4.12.WZA zal als grotendeels in het ongelijk gestelde partij de proceskosten moeten dragen.
De beslissing
De kantonrechter recht doende als voorzieningenrechter:
I. veroordeelt WZA om [eiseres] binnen een veertien dagen na betekening van dit vonnis in de gelegenheid te stellen haar werkzaamheden als operatieassistent te Assen op de gebruikelijke wijze uit te oefenen, met alle daaraan verbonden taken en verantwoordelijkheden, zulks op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag(deel) dat WZA in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen, met een maximum van € 10.000,00;
II. veroordeelt WZA tot betaling aan [eiseres] van:
1. het netto-equivalent van:
a. 18,5/20ste deel van het brutoloon ad € 2.176,29 per maand en overige emolumenten, vanaf 20 januari 2020 tot en met 30 mei 2020,
b. het brutoloon ad € 2.176,29 per maand en overige emolumenten, vanaf 31 mei 2020 tot het moment waarop de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig eindigt of de verplichting van WZA tot doorbetaling van loon om andere redenen eindigt,
een en ander onder verstrekking van deugdelijke bruto/netto-specificaties;
2. de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW van 20% over het hiervoor bij II.1 sub a bedoelde achterstallige salaris over het tijdvak 20 januari 2020 tot en met 30 mei 2020;
3. de wettelijke rente over het onder II.1.a bedoelde salaris vanaf de datum van verzuim tot de dag der algehele voldoening; en van
4. € 875,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
III. veroordeelt WZA tot betaling van de proceskosten, tot deze uitspraak aan de zijde van [eiseres] begroot op € 106,47 aan dagvaardingskosten, € 236,00 aan vast recht, € 720,00 aan salaris gemachtigde en € 120,00 aan nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf veertien dagen na betekening van dit vonnis indien deze kosten niet binnen die termijn zijn voldaan;
IV. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
V. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. M.E. van Rossum en in het openbaar uitgesproken op 10 september 2020.
typ/conc: MER/536