ECLI:NL:RBNNE:2020:3135

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
11 september 2020
Publicatiedatum
15 september 2020
Zaaknummer
18/840066-19 en 18/840060-19
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Jeugddetentie gelijk aan voorarrest en oplegging van de PIJ-maatregel wegens afpersing, poging tot afpersing, zware mishandeling en bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht

Op 11 september 2020 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in 2004, die zich schuldig heeft gemaakt aan bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht. De zaak betreft twee parketnummers: 18-210751-20 en 18-149399-20. De verdachte is ter terechtzitting verschenen, bijgestaan door zijn advocaat, mr. T. Houben, terwijl het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. A. Hertogs. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de tenlastelegging onder parketnummer 18-210751-20, omdat niet bewezen kon worden dat hij met het oogmerk handelde om zich een laptop wederrechtelijk toe te eigenen. Echter, onder parketnummer 18-149399-20 heeft de rechtbank het bewezen verklaarde als wettig en overtuigend bewezen beschouwd, waarbij de verdachte dreigende woorden heeft geuit naar een slachtoffer op 17 mei 2020 in Eindhoven. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte strafbaar is, maar heeft besloten geen straf of maatregel op te leggen, gezien de omstandigheden van de zaak en de gelijktijdige behandeling van andere strafzaken tegen de verdachte. De rechtbank heeft in haar oordeel rekening gehouden met de ernst van de bedreiging en de impact op het slachtoffer, maar concludeert dat een straf in deze specifieke situatie niet passend is.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Groningen
parketnummer 18-210751-20
ter terechtzitting gevoegd parketnummer 18-149399-20
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 11 september 2020 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 2004 te [geboorteplaats] ,
thans gedetineerd te [Instelling] [plaats] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de besloten terechtzitting van
28 augustus 2020.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. T. Houben, advocaat te Amsterdam.
Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. A. Hertogs.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Parketnummer 18-210751-20
hij op of omstreeks 4 mei 2020 te Eindhoven
een computer, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te
weten aan [slachtoffer 1] ,
heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
Parketnummer 18-149399-20
hij op of omstreeks 17 mei 2020 te Eindhoven
[slachtoffer 2] heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling,
door die [slachtoffer 2] dreigend de woorden toe te voegen "Ik pak jou en
je hele kanker familie.", "Je gaat eraan, is het vandaag niet dan morgen, volgende
week of volgend jaar wel.","Ik ga je onthouden met je kanker moeder.", "Ik ga je
pakken.", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
Parketnummer 18-210751-20
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd van het ten laste gelegde.
Parketnummer 18-149399-20
De officier van justitie heeft veroordeling van het ten laste gelegde gevorderd.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft ten aanzien van de ten laste gelegde feiten geen bewijsverweer gevoerd.
Oordeel van de rechtbank
Vrijspraak
Parketnummer 18-210751-20
De rechtbank overweegt dat op grond van het dossier niet kan worden bewezen dat verdachte heeft gehandeld met het oogmerk om zich de laptop wederrechtelijk toe te eigenen. Verdachte zal daarom worden vrijgesproken van het ten laste gelegde.
Parketnummer 18-149399-20:
De rechtbank volstaat ten aanzien van het hierna onder parketnummer 18-149399-20 bewezen verklaarde met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig het bepaalde in artikel 359, derde lid tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering, nu verdachte het hierna bewezen verklaarde duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend.
Deze opgave luidt als volgt:
1. de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 28 augustus 2020;
2. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal d.d. 18 mei 2020, opgenomen op pagina 3 van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL2100-2020108769 d.d. 18 mei 2020, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 2] .

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder parketnummer 18-149399-20 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
hij op 17 mei 2020 te Eindhoven [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht door die [slachtoffer 2] dreigend de woorden toe te voegen "Ik pak jou en je hele kanker familie.", "Je gaat eraan, is het vandaag niet dan morgen, volgende week of volgend jaar wel.","Ik ga je onthouden met je kanker moeder.", "Ik ga je pakken.".
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
Dit feit is strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het ten laste gelegde onder parketnummer 18-149399-20 schuldig wordt verklaard zonder oplegging van straf of maatregel. Daartoe heeft de officier van justitie aangevoerd dat het openbaar ministerie naast de onderhavige zaak tevens strafzaken onder de parketnummers 18/840066-19 en 18/840060-19 tegen verdachte aanhangig heeft gemaakt. Voornoemde zaken zijn in een ander administratief systeem geregistreerd (Compas) dan de onderhavige zaak (GPS). Deze verschillende wijze van administratief registreren verzet zich tegen het voegen van de onderhavige zaak met de zaken onder de parketnummers 18/840066-19 en 18/840060-19. Gelet hierop en de gevorderde strafeis in voornoemde zaken, stelt de officier van justitie zich op het standpunt dat verdachte ter zake van het ten laste gelegde schuldig dient te worden verklaard zonder oplegging van straf of maatregel.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen strafmaatverweer gevoerd.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting en de over hem opgemaakte rapportages, het verdachte betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de raadsman.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht. Aangever heeft deze situatie als zeer bedreigend ervaren. Hij was dan ook in de veronderstelling dat verdachte hem echt iets aan zou doen en maakte zich zorgen dat verdachte zou proberen het adres van aangever te achterhalen. De rechtbank rekent verdachte dit aan.
De rechtbank overweegt dat de onderhavige zaken gelijktijdig zijn behandeld met de zaken onder de parketnummers 18/840066-19 en 18/840060-19. Voornoemde zaken zijn geregistreerd in een ander administratief systeem (Compas) dan de onderhavige zaken. (GPS). De zaken die in Compas staan geregistreerd kunnen hierdoor niet gevoegd worden bij de onderhavige zaken. De officier van justitie heeft in de zogenoemde Compas-zaken een jeugddetentie met aftrek van het voorarrest en oplegging van de PIJ-maatregel geëist. De raadsman heeft geen strafmaatverweer gevoerd. De rechtbank heeft geoordeeld dat ten aanzien van de Compas-zaken een jeugddetentie met aftrek van het voorarrest en oplegging van de PIJ-maatregel een passende afdoening is.
Gelet op voornoemde specifieke omstandigheden komt de rechtbank tot het oordeel dat het opleggen van een straf of maatregel in deze zaak passend noch geboden is. Verdachte zal daarom wel schuldig worden verklaard, maar er zal geen straf of maatregel worden opgelegd.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder parketnummer 18-210751-20 is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 18-149399-20 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat ter zake van het bewezen verklaarde geen straf of maatregel wordt opgelegd.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. van Bruggen, voorzitter, tevens kinderrechter,
mr. T.M.L. Veen en mr. S. Timmermans, rechters, bijgestaan door mr. A.C. Fennema, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 11 september 2020.