Het advies van de instelling
In het verlengingsadvies wordt geadviseerd de termijn van de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren. In het verlengingsadvies is – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende aangegeven.
Veroordeelde is een thans 42-jarige vrouw. Zij wordt al twintig jaar behandeld in het kader van de huidige tbs-oplegging. Tijdens de behandeling blijkt het klinisch beeld door de jaren heen moeilijk te duiden, omdat zij binnen verschillende settingen uiteenlopende klachten en symptomen laat zien. Overkoepelend kan worden gesteld dat de psychiatrische kwetsbaarheid van veroordeelde voorop staat. Er is sprake van vroege hechtingsproblematiek, traumatisering en ernstige verstoringen in de persoonlijkheidsontwikkeling, waarbij thans met name borderline en vermijdende trekken aanwezig zijn. Daarnaast is er sprake van een psychotische kwetsbaarheid en een stoornis in het gebruik van cannabis.
Veroordeelde bevindt zich in de transmurale fase van haar behandeling. Zij wordt begeleid door transmuraal behandelteam de Schutse en Lister (RIBW) en woont in dezelfde woonvoorziening als haar man. Zij is tevreden over de huidige woonsituatie en haar functioneren kent momenten van relatieve stabiliteit. Veroordeelde deed vrijwilligerswerk in de kringloopwinkel en heeft steeds meer contact met collega’s, waaruit ook vriendschappen ontstaan. De relatie met haar man verloopt stabiel, waardoor wordt toegewerkt naar een zelfstandige woning voor hen samen. Hiervoor is sinds enige tijd departementale toestemming.
Daarnaast is er afgelopen adviesperiode sprake van psychotische decompensaties, cannabisgebruik en (daardoor) terugplaatsingen in de kliniek. De samenwerkingsrelatie wordt hierdoor negatief beïnvloed, omdat veroordeelde het op sommige momenten niet eens is met de zienswijze en de besluiten van het behandelingsteam. Ook problematisch voor de samenwerking is het gebrek aan openheid en het nalaten om hulp tijdig in te schakelen. Nadat veroordeelde in april 2020 langere tijd voor een time-out in de kliniek was, zijn debegeleidingsafspraken en controles aangescherpt.
In de komende periode wordt ingestoken op het concretiseren van de samenwoonplannen van veroordeelde en haar man. Wanneer zij enigszins gewend is aan de beoogde nieuwe woning en zij stabiel blijft functioneren, zal de begeleiding langzaamaan worden overgedragen aan een externe partij, zoals het ForFact-team van De Waag. Hier kan zij ook begeleid worden in het geval van een voorwaardelijke beëindiging of rechtelijke machtiging. Omdat in het afgelopen jaar nog regelmatig sprake is geweest van een time-out-plaatsing in de kliniek wordt een dergelijke overgang thans nog niet opportuun geacht. Door de terugval in cannabisgebruik heeft veroordeelde haar vrijwilligerswerk verloren en moet zij op zoek naar een alternatief, opdat een dagstructuur naar draagkracht gewaarborgd blijft. Verder kan zij op korte termijn starten met psychotherapie met als doel het verbeteren van haar zelfbeeld en indien mogelijk traumaverwerking.
Naast het werken aan genoemde behandel- en resocialistiedoelen is een geleidelijke resocialisatie van belang om overvraging te voorkomen en een goede overdracht te waarborgen naar toekomstige begeleidende instanties, zoals ForFact en reclassering, opdat zij goed op de hoogte zijn van het benodigde risicomanagement. Tevens moet nog blijken of veroordeelde zich langere tijd weet te houden aan de aangescherpte afspraken en controles ten aanzien van abstinentie en medicatitrouw en deze blijft accepteren en zij psychiatrisch stabiel blijft.
Het risico van gewelddadig gedrag in de huidige situatie wordt ingeschat als laag tot matig, evenals het beoogde scenario waarbij zij samen met haar man een eigen woning betrekt en de hulpverlening en toezicht ongewijzigd blijven. Indien laatstgenoemde factoren afnemen, bijvoorbeeld in het kader van een proefverlof, neemt het risico toe naar matig. Zonder het kader van de terbeschikkingstelling wordt het risico op terugval in gewelddadig gedrag ingeschat als matig tot hoog.