ECLI:NL:RBNNE:2020:2850

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
19 augustus 2020
Publicatiedatum
19 augustus 2020
Zaaknummer
C/17/161435 / HA ZA 18-146
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenuitspraak in faillissementszaak met bewijsopdracht aan curator

In deze zaak, die voor de Rechtbank Noord-Nederland is behandeld, betreft het een tussenvonnis in een faillissementsprocedure. De eiseres in reconventie, mr. H.C. Lunter Q.Q., handelt als curator in het faillissement van de besloten vennootschap HAREKO B.V. De verweerster in reconventie is de besloten vennootschap W&T HART ADVIES B.V. De rechtbank heeft op 19 augustus 2020 een tussenvonnis gewezen waarin de curator is opgedragen bewijs te leveren over de verkoop van producten door het Hartman-concern in de periode van 1 januari 2007 tot 30 juni 2017. De rechtbank heeft vastgesteld dat er mogelijk meer producten zijn verkocht dan in de administratie is verantwoord, en dat dit niet slechts incidenteel zou zijn geweest. De curator is in de gelegenheid gesteld om aan te geven hoe zij het bewijs wil leveren, hetzij door het overleggen van bewijsstukken, hetzij door het horen van getuigen. De rechtbank heeft ook een regiezitting aangekondigd, die via Skype zal plaatsvinden, om de procedure rondom het getuigenverhoor te bespreken. De zaak is aangehouden voor verdere beslissingen en zal opnieuw op de rol komen voor uitlating door de curator over de wijze van bewijslevering.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling privaatrecht
Locatie Leeuwarden
zaaknummer / rolnummer: C/17/161435 / HA ZA 18-146
Vonnis van 19 augustus 2020 in reconventie
in de zaak van
MR. H.C. LUNTER Q.Q.,
handelend in haar hoedanigheid van curator in het faillissement van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HAREKO B.V.,
kantoorhoudende te Drachten,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. M.J.W. Hemmes te Drachten,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
W&T HART ADVIES B.V.,
gevestigd te Harlingen,
verweerster in reconventie,
advocaten mr. W. Mollema en mr. R.S. van der Spek te Leeuwarden.
Eiseres in reconventie zal hierna de curator genoemd worden en Hareko B.V. zal met Hareko worden aangeduid. Verweerster in reconventie zal hierna W&T genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verdere verloop van de procedure (in reconventie) blijkt uit:
- het tussenvonnis van 15 april 2020,
- de akte van de vereffenaars van 27 mei 2020,
- het bericht van de curator van 24 juni 2020 dat zij de procedure overneemt.
1.2.
Ten slotte is opnieuw vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling in reconventie

2.1.
De rechtbank heeft opnieuw kennis genomen van de processtukken, waaronder haar tussenvonnis van 15 april 2020 (verder te noemen: het tussenvonnis). De rechtbank neemt over wat zij in het tussenvonnis heeft overwogen en beslist. Zoals in dat vonnis vermeld is de procedure in conventie van rechtswege geschorst.
2.2.
In het tussenvonnis heeft de rechtbank W&T, Hareko en de curator in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over het vervolg van de procedure in reconventie naar aanleiding van het faillissement van Hareko. De curator heeft vervolgens de procedure in reconventie van Hareko overgenomen.
2.3.
De rechtbank zal daarom nu overgaan tot het opdragen van bewijs aan de curator conform rechtsoverweging 9.51. van het tussenvonnis. De curator zal met het oog hierop in de gelegenheid worden gesteld om zich uit te laten over de vraag hoe zij het bewijs wil leveren. De rechtbank overweegt nu alvast dat in het geval dat zal gebeuren door middel van het horen van getuigen, de bij dit vonnis te benoemen rechter-commissaris kort na de akte uitlating door de curator tijdens een regiezitting (via Skype) met partijen zal bespreken hoe dit getuigenverhoor op efficiënte wijze kan plaatsvinden. Daarbij zal ook aan de orde komen wanneer de verhoren gepland kunnen worden. Afgaande op de inhoud van het rapport van Hoffmann Bedrijfsrecherche valt immers niet uit te sluiten dat een groot aantal getuigen door partijen voorgebracht zal worden. Na deze regiezitting zal opnieuw vonnis worden gewezen met daarin opgenomen de nadere instructies voor partijen ten behoeve van het getuigenverhoor.
2.4.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.De beslissing

De rechtbank:
in reconventie
3.1.
draagt de curator op te bewijzen:
dat er in het tijdvak van 1 januari 2007 tot 30 juni 2017 aanzienlijk meer 2e klasse producten door het Hartman-concern zijn verkocht dan verantwoord is in de administratie van het Hartman-concern en wel in een zodanige omvang dat het gedeelte dat niet in de boeken is verantwoord meer dan puur incidenteel was,
3.2.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
2 september 2020voor uitlating door de curator of zij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en / of door een ander bewijsmiddel,
3.3.
bepaalt dat de curator, indien zij geen bewijs door getuigen wil leveren maar wel
bewijsstukkenwil overleggen, die stukken direct in het geding moet brengen,
3.4.
bepaalt dat indien de curator getuigen wil laten horen, dit getuigenverhoor zal plaatsvinden op de terechtzitting van de daartoe tot rechter-commissaris benoemde
mr. C.M. Telman in het gerechtsgebouw te Leeuwarden aan Zaailand 102,
3.5.
bepaalt dat voorafgaand aan het getuigenverhoor een regiezitting met partijen (via Skype) zal plaatsvinden ten overstaan van de rechter-commissaris;
3.6.
bepaalt dat beide partijen in het geval de curator getuigen wil laten horen, op de rol van
2 september 2020hun verhinderdata moeten opgeven voor de maand oktober ten behoeve van de regiezitting;
3.7.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.M. Telman, mr. E.Th.M. Zwart-Sneek en mr. T.P. Hoekstra en in het openbaar uitgesproken op 19 augustus 2020. [1]

Voetnoten

1.type: 698/ah