ECLI:NL:RBNNE:2020:3205
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Wraking wegens het niet toestaan van het filmen van de mondelinge behandeling
Op 15 september 2020 heeft de rechtbank Noord-Nederland een beslissing genomen in een wrakingsprocedure. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. L. Willems-Keekstra, had verzocht om wraking van de rechter in een lopende zaak, omdat hem was geweigerd de mondelinge behandeling te filmen. De verzoeker stelde dat het filmen van de zitting noodzakelijk was om transparantie te waarborgen en dat de beslissing om dit niet toe te staan in strijd was met de persrichtlijn. Hij meende dat de rechter hierdoor een schijn van partijdigheid wekte.
De rechtbank heeft het verzoek tot wraking afgewezen. In de beoordeling werd benadrukt dat een rechter op grond van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, en dat wraking alleen kan plaatsvinden bij uitzonderlijke omstandigheden die wijzen op vooringenomenheid. De rechtbank oordeelde dat de gewraakte rechter enkel handelde conform de geldende regelgeving door het filmen van de mondelinge behandeling te verbieden. Dit verbod werd niet als onbegrijpelijk of onterecht beschouwd, en de verzoeker had geen bijzondere feiten of omstandigheden aangevoerd die de vrees voor partijdigheid konden rechtvaardigen.
De rechtbank besloot dat de procedure in de hoofdzaak voortgezet zou worden in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. De beslissing werd openbaar uitgesproken en de betrokken partijen werden onmiddellijk op de hoogte gesteld van de uitkomst.