Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2] ,
1.De procedure
- het tussenvonnis van 6 november 2019;
- het proces-verbaal van comparitie van 26 februari 2020;
- het B16 formulier van Zilveren Kruis van 22 juni 2020.
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak vorderde Zilveren Kruis Zorgkantoor N.V. een bedrag van € 105.327,21 van T., die al jarenlang een persoonsgebonden budget (PGB) ontving. Zilveren Kruis stelde dat T. onvoldoende verantwoording had afgelegd over het gebruik van het PGB voor de jaren 2012 tot en met 2014. De rechtbank oordeelde echter dat Zilveren Kruis niet tot terugvordering mocht overgaan. De rechtbank kwam tot de conclusie dat T. gedurende de gehele periode dezelfde zorg had ontvangen, die ook in andere jaren vergoed werd. Bovendien was vastgesteld dat T. niet in staat was om zelf verantwoording af te leggen, aangezien er bewind en mentorschap was ingesteld. De rechtbank vond het onaanvaardbaar dat Zilveren Kruis tot terugvordering overging, vooral omdat T. geen misbruik werd verweten. De rechtbank wees de vorderingen van Zilveren Kruis af en compenseerde de proceskosten tussen partijen.