In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 14 september 2020 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen Acanthis en [gedaagde]. Acanthis, de verzoekende partij, heeft aangevoerd dat de arbeidsverhouding met [gedaagde] zodanig verstoord is dat voortzetting van de arbeidsovereenkomst niet meer mogelijk is. Dit zou onder andere het gevolg zijn van een beëindiging van een coachingstraject door [gedaagde], wat volgens Acanthis als ernstig verwijtbaar handelen wordt beschouwd. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de verstoring van de arbeidsrelatie niet voldoende is aangetoond en dat Acanthis niet heeft voldaan aan haar verplichtingen als werkgever, zoals het bieden van ondersteuning en begeleiding aan [gedaagde]. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de verstoorde arbeidsverhouding niet enkel te wijten is aan [gedaagde] en dat Acanthis onvoldoende inspanningen heeft geleverd om de situatie te verbeteren. De rechter heeft het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst afgewezen en Acanthis veroordeeld om te bevorderen dat [gedaagde] haar werkzaamheden kan hervatten. Tevens zijn de proceskosten voor rekening van Acanthis gesteld.