Op 2 oktober 2019 heeft de verdachte in de Big Bazar in Bolsward zich schuldig gemaakt aan schennis van de eerbaarheid door zijn penis te tonen aan een vijfjarig meisje. De rechtbank Noord-Nederland heeft op 4 september 2020 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij de verdachte werd bijgestaan door mr. G.A. Pots en het openbaar ministerie vertegenwoordigd was door mr. E.R. Jepkema. Tijdens de zitting op 21 augustus 2020 heeft de rechtbank het bewijs beoordeeld. De officier van justitie eiste vrijspraak voor het primair ten laste gelegde feit, maar veroordeling voor het subsidiair ten laste gelegde feit. De verdediging pleitte voor vrijspraak, stellende dat het bewijs onvoldoende was.
De rechtbank oordeelde dat het primair ten laste gelegde feit niet wettig en overtuigend bewezen kon worden, en sprak de verdachte daarvan vrij. Echter, het subsidiair ten laste gelegde feit, dat de verdachte op een niet voor het openbaar verkeer bestemde plaats zijn ontblote penis aan het minderjarige slachtoffer heeft getoond, werd wel bewezen verklaard. De rechtbank baseerde haar oordeel op getuigenverklaringen en camerabeelden die de interactie tussen de verdachte en het slachtoffer bevestigden.
De rechtbank achtte de verdachte strafbaar en legde een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand op, met bijzondere voorwaarden waaronder een meldplicht en behandeling bij Trajectum. De rechtbank benadrukte de ernst van het feit en de impact op het jonge slachtoffer, en nam in overweging dat de verdachte eerder was veroordeeld voor soortgelijke feiten. De uitspraak werd gedaan met inachtneming van de relevante artikelen uit het Wetboek van Strafrecht.