ECLI:NL:RBNNE:2020:3135
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Jeugddetentie gelijk aan voorarrest en oplegging van de PIJ-maatregel wegens afpersing, poging tot afpersing, zware mishandeling en bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
Op 11 september 2020 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in 2004, die zich schuldig heeft gemaakt aan bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht. De zaak betreft twee parketnummers: 18-210751-20 en 18-149399-20. De verdachte is ter terechtzitting verschenen, bijgestaan door zijn advocaat, mr. T. Houben, terwijl het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. A. Hertogs. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de tenlastelegging onder parketnummer 18-210751-20, omdat niet bewezen kon worden dat hij met het oogmerk handelde om zich een laptop wederrechtelijk toe te eigenen. Echter, onder parketnummer 18-149399-20 heeft de rechtbank het bewezen verklaarde als wettig en overtuigend bewezen beschouwd, waarbij de verdachte dreigende woorden heeft geuit naar een slachtoffer op 17 mei 2020 in Eindhoven. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte strafbaar is, maar heeft besloten geen straf of maatregel op te leggen, gezien de omstandigheden van de zaak en de gelijktijdige behandeling van andere strafzaken tegen de verdachte. De rechtbank heeft in haar oordeel rekening gehouden met de ernst van de bedreiging en de impact op het slachtoffer, maar concludeert dat een straf in deze specifieke situatie niet passend is.