),
(telkens)
- een of meer contant(e) geldbedrag(en), althans enig voorwerp, in een of meer voornoemde plaatsen in Duitsland opgehaald
(AH-119, map 5, p. 310; AH-120, map 5, p. 388; AH-123, map 5, p. 443),
en/of
- voornoemde geldbedrag(en), althans voorwerpen, in een verborgen/geheime (berg)ruimte/bergplaats in de kofferbak van een auto verborgen
(AH-076, map 4, p. 314; AH-104, map 5, p. 2; AH-120, map 5, p. 388; AH-123, map 5, p. 443),
en/of
- aldus naar Nederland vervoerd,
terwijl hij en/of zijn medeverdachte(n) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat voornoemd(e) geldbedrag(en), althans voorwerpen geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf,
en hij/zij aldus van het plegen van witwassen een gewoonte heeft/hebben gemaakt.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor het ten laste gelegde medeplegen van witwassen ten aanzien van alle ten laste gelegde ritten. De officier van justitie heeft daartoe het volgende aangevoerd.
Uit de bevindingen met betrekking tot het geldtransport op 29 en 30 mei 2018 kan een modus operandi worden afgeleid: in Duitsland wordt op verschillende adressen geld opgehaald en deze geldbedragen worden in de verborgen ruimte van een Mercedes naar Nederland vervoerd. Deze opgehaalde geldbedragen zijn aflossingen op afgeleverde partijen drugs, die telkens in de administratie, die op de telefoon van medeverdachte [medeverdachte 1] is aangetroffen, zijn verwerkt. De politie heeft na de aanhouding van medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] feitelijk de in de administratie genoteerde aflossingen in contanten in de verborgen ruimte van de auto aangetroffen. Gelet op de verschillende notities, foto’s en schermafbeeldingen die in de Samsung Galaxy S8 van [medeverdachte 1] zijn aangetroffen, in samenhang met de modus operandi, kan worden uitgegaan van de juistheid en betrouwbaarheid van de drugs- en debiteurenadministratie.
Ten aanzien van de afzonderlijke geldtransporten heeft de officier van justitie telkens verwezen naar de peilbakengegevens, de mastgegevens, de OVC-opnames, de observatieverslagen, de debiteurennotitie van [naam 3] , de bevindingen met betrekking tot de verborgen bergruimte in de Mercedes en de herkenning van verdachte op de camerabeelden van 15 februari 2018. Uit de peilbakengegevens ten aanzien van 15 februari 2018 kan worden afgeleid dat het voertuig een half uur heeft stilgestaan nabij het adres van [naam 1] , voormalig kentekenhouder van de zwarte Mercedes en familie van [naam 2] . De debiteur [naam 3] betreft [naam 2] .
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken. Zij heeft in het bijzonder ten aanzien van de rit op 30 april 2018 het volgende aangevoerd.
Uit de debiteurengegevens volgt dat in een bepaalde periode een aflossing zou moeten hebben plaatsgevonden. Er is echter geen direct bewijs voor een geldtransport op 30 april 2019. Evenmin is er bewijs dat verdachte daarvan wetenschap had. Er is immers geen geld aangetroffen. Daarnaast is de koppeling van het mechanisch gezoem aan het openen en sluiten van de verborgen ruimte slechts een invulling van de politie. De geluiden kunnen evengoed zijn veroorzaakt door iets anders, zoals het openen of sluiten van een elektrisch raam.
Oordeel van de rechtbank

1. Aanleiding onderzoek

Op 10 november 2017 omstreeks 04:00 uur heeft medeverdachte [medeverdachte 1] bij de politie gemeld dat hij zojuist zou zijn overvallen nabij zijn woning in Assen, waarbij zijn tas was weggenomen. Kort na dit tijdstip heeft een getuige een tasje gevonden met daarin persoonlijke spullen van [medeverdachte 1] en een geladen vuurwapen. Op dit wapen is DNA van [medeverdachte 1] aangetroffen.
Op 15 november 2017 heeft de politie een melding via Meld Misdaad Anoniem (MMA) over [medeverdachte 1] ontvangen, dat [medeverdachte 1] handelt in verdovende middelen, dat hij contant geld ophaalt in het buitenland en dat hij dit geld witwast in zijn autobedrijf.
Op 1 december 2017 is [medeverdachte 1] aangehouden op grond van de Wet Wapens en Munitie en is de woning van [medeverdachte 1] doorzocht, waarbij onder andere € 13.050,-- is aangetroffen in een bankstel.
Naar aanleiding van de DNA-match op het wapen, de MMA-melding en het aangetroffen geldbedrag is op 1 februari 2018 het onderzoek Kinverji gestart naar de vermeende handel in verdovende middelen en het witwassen van daaruit verkregen inkomsten.
Door de politie zijn ten behoeve van dit opsporingsonderzoek diverse bijzondere opsporings-bevoegdheden ingezet, zoals het opnemen van (tele)communicatie, stelselmatige observatie, het opvragen van historische verkeersgegevens, het opnemen van vertrouwelijke communicatie (hierna ook: OVC) en het vorderen van historische gegevens. Ook zijn gegevens uit Duitsland verkregen.

2. Afkomstig uit enig misdrijf

2.1
Ritten met de grijze en zwarte Mercedes
Uit het politieonderzoek is naar voren gekomen dat [medeverdachte 1] in de onderzochte periode de beschikking had over een zwarte Mercedes ML320 met het Duitse kenteken [kenteken] en een grijze Mercedes ML350 met het Duitse kenteken [kenteken] .
De zwarte Mercedes met kenteken [kenteken] stond in deze periode op naam van [naam 4] . Uit politiemutaties blijkt dat [medeverdachte 1] in elk geval sinds 2015 de beschikking heeft gehad over dit voertuig, onder meerdere kentekens en kentekenhouders. In de woning van [medeverdachte 1] zijn op 1 december 2017 meerdere facturen en de reservesleutels aangetroffen met betrekking tot dit voertuig. Daarnaast zijn op 30 mei 2018 de autopapieren en diverse boetes van in Duitsland gepleegde overtredingen aangetroffen bij [medeverdachte 1] .
De grijze Mercedes is voor het eerst waargenomen door de politie op 5 februari 2018 nabij de woning van [medeverdachte 1] aan de [straatnaam] te Assen. De Mercedes had op dat moment groene kentekenplaten die op naam stonden van [bedrijf 1] . [medeverdachte 1] is eigenaar van dit bedrijf. Op 14 februari 2018 is hetzelfde voertuig aangetroffen met het Duitse kenteken [kenteken] . De kentekenhouder is [naam 5] uit Hannover. In de woning van [medeverdachte 1] werden autopapieren en reservesleutels gevonden, die verstopt waren in de meterkast in het plafond. [1]
Op grond van gegevens uit de peilbakens kan worden vastgesteld dat de zwarte Mercedes in de periode van 7 februari 2018 tot en met 27 april 2018 en de grijze Mercedes in de periode van 24 februari 2018 tot en met 30 mei 2018 meerdere malen van Assen en/of Groningen naar verschillende plaatsen in Duitsland zijn gereden.
Blijkens de opgenomen communicatie in beide voertuigen, opgevraagde camerabeelden, telefoongegevens en verklaringen hebben, naast [medeverdachte 1] , verschillende personen als bestuurder en/of bijrijder plaatsgenomen in de voertuigen. Dit betreffen onder andere verdachte en medeverdachte Waez [medeverdachte 2] .
Ten aanzien van beide voertuigen zijn ook ritten in Nederland geregistreerd. De ritten op 25 april 2018 (grijze Mercedes) en op 26 april 2018 (zwarte Mercedes) worden in dit verband uitgelicht. Op deze dagen zijn de voertuigen gecontroleerd op mogelijke aanwezigheid van verborgen audio- en volgapparatuur, het zogeheten ‘sweepen’.
Het peilbaken van de grijze Mercedes heeft op 25 april 2018 een rit geregistreerd in (de omgeving van) Assen. Uit de opnames in het voertuig blijkt dat [medeverdachte 1] gedurende de gehele rit in gesprek is geweest met een onbekende man. Deze onbekende man spreekt over een ‘sweepstel’ dat hij bij zich heeft en dat de gehele auto wordt nagekeken op apparatuur. [medeverdachte 1] zegt op een vraag van de onbekende man dat ‘deze’ (de rechtbank begrijpt: het voertuig) uit 2013 is, dat deze drie maanden geleden is gekocht voor € 29.000,-- en sinds vier weken in gebruik is. De onbekende man zegt dat hij iedereen die van A naar B reist met precaire handel, zoals geld of diamanten, adviseert de auto na aanschaf te checken. Vervolgens bevestigt [medeverdachte 1] dat het zijn voertuig is en dat een persoon met een Engels rijbewijs geld moet ophalen. [2]
Op 26 april 2018 is met de zwarte Mercedes een rit geregistreerd van Groningen naar Arnhem en terug. [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] zijn herkend op de opnames in het voertuig. In Arnhem hebben zij een onbekende man ontmoet, die wordt herkend als dezelfde man die op de opnames op 25 april 2018 in de grijze Mercedes is gehoord. De onbekende man zegt: “ik gooi even dat apparaat bij jou naar binnen”. Ook nu is het voertuig kennelijk gecontroleerd op mogelijke aanwezigheid van verborgen audio- en volgapparatuur. [3]
2.2
Aanhouding 30 mei 2018 en de verborgen bergruimte
Het onderzoek heeft geresulteerd in de aanhouding van [medeverdachte 1] en medeverdachte [medeverdachte 2] op 30 mei 2018 omstreeks 21:10 uur op de afrit van de snelweg A28 naar Assen. [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] reden op dat moment in de grijze Mercedes die, blijkens de informatie uit de peilbakens, op 29 mei 2018 omstreeks 23:30 uur uit Groningen is vertrokken en via tussenstops in Hamburg, Berlijn en Hannover naar Assen is gereden. [4]
De grijze Mercedes is na de aanhouding in beslag genomen en doorzocht. Aan de achterzijde is in het voertuig een verborgen bergruimte aangetroffen. Uit OVC-opnames in de grijze Mercedes op 14 mei 2018 volgt dat [medeverdachte 1] een gedetailleerde uitleg heeft gegeven aan een onbekende man over het openen van de bergruimte. Aan de hand van deze beschrijving en met behulp van de afstandsbediening die in de fouillering van [medeverdachte 1] is aangetroffen, heeft de politie de bergruimte geopend. [5] In de bergruimte zijn drie zakken aangetroffen met daarin geldbedragen van in totaal € 81.700,--. [6]
Het mechanisch gezoem dat hoorbaar was bij het openen van de bergruimte, hebben verbalisanten meerdere keren herkend op de OVC-opnames. Dit was het geval tijdens de ritten op 30 april 2018, 1 mei 2018, 14 mei 2018, 24 mei 2018 en 29 en 30 mei 2018. [7] De rechtbank heeft op de betreffende OVC-opnames mechanisch gezoem gehoord. Nu het door verbalisanten waargenomen geluid bij het onderzoeken van het voertuig niet is opgenomen, kan niet worden vastgesteld dat dit geluid overeenkomt met het geluid dat op de OVC-opnames is te horen. De rechtbank heeft echter geen reden om aan de deskundigheid van de politie met betrekking tot de herkenning van het zoemende geluid te twijfelen. De rechtbank gaat er dan ook vanuit dat het mechanisch gezoem van de verborgen bergruimte hoorbaar is op de OVC-opnames van genoemde data.
De later in beslag genomen zwarte Mercedes is eveneens onderzocht op de aanwezigheid van een verborgen bergruimte. Daarbij is geconstateerd dat bij het openen van de achterklep van het voertuig een onverklaarbare naad of kier zichtbaar was. In de kofferbak werden verse slijp- en snijsporen en slijpsel van metaal aangetroffen. Daarnaast werden twee identiek uitgeslepen rechthoekige gaten aangetroffen die grof waren afgedicht door laspunten. Ook was er een extra stroompunt aanwezig dat kennelijk niet standaard door de fabriek in de auto was aangebracht. Vergeleken met de verborgen bergruimte in de grijze Mercedes, kan worden vastgesteld dat in de zwarte Mercedes een vergelijkbare verborgen bergruimte aanwezig moet zijn geweest die kennelijk is verwijderd. [8]
2.3
Debiteurenadministratie op de Samsung Galaxy S8
In de grijze Mercedes is bij de aanhouding van medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] een Samsung Galaxy S8 met het serienummer [nummer] aangetroffen. [9] [medeverdachte 1] heeft bij de politie verklaard dat dit zijn telefoon is. Op vragen van de politie heeft [medeverdachte 1] verklaard dat niemand anders het wachtwoord van deze telefoon weet en dat niemand anders deze telefoon gebruikt. [10] De rechtbank gaat er daarom vanuit dat [medeverdachte 1] de enige persoon is geweest die toegang heeft gehad tot de betreffende Samsung Galaxy S8.
De politie heeft de toegangscode van de Samsung Galaxy S8 van [medeverdachte 1] achterhaald en zich zodoende toegang verschaft tot de inhoud van het toestel. [11] Op het toestel is een notitie-app aangetroffen, die beveiligd bleek te zijn met hetzelfde wachtwoord als het wachtwoord van het toestel waardoor ook toegang is verkregen tot de inhoud van deze app. Deze notitie-app is voor het laatst bewerkt op 30 mei 2018 om 20:41 uur, vlak voor de aanhouding van [medeverdachte 1] , en bevatte in totaal 98 notities. De voor deze administratie relevante bevindingen worden hierna per categorie opgenomen.
Prijslijsten
In een tweetal notities worden verschillende namen en afkortingen opgesomd, gevolgd door een getal: [12]
Notitie 85 (titel: [naam 17] )
X 1
M 22000
Snel 1300
AM 5000
Kush 4200
Haze Hasj 3500
Kush Hasj 3300
PP Hasj 3100
Notitie 92 (titel: [naam 10] )
Haze 3300
Kush 3100
pp 2900
Door verbalisanten die deel uitmaken van het Hennepteam van de Eenheid Noord-Nederland, en zodoende veelvuldig in aanraking zijn gekomen met verschillende hennepsoorten, is gerelateerd dat de benamingen PP, Kush, Haze en AM verschillende hennepsoorten betreffen. Daarbij is PP een afkorting voor Power Plant en AM een afkorting voor Amnesia Haze. [13] De toevoeging ‘hasj’ bij een aantal van deze soorten bevestigt deze aanname. Uit het document ‘Landelijke drugsprijzen 2012-2015’, gebaseerd op een gemiddelde van prijzen voor verschillende soorten drugs die uit politieonderzoeken naar voren komen, blijkt dat de prijzen voor droge hennep rond € 3.770,13 per kilo liggen. Deze gemiddelde kiloprijs is gebaseerd op 74 meldingen. [14] De getallen die achter de hennep-soorten staan vermeld in de notitie, lijken daarom kiloprijzen te zijn, nu deze getallen variëren van 2900 tot 4200.
In notitie 85 worden voorts de benamingen M en Snel gebruikt. Het is de verbalisant ambtshalve bekend dat MDMA ook wel ‘M’ wordt genoemd. De verbalisant heeft daarnaast vermeld dat op de website drugskompas.nl naar voren komt dat ‘Snel’ wordt gebruikt voor speed/amfetamine.
De rechtbank acht, gelet op de voorgaande bevindingen, aannemelijk dat de notities prijslijsten van verschillende soorten drugs betreffen.
Lijsten met adressen in Duitse steden
Er zijn acht notities aangetroffen met daarin adressen in en nabij verschillende Duitse steden, waaronder Hannover, Hamburg, Stuttgart en Berlijn. In enkele notities worden bijnamen genoemd. In notitie 13 worden bijvoorbeeld adressen in en nabij Hamburg genoemd onder de bijnamen [naam 10] , [naam 9] , [naam 14] en [naam 14] . Notitie 15 bevat adressen in en nabij Heilbronn en Stuttgart, waarin de bijnamen [naam 11] en [naam 13] zijn genoemd. Ook staan bijnamen in de titels van de notities, zoals in notitie 66 ( [naam 15] ), notitie 83 ( [naam 16] ) en notitie 88 ( [naam 12] ).
Track & trace-codes en verzonden pakketten naar Duitsland
In de notities die zijn genummerd 8, 87, 94 en 95 zijn getallenreeksen opgenomen die overeen komen met track & trace-codes. [15] In totaal zijn in deze notities 32 track & trace-codes van pakketdiensten DPD, Seur Geopost S.L.U. (een lokale Spaanse koerierdienst die werkt voor DPD) en GLS opgenomen. Via deze pakketdiensten zijn de verzendgegevens van 21 pakketten achterhaald. Het betreffen pakketten die in de periode van 15 februari 2018 tot en met 1 juni 2018 zijn verzonden naar adressen in Duitsland. Van deze pakketten zijn drie pakketten verzonden vanuit Nederland en achttien pakketten vanuit Spanje. Bij de meeste codes in de notities staan ook andere gegevens genoteerd, zoals ‘ [naam 20] ’ (bij pakketten die door Seur Geopost S.L.U. zijn vervoerd) en ‘Dep’ (bij pakketten die door DPD zijn vervoerd). In notitie 94 is achter vijf track & trace-nummers het bijschrift ’10 am’ genoteerd. Dit betreft een verwijzing naar de hennepsoort Amnesia Haze.
In de Samsung Galaxy S8 is een foto aangetroffen van een pakketlabel met daarop adresgegevens en een track & trace-code. Uit de verzendgegevens van Seur Geopost S.L.U. volgt dat het pakket op 28 mei 2018 is verzonden naar een adres in Spanje. Op 31 mei 2018, kort na de aanhouding van [medeverdachte 1] , is de verzending geannuleerd. De verzendgegevens komen in verschillende notities terug. Het adres van de ontvanger op het pakketlabel komt overeen met een adres, genoemd in notitie 13 onder de naam ‘ [naam 10] ’. De geadresseerde van dit adres is [bedrijf 2] . De track & trace-code van het pakketlabel komt overeen met een getallenreeks genoemd in notitie 94. [16] In de notitie staat bij de getallenreeks ‘ [naam 20] ’ en ‘ [naam 10] 10 handels’ genoteerd. Gelet op de samenhang tussen de verzendgegevens en de verschillende notities kan worden vastgesteld dat het om een daadwerkelijk verzonden pakket gaat en dat [medeverdachte 1] over de verzendgegevens beschikte in meerdere notities.
Naast de genoemde verzendingen van 18 pakketten uit Spanje, kan de administratie van [medeverdachte 1] worden gekoppeld aan verzendingen uit Nederland aan de hand van drie track & trace-codes in de notities.
Twee track & trace-codes die in de notities zijn genoemd betreffen pakketten die zijn verzonden van Meppel naar adressen in Duitsland. Uit verzendgegevens van DPD bleek dat deze pakketten waren verzonden door [bedrijf 3] , de eenmanszaak van [naam 6] . [naam 6] is op 5 maart 2018 herkend als bestuurder van een voertuig dat op naam stond van [medeverdachte 1] . Als bijrijder zat [naam 7] in het voertuig. [17] [naam 7] is eigenaar van de eenmanszaak [bedrijf 4] . Uit informatie van de Duitse politie is gebleken dat in oktober 2017 een pakket met hennep, afkomstig van [bedrijf 4] , is onderschept in Hamburg door de Duitse politie. Op het adres waar het pakket naartoe was verzonden, werden verschillende uitgepakte pakketverpakkingen aangetroffen van [bedrijf 4] . De huurder van dit pand bleek de vriendin van [naam 8] te zijn. Op 21 maart 2018 is [medeverdachte 1] in Hamburg herkend terwijl hij een ontmoeting had met [naam 8] . [18]
De derde track & trace-code met betrekking tot een pakket dat uit Nederland is verzonden, betreft een verzending door eenmanszaak [bedrijf 5] via GLS. [19]
Naar aanleiding van de bevindingen met betrekking tot [bedrijf 3] , [bedrijf 4] en eenmanszaak [bedrijf 5] , zijn de verzendgegevens met betrekking tot deze ondernemingen opgevraagd bij DPD en GLS van 1 januari 2017 t/m 30 mei 2018. De resultaten, alsmede een vergelijking met de notities met adressenlijsten, zijn in onderstaande tabel opgenomen. [20]
Onderneming
Periode
Pakketten bezorgd
Waarvan pakketten met bezorgadres in de notities
[bedrijf 4]
17 januari 2017 t/m 3 november 2017
160
134
[bedrijf 3]
13 november 2017 t/m 30 mei 2018
188
179
[bedrijf 5]
15 februari 2018 t/m 19 februari 2018
2
2
Totaal
352
315
Bovenstaande ondernemingen hebben in totaal 315 pakketten verzonden naar 36 adressen van de in totaal 45 unieke adressen in de adressenlijsten in de notities op de Samsung Galaxy S8. Deze 36 adressen zijn onder te verdelen in zes gebieden, te weten Hannover, Hamburg, Stuttgart, Berlijn, Hildburghausen en Luik (België).
Rekenstaten (debiteurennotities)
In 31 notities zijn met elkaar vergelijkbare rekenstaten opgenomen. Iedere rekenstaat is op dezelfde wijze opgebouwd. Er wordt steeds een startsaldo genoemd, dat veelal overeenkomt met het eindsaldo van de periode daarvoor. Het startsaldo wordt opgeteld met bedragen, waarbij gebruik wordt gemaakt van de formule ‘hoeveelheid x prijs = totaal’. Achter deze formules zijn soms verschillende benamingen van drugs en/of een datum genoemd. Daarnaast worden bedragen in mindering gebracht. Ook hierbij worden soms data genoemd.
Hoewel de rekenstaten gedetailleerde berekeningen bevatten, zijn deze niet altijd volledig. Vermoedelijk zijn in sommige rekenstaten oudere gegevens verwijderd. De eerstgenoemde datum in de notities is in sommige gevallen namelijk veel later dan de aanmaakdatum van de betreffende notitie. De notitie begint met een startsaldo, waaruit kan worden opgemaakt dat er sprake is van een reeds aanwezige schuld.
De rechtbank stelt vast dat de notities met rekenstaten op verschillende onderdelen overeenkomsten vertonen met de eerder genoemde notities en met overige onderzoeksbevindingen.
Zo zijn er verschillende benamingen van drugs achter de optellingen genoemd. Dit betreffen voornamelijk de in de prijslijsten genoemde hennepsoorten Amnesia Haze (AM), Kush, Power Plant (PP) en hasj, maar ook zijn de termen speed/snel, blok en stein genoemd. ‘Blok’ is de benaming voor een kilo cocaïne. Uit informatie van de Duitse politie is gebleken dat ‘stein’ een benaming is voor cocaïne. In de notities zijn enkel prijslijsten opgenomen ten aanzien van [naam 17] en [naam 10] , maar in de rekenstaten van andere afnemers worden vergelijkbare prijzen ten aanzien van de genoemde drugs gehanteerd.
De rekenstaten hebben overwegend als titel bijnamen die ook in de overige notities naar voren komen, zoals [naam 3] , [naam 9] , [naam 10] , [naam 11] , [naam 12] , [naam 13] , [naam 14] , [naam 15] en [naam 16] .
Voorts zijn er koppelingen te maken met de data die in de rekenstaten zijn genoemd en de pakketten die zijn afgeleverd. De datum die achter een optelling volgens bovenstaande formule is genoemd, komt in sommige gevallen overeen met een pakket dat is afgeleverd via DPD of GLS. In andere gevallen is er geen datum bekend, maar wordt wel een optelling genoteerd die binnen het stramien van de rekenstaat in een periode van enkele dagen valt.
In de rekenstaat met titel [naam 10] (notitie 55, die voor het laatst is bijgewerkt op 30 mei 2018) worden bijvoorbeeld in de volgende vier gevallen data genoemd bij de optelsom. Daar kunnen vier pakketten aan worden gekoppeld door middel van de verzendgegevens bij de track & trace-codes, zoals zichtbaar is in onderstaande tabel.
Notitie 94 (track & trace-code)
Notitie 55 (rekenstaat [naam 10] )
Gegevens aflevering DPD
[naam 10] 10 am 07081007709464 goed
17 mei amber
10000 x 4.8 = 48000
17 mei 2018
Status: afgeleverd
[naam 20] 294874377947 [naam 10] 8 neu
18 mei crigra
8000 x 3.8 = 30400
18 mei 2018
Status: afgeleverd
Gewicht: 10,8 kilo
[naam 10] 10 am 07081007786448 goed
31 mei amber
10000 x 4.8 = 48000
1 juni 2018
Status: afgeleverd
[naam 20] 294874383221 [naam 10] 10 handels
31 mei crigra
10000 x 3.8 = 38000
31 mei 2018
Status: geannuleerd
Gewicht: 12,5 kilo
In de tabel valt voorts op dat de hoeveelheden in de rekenstaten (10000 of 8000) corresponderen met de notitie waarin de track & trace-codes zijn opgenomen (10 of 8). Ervan uitgaande dat deze getallen het gewicht in respectievelijk grammen en kilo’s uitdrukken, komen deze overeen met het geregistreerde gewicht van de pakketten.
Van tien pakketten die via DPD zijn verzonden uit Spanje, is ook het gewicht van de pakketten bekend. Dit is bijvoorbeeld het geval bij enkele pakketten van [naam 10] in bovenstaande tabel. Deze pakketten zijn te koppelen aan optellingen in de rekenstaten van verschillende afnemers, waarbij het pakket steeds twee of drie kilo zwaarder is dan het genoteerde gewicht in de rekenstaten. [21]
Ten slotte kan er een verband worden gelegd tussen bedragen die in mindering worden gebracht (de aflossingen) en de ritten die zijn uitgevoerd met de zwarte of de grijze Mercedes. In sommige gevallen is een datum genoteerd bij de aflossingen in de rekenstaat, die overeen komt met de datum waarop een rit is geregistreerd. In andere gevallen is er geen datum genoemd, maar blijkt uit de gedetailleerde uitwerking en de koppeling met pakketleveringen dat er in een bepaalde periode van enkele dagen een aflossing heeft plaatsgevonden.
Ten aanzien van één rit kan daadwerkelijk worden vastgesteld dat er een contant geldbedrag is vervoerd van Duitsland naar Nederland, dat nagenoeg overeenkomt met de aflossingen die zijn genoteerd in de rekenstaten van drie afnemers. Tijdens de rit op 29 en 30 mei 2018, waarbij [medeverdachte 1] en medeverdachte [medeverdachte 2] zijn aangehouden, is in totaal € 81.700,-- aangetroffen in de verborgen bergruimte van de grijze Mercedes. Uit de rekenstaten van [naam 10] , [naam 19] ( [naam 17] ) en [naam 3] volgt dat er aflossingen hebben plaatsgevonden van in totaal € 81.980,--. [22]
Gelet op de opbouw van de rekenstaten en de samenhang tussen de notities in de Samsung Galaxy S8 van [medeverdachte 1] , de verzendgegevens van de pakketten en de geregistreerde ritten met de grijze of de zwarte Mercedes, kunnen deze rekenstaten naar het oordeel van de rechtbank worden beschouwd als debiteurenbestanden van verschillende afnemers van pakketten.
De politie heeft in het bijzonder de debiteurenbestanden ten aanzien van de bijnamen [naam 10] , [naam 3] , [naam 18] en [naam 19] , in combinatie met de andere onderzoeksbevindingen, geanalyseerd. [23] Deze gegevens zullen hierna bij de afzonderlijk ten laste gelegde ritten worden besproken.
2.4
Overige aanwijzingen drugshandel
Uit de onderzoeksbevindingen die hiervoor zijn opgenomen zijn verschillende verwijzingen naar drugs naar voren gekomen. Naast deze bevindingen, biedt het dossier nog enkele aanwijzingen dat sprake is van een administratie van de handel in drugs.
Op voornoemde Samsung Galaxy S8 van [medeverdachte 1] zijn namelijk tevens foto’s van hennep, geldbiljetten en schermafbeeldingen aangetroffen. [24] Op een van deze foto’s wordt een henneptop vastgehouden, waarbij op de duim een moedervlekje is te zien. De politie heeft de duim aan het moedervlekje herkend als de duim van [medeverdachte 1] . [25]
De schermafbeeldingen bevatten chatgesprekken waarin onder andere wordt gezegd “Broer ik wil amnesia van Granada 100 kilo.” [26] In twee verschillende chatgesprekken op 26 mei 2018 wordt gevraagd wat een ‘blok’ kost. In het ene gesprek wordt hierop geantwoord met “27500 a 28000.” In het andere gesprek wordt “rond 28” genoemd. [27] Het is de politie ambtshalve bekend dat ‘amnesia’ een hennepsoort betreft en dat een ‘blok’ straattaal is voor een kilogram cocaïne, waarvan de straatwaarde voor een kilogram rond € 30.000,-- ligt. [28]
Daarnaast is een foto opgenomen van een tafel in een woonkamer met een grote stapel geldbiljetten. Door de Duitse politie is deze woonkamer herkend als de woonkamer van [naam 2] . [29] [naam 2] is in Duitsland meerdere keren naar voren gekomen in onderzoeken naar verdovende middelen. [30]
2.5
Conclusie
Gelet op de inhoud en de onderlinge samenhang van voorgaande onderzoeksbevindingen, in combinatie met de waargenomen ritten naar Duitsland in de zwarte of grijze Mercedes en het daadwerkelijk aangetroffen geldbedrag in de grijze Mercedes op 30 mei 2018, kan naar het oordeel van de rechtbank worden vastgesteld dat er in de onderzochte periode meerdere geldtransporten hebben plaatsgevonden van Duitsland naar Nederland, waarbij het vervoerde geld afkomstig was van drugshandel waarbij [medeverdachte 1] betrokken was.
3. Ritten
De rechtbank stelt vast dat er meer ritten naar Duitsland zijn geregistreerd door de peilbakens dan aan verdachte en/of zijn medeverdachten ten laste zijn gelegd. Daarnaast kunnen niet alle geregistreerde ritten worden gekoppeld aan een aflossing in de drugsadministratie van [medeverdachte 1] , die hiervoor is uiteengezet. Dit laat de mogelijkheid open dat er ook ritten zijn gemaakt naar Duitsland, waarbij (uiteindelijk) geen contant geldbedrag is vervoerd naar Nederland. Evenmin kunnen alle (in de drugsadministratie geregistreerde) aflossingen worden gekoppeld aan een specifieke rit. Zo zijn bijvoorbeeld tussen de pakketafleveringen op 24 april 2018 en 4 mei 2018 twee aflossingen genoteerd (van € 181.000,-- en € 19.385,--), terwijl slechts één rit is geregistreerd, namelijk op 30 april 2018. [31] De rechtbank sluit daarom niet uit dat er op andere wijze dan door een rit met een van de twee onderzochte Mercedessen aflossingen zijn opgehaald of hebben plaatsgevonden. Het dossier schept zodoende geen volledig beeld van alle ritten, waarbij sprake is van een aflossing door middel van een geldtransport.
Nu aan verdachte concrete ritten zijn ten laste gelegd waarbij een geldtransport zou hebben plaatsgevonden, zal de rechtbank moeten beoordelen of er daadwerkelijk geld is vervoerd op de datum van de betreffende rit. Met het ontbreken van volledigheid van de aangetroffen drugsadministratie overweegt de rechtbank dat zij slechts kan concluderen tot een bewijsbare rit indien hetzij de aflossing in de administratie een concrete datum bevat die gekoppeld kan worden aan een concrete rit, hetzij er voldoende andere aanknopingspunten voor het vervoeren van een geldbedrag aanwezig zijn. De rechtbank zal aan de hand van dit toetsingskader de bewijsbaarheid per rit bespreken.
3.1
Rit 15 februari 2018 (Hannover)
In de debiteurennotitie van [naam 3] is na de aflossing op 10 februari 2018 het volgende genoteerd:
Doos 1
2000 x 5 = 10000 am 10+++
2700 x 5 = 13500 am 10++
4000 x 4.8 = 19200 am 10+
1000 x 2.8 = 2800 hasjis
Doos 2
4190 x 5 = 20950 am 10 ++++
2000 x 5 = 10000 am 10 +++
2000 x 4 = 8000 am 8
Hieruit volgt dat twee pakketten met hennep (Amnesia Haze) en hasjiesj zijn verzonden voor de totaalprijs van € 84.450,--. In de debiteurennotitie wordt geen datum genoemd bij deze verzending. Uit gegevens van DPD volgt dat na de levering op 8 februari 2018 twee pakketten zijn geleverd op 14 februari 2018 op een adres in Hannover dat is genoemd in een adressenlijst in de debiteurenadministratie van [medeverdachte 1] .
Na deze levering is het volgende genoteerd:
10000
13500
19200
20950
10000
8000
2800 +
84450
41730
84450 +
126180
99200 -
26980
25000 -
1980
De optelsom van de levering op 14 februari 2018 bedraagt € 84.450. Het eindsaldo van de voorgaande aflossing op 10 februari 2018 van € 41.730 wordt daarbij opgeteld. Het totaal aan openstaande schuld komt daarmee op € 126.180 te staan. Er worden vervolgens aflossingen gedaan van € 99.200 en € 25.000. Deze aflossingen vinden plaats na de levering van 14 februari 2018, maar voordat de volgende levering wordt afgeleverd op 20 februari 2018. De enige rit naar Duitsland die in deze periode is geregistreerd betreft een rit op 15 februari 2018 met de zwarte Mercedes.
Nu de aflossingen niet aan een concrete datum in het debiteurenbestand kunnen worden gekoppeld, ziet de rechtbank zich voor de vraag gesteld of er voldoende aanknopingspunten zijn voor het vervoeren van een geldbedrag op de ten laste gelegde datum.
Uit de gegevens van het peilbaken volgt dat de zwarte Mercedes op 15 februari 2018 omstreeks 17:00 uur is vertrokken uit Groningen en om 19:55 uur is aangekomen aan de [straatnaam] in Hannover. Uit het dossier blijkt dat op het adres [straatnaam] te Hannover [naam 1] en [naam 2] staan ingeschreven. [naam 1] is een voormalig kentekenhouder van de zwarte Mercedes. De politie vermoedt dat [naam 2] in werkelijkheid de debiteur [naam 3] betreft. Om 22:26 uur is het voertuig in Assen geparkeerd. Uit de mastgegevens volgt dat het telefoonnummer [mobielnummer] masten heeft aangestraald die overeenkomen met de route die het baken van de zwarte Mercedes heeft afgelegd. Dit betreft het telefoonnummer van verdachte. Op de camerabeelden van twee tankstations wordt verdachte herkend door verbalisanten. De rechtbank stelt daarom vast dat verdachte de rit heeft uitgevoerd.
Uit de voorgaande bevindingen blijken naar het oordeel van de rechtbank echter onvoldoende aanknopingspunten waaruit blijkt dat verdachte op deze datum daadwerkelijk een contant geldbedrag heeft vervoerd. Het enkele feit dat er een rit naar Duitsland heeft plaatsgevonden in de periode waarin er blijkens de debiteurenadministratie van medeverdachte [medeverdachte 1] een aflossing heeft plaatsgevonden is daarvoor onvoldoende. De rechtbank zal verdachte daarom van dit onderdeel van de tenlastelegging vrijspreken.
3.2
Rit 3 april 2018 (Hamburg)
Uit het dossier volgt dat de zwarte Mercedes op 3 april 2018 van Groningen naar Hamburg vice versa is gereden en dat deze rit is uitgevoerd door medeverdachte [medeverdachte 1] . In Hamburg heeft [medeverdachte 1] telefoongesprekken gevoerd, waaruit blijkt dat hij vermoedt dat hij wordt gevolgd of geobserveerd. Het voertuig is op de terugweg van Hamburg naar Groningen bij een tankstation in Scheemda gestopt om 19:13 uur. Buiten de auto zijn de stemmen van verdachte en van [medeverdachte 1] hoorbaar op de OVC-opnames. Ook nu spreekt [medeverdachte 1] over de politie en dat hij gevolgd is. Om 19:18 uur vertrekt het voertuig. Omstreeks 19:27 uur heeft [medeverdachte 1] een telefoongesprek gevoerd met een onbekend persoon, waarbij hij zich afvraagt hoe men hem heeft gevonden. Kort daarna zegt [medeverdachte 1] : “Die vriend van mij is naar de grens gereden voor de controle…”. Uit de mastgegevens volgt dat de telefoon van verdachte om 19:11 een mast in Scheemda heeft aangestraald. De zwarte Mercedes is om 19:37 aangekomen in Groningen. Om 19:41 is middels een observatiecamera de Citroën C1 van verdachte gezien in de nabijheid van de parkeerplaats van de zwarte Mercedes en dat verdachte en [medeverdachte 1] nog enkele minuten contact met elkaar hebben voordat zij allebei wegrijden.
Op grond van het voorgaande kan worden vastgesteld dat verdachte op verzoek van [medeverdachte 1] naar de grens is gereden om deze te controleren, toen [medeverdachte 1] vermoedde dat hij werd gevolgd door de politie in Hamburg. De rechtbank is echter van oordeel dat er geen bewijs voorhanden is waaruit volgt dat verdachte op dat moment wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat [medeverdachte 1] contante geldbedragen vervoerde die van misdrijf afkomstig waren. Uit het dossier blijkt namelijk onvoldoende dat verdachte op een eerder moment een contant geldbedrag heeft vervoerd voor [medeverdachte 1] en het dossier biedt ook verder onvoldoende aanwijzingen waaruit de wetenschap of het vermoeden bij verdachte zou moeten blijken dat er sprake was van het vervoeren van een contant geldbedrag dat van misdrijf afkomstig is. De rechtbank zal verdachte daarom van dit onderdeel van de tenlastelegging vrijspreken.
3.3
Ritten 13 en 14 april 2018 (Oldenburg en Lingen)
Uit de debiteurenadministratie van [naam 3] is genoteerd dat, na de aflossing op 3 april 2018, de volgende berekening wordt gemaakt:
8000 x 4.2 = 33600 pp 10++
8000 x 4.2 = 33600 pp 10++
Hieruit volgt dat er in totaal 16 kilogram hennep (Power Plant) is verzonden voor een totaalbedrag van € 139.200,--. Er is geen datum van verzending genoteerd. Uit de verzendgegevens van DPD blijkt dat op 4 april 2018 twee pakketten zijn bezorgd op een adres in Hannover dat is genoemd in een adressenlijst in de debiteurenadministratie van [medeverdachte 1] . Het totaalbedrag wordt in de notitie als volgt berekend:
206750
33600
33600
273950
Na de levering op 4 april 2018 wordt de volgende berekening genoteerd:
10000 x 5 = 50000
10000 x 5 = 50000
Dit betreft een verzending van in totaal 20 kilogram voor een totaalbedrag van € 100.000,--. Aan deze verzending is geen datum gekoppeld. Ook zijn in de verzendgegevens van DPD geen pakketten te koppelen. In de debiteurennotitie wordt hierna het volgende genoteerd:
273950
50000
50000 +
373950
122280 -
251670
71650 -2700 2x iron
180020
2700 +
182720
30000 -
152720
In deze berekening is na het startsaldo van € 273.950,-- de levering van twee pakketten ter waarde van in totaal € 100.000,-- geregistreerd. Op het totaalbedrag van € 373.950,-- zijn vervolgens twee aflossingen genoteerd van € 122.280,-- en € 71.650,--. Vervolgens wordt een bedrag van € 2.700,-- opgeteld, vermoedelijk voor de levering van twee Ironphones. Van dit totaalbedrag wordt een derde aflossing genoteerd van € 30.000,-- Uit de gegevens van DPD volgt dat de volgende pakketten worden verzonden op 18 april 2018. Hieruit volgt dat er drie aflossingen hebben plaatsgevonden in de periode tussen 4 en 18 april 2018. De enige ritten naar Duitsland die in deze periode zijn geregistreerd betreffen ritten op 13 en 14 april 2018 met de grijze Mercedes.
Nu de aflossingen niet aan een concrete datum in het debiteurenbestand kunnen worden gekoppeld, ziet de rechtbank zich voor de vraag gesteld of er voldoende aanknopingspunten zijn voor het vervoeren van een geldbedrag op de ten laste gelegde data.
Uit peilbakengegevens volgt dat de grijze Mercedes op 13 april 2018 is vertrokken vanuit een parkeergarage in Assen en om 18:51 uur is aangekomen in Oldenburg. Er zijn verschillende korte tussenstops in Oldenburg gemaakt en omstreeks 20:11 uur is het voertuig weer vertrokken naar Nederland, waar het om 21:15 uur is gearriveerd aan de [straatnaam] in Assen. Uit de mastgegevens volgt dat het telefoonnummer [mobielnummer] masten heeft aangestraald die overeen komen met de route die het baken van de grijze Mercedes heeft afgelegd. Dit betreft het telefoonnummer van verdachte. Kort na de aankomst van de Mercedes zijn op de OVC-opnames in de Seat Leon, die in gebruik is bij verdachte, stemmen van twee verschillende mannen te horen. Deze stemmen zouden klinken als verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] .
De grijze Mercedes is op 14 april 2018 vertrokken vanuit Assen. Het voertuig is om 12:21 uur aangekomen op een parkeerplaats nabij Lingen. Om 12:28 is het voertuig weer vertrokken naar Assen. Uit de mastgegevens volgt dat het telefoonnummer [mobielnummer] masten heeft aangestraald die overeen komen met de route die het baken van de grijze Mercedes heeft afgelegd. Dit betreft het telefoonnummer van verdachte.
Op grond van het voorgaande kan worden vastgesteld dat de grijze Mercedes op 13 en 14 april 2018 een route heeft afgelegd naar een of meer locaties in Duitsland. Het enkele feit dat er een rit naar Duitsland heeft plaatsgevonden, brengt echter niet noodzakelijkerwijs met zich mee dat op deze data een aflossing heeft plaatsgevonden. Nu er onvoldoende concrete aanwijzingen zijn voor een geldtransport op de betreffende data, is de rechtbank van oordeel dat ten aanzien van deze twee ritten onvoldoende bewijs voorhanden is. Daar komt nog bij dat het meereizen van de telefoon van verdachte met het voertuig, niet uitsluit dat iemand anders dan verdachte het voertuig heeft bestuurd. Zo is ten aanzien van een andere rit in dit dossier naar voren gekomen dat de telefoon van [medeverdachte 1] is meegereisd met het voertuig, terwijl hij zelf niet aanwezig was in dat voertuig. De rechtbank zal verdachte, gelet op het voorgaande, ook van deze onderdelen van de tenlastelegging vrijspreken.
3.4
Rit 30 april 2018 (Hannover)
In de debiteurennotitie van [naam 3] wordt het volgende genoteerd na de pakketlevering op 18 en 19 april 2018:
24 apr amber
10000 x 5 = 50000
Dit betreft een verzending van 10 kilogram voor een totaalbedrag van € 50.000,--. Uit de gegevens van DPD komt een pakketlevering met track & trace-code [code] naar voren die gekoppeld kan worden aan deze verzending. Dit betreft een pakket dat op 18 april 2018 is verzonden vanuit Spanje. Het pakket wordt op 24 april 2018 afgeleverd in Lehrte, een dorp nabij Hannover. [32]
In de debiteurennotitie wordt hierna het volgende genoteerd:
239120
50000 +
289120
181000 -
107120
19385 -
87735
In deze berekening is na het startsaldo van € 239.120,-- de levering van een pakket ter waarde van in totaal € 50.000,-- geregistreerd. Op het totaalbedrag van € 239.120,-- zijn vervolgens aflossingen genoteerd van € 181.000,-- en € 19.385,--. Uit de gegevens van DPD volgt dat de volgende pakketten worden afgeleverd op 4 mei 2018. Hieruit volgt dat er twee aflossingen hebben plaatsgevonden in de periode tussen 24 april 2018 en 4 mei 2018. De enige rit naar Duitsland die in deze periode is geregistreerd betreft de rit op 30 april 2018 met de grijze Mercedes. [33]
Nu de aflossingen niet aan een concrete datum in het debiteurenbestand kunnen worden gekoppeld, ziet de rechtbank zich voor de vraag gesteld of er voldoende aanknopingspunten zijn voor het vervoeren van een geldbedrag op de ten laste gelegde data.
De grijze Mercedes is op 30 april omstreeks 20:34 uur vertrokken vanuit de [straatnaam] in Assen. Via een tussenstop bij een tankstation is het voertuig naar Hannover gereden. Verdachte is op camerabeelden van dit tankstation herkend als bestuurder van het voertuig. Daarnaast is zijn stem herkend op de OVC-opnames in het voertuig. Verder zijn er geen inzittenden waargenomen op de camerabeelden en de OVC-opnames. De rechtbank gaat er daarom vanuit dat verdachte bestuurder en enige inzittende van het voertuig was. Tussen 23:15 uur en 23:42 uur heeft het voertuig stilgestaan aan de [straatnaam] in Hannover. Om 23:33 uur is op de OVC-opnames te horen dat verdachte een ontmoeting heeft met een Duits sprekende man. Verdachte spreekt de man als volgt aan: “Schnell schnell [naam 3] . Schnell. [naam 3] .” Vervolgens stapt er iemand in de auto. Er wordt een gesprek in het Duits gevoerd, waarbij enkele keren geritsel is te horen. Er klinken vervolgens piepgeluiden en het geluid van mechanisch gezoem. De achterklep wordt opengedaan en er klinkt een knisperend geluid. Ook wordt er gefluisterd. Daarna klinkt weer mechanisch gezoem en een knisperend geluid. Vervolgens wordt de achterklep dicht gedaan en vertrekt het voertuig naar Assen. Om 02:03 uur en om 02:06 wordt weer het geluid van mechanisch gezoem waargenomen. Uit de mastgegevens volgt dat het telefoonnummer [mobielnummer] masten heeft aangestraald die overeen komen met de route die het baken van de grijze Mercedes heeft afgelegd. Dit telefoonnummer is bij medeverdachte [medeverdachte 1] in gebruik. [34]
Verdachte heeft verklaard dat hij wel eens in het voertuig van [medeverdachte 1] reed, maar hij heeft ontkend dat hij geld heeft vervoerd dat van misdrijf afkomstig was. Verdachte heeft geen enkele uitleg willen geven over het doel van de rit met de Mercedes.
Alle omstandigheden in aanmerking genomen, met name hetgeen op de OVC-opnames is geregistreerd met betrekking tot het geritsel en het mechanisch gezoem, is de rechtbank van oordeel dat er voldoende aanwijzingen zijn dat de verborgen bergruimte daadwerkelijk is geopend en dat er contant geld in de bergruimte is vervoerd. Bij dat oordeel heeft de rechtbank ook betrokken dat verdachte de onbekende man aanspreekt met ‘ [naam 3] ’ en dat het een aflossing van iemand met de bijnaam ‘ [naam 3] ’ betreft.
Nu verdachte enkele honderden kilometers heeft afgelegd in een voertuig van iemand anders met kennelijk geen ander doel dan de overdracht van een contant geldbedrag dat is vervoerd in een verborgen ruimte, zonder dat hij hierover enige uitleg heeft willen geven, is de rechtbank van oordeel dat verdachte willens en wetens de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat dit contante geldbedrag afkomstig was uit enig misdrijf.
De rechtbank is daarnaast van oordeel dat sprake is van een bewuste en nauwe samenwerking tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] . Hoewel aan [medeverdachte 1] geen uitvoeringshandelingen zijn toe te schrijven ten aanzien van het geldtransport, moet hij wetenschap hebben gehad van dit geldtraansport nu hij, zoals hiervoor is overwogen, betrokken was bij levering van drugs aan Duitsland en hij daartoe de gehele drugsadministratie beheerde. Bovendien werd de rit uitgevoerd in een voertuig waar [medeverdachte 1] de beschikking over had. Het uitblijven van een verklaring van verdachte over het doel van de rit acht de rechtbank mede redengevend voor het bewijs van het medeplegen.
Het ten laste gelegde met betrekking tot de rit van 30 april tot en met 1 mei is in zoverre wettig en overtuigend bewezen.
4. Conclusie
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank niet bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van witwassen met betrekking tot de ritten op 3 februari 2018, 13 april 2018 en 14 april 2018.
De rechtbank acht wel bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van witwassen van een contant geldbedrag in de periode van 30 april 2018 tot en met 1 mei 2018, door het verbergen van de vindplaats, het verhullen van de verplaatsing, het verwerven en het voorhanden hebben van deze bedragen bij een geldtransport van Duitsland naar Nederland.
De rechtbank acht niet bewezen dat verdachte een gewoonte heeft gemaakt van het plegen van witwassen, nu slechts een rit bewezen is verklaard.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
hij in de periode van 30 april 2018 tot en met 1 mei 2018 te Assen en Hannover, tezamen en in vereniging met een ander,
a. a) van een voorwerp de vindplaats en de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld,
en
b) een voorwerp heeft verworven en voorhanden heeft gehad,
immers hebben verdachte en zijn medeverdachte in de periode van 30 april 2018 tot en met 1 mei 2018,
- een contant geldbedrag in voornoemde plaats in Duitsland opgehaald en
- voornoemde geldbedrag in een verborgen bergruimte in de kofferbak van een auto verborgen en
- aldus naar Nederland vervoerd,
terwijl hij en zijn medeverdachte wisten dat voornoemd geldbedrag, geheel of gedeeltelijk
- onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
1. medeplegen van witwassen.
Dit feit is strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden. Hij heeft daartoe aangevoerd dat het planmatige en grootschalige witwashandelingen betreffen, gelieerd aan internationale handel in verdovende middelen, waarbij verdachte gedurende langere tijd actief is betrokken. De eis is gebaseerd op de richtlijn voor strafvordering witwassen, waarbij rekening is gehouden met de toepasselijkheid van categorie 3, gelet op de faciliterende rol van verdachte voor de georganiseerde criminaliteit.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft - mocht de rechtbank komen tot een veroordeling - gepleit voor oplegging van een voorwaardelijke straf. Zij heeft daartoe aangevoerd dat verdachte geen leidende rol heeft gehad, maar hoogstens als chauffeur kan worden aangemerkt. In elk geval heeft verdachte geen grote winsten behaald. Verdachte ondergaat momenteel een klinische opname in verband met zijn verslaving en hij heeft de stijgende lijn weer te pakken. Deze dient niet doorkruist te worden door strafoplegging voor een relatief oud feit.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en het voortgangsverslag van de reclassering van Verslavingszorg Noord Nederland d.d. 8 september 2020 in parketnummer 18/156549-20, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het witwassen van een contant geldbedrag dat afkomstig was van internationale drugshandel. Door reguliere pakketdiensten werden vanuit Nederland en Spanje pakketten met meerdere kilo’s softdrugs en harddrugs verzonden naar afnemers in verschillende steden in Duitsland. Vervolgens werden de contante betalingen voor deze pakketten met drugs van Duitsland naar Nederland vervoerd in auto’s met een verborgen bergruimte. Verdachte heeft eenmaal een geldtransport uitgevoerd.
Het witwassen van criminele gelden vormt een bedreiging van de legale economie en tast de integriteit van het financiële en economische verkeer aan, mede vanwege de corrumperende invloed ervan op het reguliere handelsverkeer. Door geldstromen aan het zicht te onttrekken wordt tevens de opsporing van onderliggende misdrijven bemoeilijkt.
Bij het bepalen van straf heeft de rechtbank aansluiting gezocht bij de oriëntatiepunten van het LOVS ten aanzien van fraude bij een benadelingsbedrag van € 10.000,-- tot € 70.000,--, waarbij een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 tot 5 maanden of een taakstraf als uitgangspunt geldt.
De rechtbank overweegt dat verdachte zich met zijn handelen heeft ingelaten met grensoverschrijdende zware criminaliteit. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat alleen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend is. De persoonlijke omstandigheden van verdachte maken niet dat de rechtbank een (deels) voorwaardelijke straf zal opleggen.
Anders dan de officier van justitie, is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden vastgesteld dat verdachte een grotere rol in het geheel heeft gespeeld dan het uitvoeren van een rit op de bewezen verklaarde datum.
De rechtbank heeft tevens in aanmerking genomen dat verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld voor vermogensdelicten en dat artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing is.
De rechtbank is, alles afwegende, van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden passend en geboden is.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 47 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden.

Dit vonnis is gewezen door mr. W.S. Sikkema, voorzitter, mr. L.W. Janssen en
mr. C.H. Beuker, rechters, bijgestaan door mr. B.E. Oosterhout, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 7 oktober 2020.

Voetnoten

1.Proces-verbaal van bevindingen van 16 oktober 2018 (AH-129), opgenomen op pagina 476 en verder van map 5 van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer NN3R017108 van 3 december 2018 (onderzoek Kinverji).
2.Proces-verbaal van bevindingen van 7 mei 2018 (AH-066), opgenomen op pagina 198 en verder van map 4 van voornoemd dossier.
3.Proces-verbaal van bevindingen van 7 mei 2018 (AH-067), opgenomen op pagina 208 en verder van map 4 van voornoemd dossier.
4.Proces-verbaal van bevindingen van 12 juni 2018 (AH-094), opgenomen op pagina 434 en verder van map 4 van voornoemd dossier.
5.Proces-verbaal van bevindingen van 14 juni 2018 (AH-097), opgenomen op pagina 469 en verder van map 4 van voornoemd dossier.
6.Proces-verbaal doorzoeking Mercedes ML [kenteken] van 14 juni 2018 (AH-076), opgenomen op pagina 314 en verder van map 4 van voornoemd dossier.
7.Proces-verbaal van bevindingen van 5 september 2018 (AH-123), opgenomen op pagina 443 en verder van map 5 van voornoemd dossier.
8.Proces-verbaal van bevindingen van 26 juni 2018 (AH-104), opgenomen op pagina 2 en verder van map 5 van voornoemd dossier.
9.AH-076, opgenomen op pagina 314 en verder van map 4.
10.Proces-verbaal van verhoor verdachte van 14 augustus 2018 (V-001-11), opgenomen op pagina 98 en verder van map 1 van voornoemd dossier, p. 102 en 103.
11.Proces-verbaal van bevindingen van 17 juli 2018 (AH-106), opgenomen op pagina 17 en verder van map 5 van voornoemd dossier.
12.AH-106, opgenomen op pagina 17 en verder van map 5, p. 139 en 147.
13.Proces-verbaal van bevindingen van 24 juli 2018 (AH-107-01), opgenomen op pagina 162 en verder van map 5 van voornoemd dossier.
14.Proces-verbaal van bevindingen van 6 augustus 2018 (AH-107), opgenomen op pagina 156 en verder van map 5 van voornoemd dossier.
15.AH-106, respectievelijk p. 37, p. 142, p. 149/150 en p. 95; proces-verbaal van bevindingen van 6 augustus 2018 (AH-108), opgenomen op pagina 178 en verder van map 5 van voornoemd dossier.
16.Proces-verbaal van bevindingen van 24 juli 2018 (AH-103), opgenomen op pagina 488 en verder van map 4 van voornoemd dossier, p. 516.
17.Proces-verbaal van bevindingen van 11 september 2018 (AH-122), opgenomen op pagina 434 en verder van map 5 van voornoemd dossier.
18.Proces-verbaal van bevindingen van 24 april 2018 (AH-060), opgenomen op pagina 68 en verder van map 4 van voornoemd dossier.
19.Proces-verbaal van bevindingen van 10 oktober 2018 (AH-124), opgenomen op pagina 446 en verder van map 5 van voornoemd dossier.
20.Proces-verbaal van bevindingen van 4 december 2018 (FIN-013), opgenomen op pagina 7 en verder van map 12 van voornoemd dossier; AH-124 opgenomen op pagina 446 en verder van map 5.
21.AH-108, opgenomen op pagina 178 en verder van map 5.
22.Proces-verbaal van bevindingen van 17 augustus 2018 (AH-093), opgenomen op pagina 420 en verder van map 4 van voornoemd dossier; proces-verbaal van bevindingen van 25 oktober 2018 (AH-131), opgenomen op pagina 499 en verder van map 5 van voornoemd dossier; proces-verbaal van bevindingen van 15 november 2018 (AH-119), opgenomen op pagina 310 en verder van map 5 van voornoemd dossier.
23.Respectievelijk AH-093, pagina 420 en verder van map 4; AH-119, pagina 310 en verder van map 5; AH-130, pagina 485 en verder van map 5 en AH-131, pagina 499 en verder van map 5.
24.AH-103, opgenomen op pagina 488 en verder van map 4.
25.Proces-verbaal van bevindingen van 20 augustus 2018 (AH-117), opgenomen op pagina 304 en verder van map 5 van voornoemd dossier.
26.AH-103, opgenomen op pagina 488 en verder van map 4, p. 498.
27.AH-103, opgenomen op pagina 488 en verder van map 4, p. 512.
28.AH-107, opgenomen op pagina 156 en verder van map 5, p. 158.
29.Proces-verbaal van bevindingen van 22 oktober 2018 (AH-127), opgenomen op pagina 472 en verder van map 5 van voornoemd dossier.
30.Een schriftelijk bescheid, te weten een verslag van de Staatsanwaltschaft Hannover d.d. 12 juni 2018 (EOB-007-03), opgenomen op pagina 78 en verder van map 10.
31.Proces-verbaal van bevindingen van 15 november 2018 (AH-119), opgenomen op pagina 310 en verder van map 5 van voornoemd dossier.
32.AH-108, opgenomen op pagina 178 en verder van map 5.
33.AH-119, opgenomen op pagina 310 en verder van map 5 van voornoemd dossier.
34.Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 4 mei 2018 (AH-064), opgenomen op pagina 185 en verder van map 4 van voornoemd dossier.