Op 1 oktober 2020 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, zitting houdende in Assen, uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1979, die werd beschuldigd van hennepteelt in de periode van 15 september 2015 tot en met 23 november 2017. De verdachte was bijgestaan door zijn advocaat, mr. M. Veldman, terwijl het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. N. Tromp. De tenlastelegging betrof het opzettelijk telen, verkopen en aanwezig hebben van een grote hoeveelheid hennep in de door de verdachte verhuurde woning.
Tijdens de zitting op 17 september 2020 heeft de officier van justitie vrijspraak gevorderd, stellende dat het dossier onvoldoende aanknopingspunten biedt voor de betrokkenheid van de verdachte bij de hennepteelt. De verdediging heeft dit standpunt onderschreven en betoogd dat er geen bewijs is dat de verdachte betrokken was bij de hennepteelt in de ten laste gelegde periode.
De rechtbank heeft het standpunt van zowel de officier van justitie als de verdediging overgenomen en geoordeeld dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend kan worden bewezen. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle ten laste gelegde feiten en gelastte de teruggave van het in beslag genomen geldbedrag van € 4.260 en de woning aan de verdachte. Dit vonnis is uitgesproken door de meervoudige kamer op 1 oktober 2020, waarbij mr. Wolfert buiten staat was om het vonnis mede te ondertekenen.