ECLI:NL:RBNNE:2020:3351

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
1 oktober 2020
Publicatiedatum
1 oktober 2020
Zaaknummer
18/920298-17
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte wegens onvoldoende bewijs van betrokkenheid bij hennepteelt

Op 1 oktober 2020 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, zitting houdende in Assen, uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1979, die werd beschuldigd van hennepteelt in de periode van 15 september 2015 tot en met 23 november 2017. De verdachte was bijgestaan door zijn advocaat, mr. M. Veldman, terwijl het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. N. Tromp. De tenlastelegging betrof het opzettelijk telen, verkopen en aanwezig hebben van een grote hoeveelheid hennep in de door de verdachte verhuurde woning.

Tijdens de zitting op 17 september 2020 heeft de officier van justitie vrijspraak gevorderd, stellende dat het dossier onvoldoende aanknopingspunten biedt voor de betrokkenheid van de verdachte bij de hennepteelt. De verdediging heeft dit standpunt onderschreven en betoogd dat er geen bewijs is dat de verdachte betrokken was bij de hennepteelt in de ten laste gelegde periode.

De rechtbank heeft het standpunt van zowel de officier van justitie als de verdediging overgenomen en geoordeeld dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend kan worden bewezen. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle ten laste gelegde feiten en gelastte de teruggave van het in beslag genomen geldbedrag van € 4.260 en de woning aan de verdachte. Dit vonnis is uitgesproken door de meervoudige kamer op 1 oktober 2020, waarbij mr. Wolfert buiten staat was om het vonnis mede te ondertekenen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Assen
parketnummer 18.920298-17
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 1 oktober 2020 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1979 te [geboorteplaats] ,
wonende [woonadres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 17 september 2020.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. M. Veldman, advocaat te Amsterdam.
Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. N. Tromp.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op verschillende tijdstippen, althans op enig tijdstip, in of omstreeks de periode van 15 september 2015 tot en met 23 november 2017 te Oranje, gemeente Midden-Drenthe en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
(telkens) opzettelijk heeft geteeld, bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt, vervoerd en/of aanwezig gehad een grote hoeveelheid hennep en/of een groot aantal hennepplanten (van het geslacht Cannabis) en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep,
zijnde hennep (telkens) een middel in de zin van artikel 1 van de Opiumwet en als bedoeld in de bij die wet behorende lijst II dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet;

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd van het ten laste gelegde. Het dossier biedt onvoldoende aanknopingspunten waaruit kan volgen dat verdachte betrokken was bij hennepteelt in de woning van verdachte in de periode dat verdachte de woning verhuurde.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het ten laste gelegde. De raadsman heeft zich in navolging van de officier van justitie op het standpunt gesteld dat het dossier geen aanwijzingen bevat dat verdachte betrokken is geweest bij de hennepteelt in zijn woning in de ten laste gelegde periode.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is met de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend kan worden bewezen, zodat verdachte hiervan zal worden vrijgesproken. Uit het dossier kan niet volgen dat verdachte betrokken is geweest bij hennepteelt in de door hem verhuurde woning in de ten laste gelegde periode.

In beslag genomen goederen

Verdachte zal worden vrijgesproken van hetgeen hem ten laste is gelegd. Dat leidt er toe dat het in beslag genomen geldbedrag en de in beslag genomen woning [adres] te Oranje aan hem moeten worden teruggegeven.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Gelast de teruggaveaan verdachte van het in beslag genomen en nog niet teruggegeven
geldbedrag ad € 4.260,-- (vierduizend tweehonderd zestig euro) en de woning aan de [adres] te Oranje.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.G. de Bock, voorzitter, mr. E.C.M. Wolfert en mr. T.P. Hoekstra, rechters, bijgestaan door D.C. Witvoet, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 1 oktober 2020.
Mr. Wolfert is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.